Rangeerplaats van de stoomtram uit
Haarlem en Alkmaar, ongeveer tegenover het
toenmalige café De Landbouw (nu sociëteit
De Bakkerij), (boven)
Beeld van de stoomtram Haarlem-Alkmaar.
Gezien de nummering behoorde de loco
motief- van Belgische makelij - tot het
oudste type dat op het baanvak in gebruik
is geweest. De locomotief telde twee 'beman
ningsleden', een bestuurder en een stoker en
reed in feite achterstevoren, dat wil zeggen
de schoorsteen zat aan de achterkant, opdat
de stoom het gezichtsveld van de bestuurder
zo min mogelijk zou verstoren. De rijtuigen
achter de locomotief zijn van het oudste type
dat bij de TN in bedrijf is geweest en boden
20 zit- en 16 staanplaatsen. Er was petrole
umverlichting en er waren warmwaterstoven
tegen de kou beschikbaar! (onder)
tram, die niet voor niets, ook elders, in de volksmond de
bijnaam 'moordenaar' kreeg. Ongelukken kleven natuur
lijk altijd aan dit soort vervoer en waren niet zelden ook
te wijten aan eigen schuld. Zoals niet zolang geleden een
hoogbejaarde Castricumse, die zich de tram nog herin
nerde, het uitdrukte: "Op de hele straat was niks anders
dan die tram en toch wisten ze er nog onder te komenmet
hun dronken kont
Misschien doelde ze hierbij onder andere op een bizar on
geluk in juni 1906, waarbij een op de rails slapende Cas-
tricummer door de tram werd overreden.
De exploitatie verliep aanvankelijk niet gladjes. Het treinper
soneel maakte zeer lange werkdagen, wat onoplettendheid in
de hand werkte en er werd gereden met materieel dat vooral
qua stabiliteit niet al te best werd genoemd, over een spoor
lijn die als krakkemikkig werd gekenschetst. Er vonden dan
ook vrij veelvuldig ontsporingen plaats. Soms met ernstige
afloop, zoals in februari 1897, toen in een bocht nabij Cas-
tricum, waarschijnlijk door te hard rijden, de locomotief ont
spoorde en omviel, waarbij de machinist onder de locomotief
raakte en het leven verloor en de stoker brandwonden opliep.
Kritiek
De incidenten werden omwonenden soms te veel en gaven
aanleiding tot protesten en betogingen, zoals in 1903 toen
het trampersoneel bij de remise in Velsen-Noord door de
Rijksveldwacht tegen betogers moest worden beschermd.
Voorafgaande aan de incidenten had de directeur van de
trammaatschappij volgens het Haarlems Dagblad brieven
ontvangen, waarin met brandstichting werd gedreigd.
41
WÊÊM