De Victoria van Fossombrone, De Victoria van Wijchen. De Victoria van Deventer. zwakker dan in de huidige provincie Friesland. Sommige Romeinse beeldjes zullen door de Friezen als inheemse goden zijn beschouwd. In ons land stelt het grootste aantal beeldjes Mercurius voor. Dan volgen Flercules, Jupiter en Apollo, die wellicht goed aansloten bij de inheemse goden Donar en Wodan. Godinnen zijn wat schaarser, meldde Zadoks-Josephus Jitta; zij kende een enkele naakte Venus en staande geklede figuren van Minerva en Fortuna. Wat opvalt, schrijft ze, zijn het aantal, de verscheidenheid en de verspreiding van deze beeldjes in Nederland. Maar nog meer dat zij, zeker grotendeels, uit particuliere woningen komen. Daaruit blijkt volgens haar hoe diep- en vergaand de Romeinse invloed hier is geweest, ook buiten de eigen lijke rijksgrens. In onze streek is aan de rand van het rijk, op de plek van het Romeinse vlootstation te Velsen, in 1974 een bronzen beeldje van Flercules bibax gevonden. Het is daar in de eerste helft van de eerste eeuw n.Chr. terechtgekomen. Zo'n precieze datering van een Romeins beeldje is uitzonderlijk. Victoria's in Nederland Bijna alle Romeinse bronzen beeldjes uit Nederland zijn 'losse vondsten', waarbij de oorspronkelijke context waar in het beeldje werd achtergelaten niet bekend of niet be schreven is. Dat geldt ook voor het eerste Victoria-beeldje dat in Nederland gevonden werd: de Victoria van Wijchen. Zij is 12,7 cm hoog en kwam rond 1948 te voorschijn bij de aanleg van aspergebedden in de buurtschap Alverna onder de gemeente Wijchen. De context van de vondst van het tweede Victoria-beeldje, de Victoria van Deventer te Colmschate in 2004, kon bij uitzondering wel goed wor den onderzocht en gedocumenteerd. Het beeldje is 6,7 cm groot is en weegt 46 gram. Het kwam te voorschijn in een 6 paalkuil die deel uitmaakte van een huisplattegrond, uit de 2e of 3e eeuw n.Chr. Liggend met het gelaat naar boven werd het gevonden in de noordzijde van een paalkuil, in de lange zuidwand van het gebouw, een Germaans huis dat op een typisch Romeinse manier was gebouwd. Alles duidde erop dat het hier gaat om een bouwoffer. Daardoor hoopten de bouwers te bevorderen dat de bouw voorspoe dig zou verlopen, dat het huis lange tijd mee zou gaan en ze als bouwers geen last zouden krijgen van kwade gees ten. Het beeldje werd dicht bij de ingang van het gebouw aangetroffen. Volgens Hermsen zijn uit de Romeinse tijd geen andere beeldjes bekend die als bouwoffer zijn gede poneerd. Hij beweert dat de godin Victoria zou kunnen worden gelijkgesteld aan de vooraanstaande Germaanse (en dus ook Friese) vrouwelijke godheid Freija, de godin van huwelijk en liefde. Het beeldje kan zijn geofferd om over de huiselijke vrede te waken. Ook als de bezitter van het beeldje de antieke betekenis van Victoria niet kende, was volgens Hermsen de keuze om het als bouwoffer te gebruiken, begrijpelijk. Want naast haar rol als overwin ningsgodin, zo stelt hij, treedt Victoria ook wel op als de godin die garant staat voor het welslagen van een onderne ming, in dit geval bij Colmschate, de bouwonderneming. Victoria's in het buitenland En zijn overeenkomsten tussen de Victoria's van Wijchen, Deventer en Castricum, maar ook duidelijke verschillen. Zo heeft de Victoria van Castricum grotere vleugels, en veel meer details en dynamiek. De andere 'engelen' staan met beide voeten vast op de aarde. Daarom werd het in teressant om na te gaan of er ook Victoria-beeldjes in het buitenland zijn gevonden met misschien nog treffender gelijkenis. Het British Museum antwoordde desgevraagd

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2011 | | pagina 8