r%>. WINTER
MELKHANDEL
BAKKUM
Zoon Jan hielp na schooltijd en tijdens vrije dagen mee met venten.
ik na de ambachtsschool bij de Hoogovens ging werken.
We moesten ook venten. Zo vlak voor de feestdagen was
het dan een kunst om zoveel mogelijk te verkopen. Je
maakte natuurlijk ook hele gekke dingen mee. Zo is het me
een keer overkomen dat ik bij een klant kwam die om één
flesje bier vroeg. Ik had dat niet in de kar, maar de klant
stond erop dat ik daarvoor terug kwam. Dat deed ik, maar
kon niet nalaten om aan die mevrouw te vragen: heeft u
soms een feestje?
Een hard bestaan
Het beroep van melkboer of melkslijter was geen
gemakkelijk bestaan. Er was veel concurrentie en
er moest heel hard gewerkt worden om wat te ver
dienen. Dat betekende altijd 's morgens vroeg op
en 's avonds pas laat klaar. Door weer en wind werd
er bezorgd, dus een melkventer moest de nodige
kou, regen en sneeuw te trotseren. Veel ging op de
pof en er moest vaak lang gewacht worden totdat
de klanten betaalden. Gelukkig maakte de sanering
een einde aan het venten ver weg van huis.
In de dertiger jaren ventten de melkboeren met
'rauwe' melk zoals het genoemd werd, die dagelijks
bij de klanten bezorgd moest worden. Er werd ze
ven dagen per week gewerkt en dus ook op zondag.
Ze konden zich namelijk niet permitteren eens een
dag over te slaan, want de concurrentie zat niet stil.
John Vermeulen was ook een SRV-man.
Daarom vroegen ze in 1937 de gemeente te verbie
den dat er in de wintermaanden op zondag werd ge
vent. Zo'n verordening kon immers door niemand
worden ontdoken, 's Winters bleef de melk ook lan
ger goed en leverde het geen probleem op om dan
een dag over te slaan. In september 1937 stemde de
gemeenteraad in met het voorstel en voortaan had
den de slijters tenminste gedurende de zes winter
maanden op zondag rust.
Na de jaren '60 werd de term melkboer als deni
grerend beschouwd en werd deze vervangen door
melkman. Met de opkomst van de supermarkt in
het laatste kwart van de 20e eeuw is het beroep van
melkboer praktisch uitgestorven, al werd de SRV-
man nog wel eens met melkboer aangeduid. De kin
deren van melkboeren voelden er vaak niets voor
om de zaak over te nemen. Zo kwam er een einde
aan dit beroep.
Veertig liter melk in de sneeuw
Achter zijn woning aan de Burg. Mooijstraat 19 begon
Gerbrand Lute (1880-1938) rond 1926 een melkslijte-
rij. Het werk daaraan liet hij echter grotendeels aan zijn
vrouw Marijtje Duijn over, want hij was ook nog tuin
der en verbouwde achter zijn huis aardbeien, bonen, bes
sen etc. Nadat Gerbrand was overleden, dreef Marijtje de
melkhandel alleen met haar dochters. Toen die getrouwd
waren, zag zij geen andere uitweg dan haar zoon Paul
(1908-1988) in de zaak te betrekken. Diens zuster Willy
Hommes-Lute (1920) kan daar nog veel over vertellen:
49