H
Installatie van burgemeester Lommen. Zittend van links naar rechts: Piet Kuijs (raadslid),
Hendrik Oostveen (gemeentesecretaris), Kees Spaansen (raadslid), mevrouw Lommen
(stiefmoeder burgemeester), burgemeester Lommen en de raadsleden Piet Val kering,
Gerrit Kuijs, Gerrit Louter, Piet Twisk. Staand van links naar rechts: dominee Van
Poelgeest, oud-wethouder Joseph Goes, oud-burgemeester Jan Mooij, een familielid
van burgemeester Lommen, mevrouw Van Benthem, Herman van Benthem en nog een
familielid van de burgemeester.
de gemeentehuishouding een
woordje meespreken en daar
door is de raad vaak verdeeld in
twee kampen.
Ook speelt nog het verschil tus
sen Bakkummers en Castricum-
mers. Zoals raadslid Aukes eens
zei: "Er heerscht nog maar
steeds het idee dat het twee
soorten menschen zijn.
Lommen kan zich best voor
stellen dat het de hier geboren
en getogen raadsleden moeite
kost om zich aan te passen aan
de zich snel wijzigende omstan
digheden, maar hij houdt de
raad steeds voor dat iedereen
onontkoombaar met de tijd mee
moet gaan. Hij hamert er vaak
op dat raadsleden het gemeente
belang hebben te dienen en zich
niet moeten laten leiden door
privé-belangen.
Verzuiling
Meer
De R.-K. Geitenfokvereniging Castricum in 1920. Menig Castricummer is nog met
geitenmelk groot gebracht. Achter de tafel zitten Zonneveld, geestelijk adviseur kapelaan
Leesberg, burgemeester Lommen, Jan Zonneveld en Willem Schermer.
Bij de installatie van de raad op 2 september 1919 spreekt
de burgemeester zijn vreugde uit over de evenredige ver
tegenwoordiging van alle inwoners. Hij bindt de raadsle
den op het hart steeds zaken van personen te scheiden. Het
zal hem zijn tegengevallen dat de raad niet zo meegaand
is en regelmatig de hakken in het zand zet. De oorspron
kelijke Castricummers en Bakkummers kunnen het maar
moeilijk zetten, dat nieuwe, niet-katholieke inwoners in
54
dan 80% van de inwo
ners is katholiek en de gees
telijkheid heeft grote invloed.
Gemengde verkering is hoogst
bedenkelijk. Katholieken moe
ten 'roomsch' in alles zijn. De
gelijkstelling van het openbaar
en bijzonder onderwijs in 1917
is een belangrijke stap. Nu
hoeven katholieken helemaal
nauwelijks meer buiten de ei
gen kring te komen. Op allerlei
gebied worden katholieke or
ganisaties opgericht; van R.K.
Middenstandsvereniging en
R.K. Coop. Veilingvereniging
tot R.K. Geitenfokvereniging.
Van algemene verenigingen
dienen katholieken zich afzij
dig te houden. Adverteren in
niet-katholieke bladen wordt
verboden.
In de raad zijn er dikwijls aan
varingen met de niet-katholieke
minderheid, bijvoorbeeld als
het om subsidies of om benoe
mingen gaat. Van katholieke
raadsleden wordt verwacht dat
zij de katholieke belangen altijd voor laten gaan. Wethou
der Hemmer stelt dat de kerkelijke overheid geen verwijt
treft dat zij althans de jeugd in eigen kring opgevoed wil
zien, want zegt hij, het gevaar van gemengde huwelijken
en geloofsafval is niet denkbeeldig. Hij voegt er aan toe
dat hij persoonlijk de omgang met andersdenkenden wel
op prijs stelt.
fl