Het gezin van Dorus Veldt voor de A-Ford omstreeks 1933. V.l.n.r.: voor:
Rie, Gré, Annie, Cees, Trees en Coba; achter bij de portieren: Nic en Arie.
De twee jongste kinderen Bep en Theo zijn nog niet geboren.
nauw samen met Jan Rozing, lid van de plaatselijke
ondergrondse. Dit vervoer is een mooie dekmantel
om onderduikers te plaatsen en weg te brengen. Nic
Veldt heeft zijn belevenissen opgeschreven. Hij ein
digt zijn verhaal met: "5 mei 1945 Bevrijding. God
dank, de oude groep had het overleefd. Zonder de
stille kracht - vader Dorus - had ik dit werk niet kun
nen doen
Dorus Veldt en echtgenote Anna Maria Kunnen krij
gen in totaal tien kinderen, waarvan de vier zoons
ook vrachtrijder worden. Zoon Arie emigreert en
begint een expeditiebedrijf in Nieuw-Zeeland. De
andere drie zoons, Nic, Kees en Theo gaan in het
bedrijf aan de Gasstraat deelnemen. Dit wordt op
5 juli 1954 officieel geregistreerd als vennootschap
onder firma onder de naam 'Expeditiebedrijf Th.
Veldt en Zonen.' Op 11 januari 1955 overlijdt Dorus
Veldt, de grondlegger van het bedrijf. De drie zonen,
Nic, Kees en Theo, de vennoten, worden nu elk voor
eenderde deel eigenaar. De firma rijdt dan met drie
vrachtwagens.
Theo Veldt sr. doet zijn verhaal
De jongste zoon, de nu 78-jarige Theo, woont nog in
de bovenwoning aan de Gasstraat en vertelt over het
expeditiebedrijf:
Bij het uitbreken van de oorlog was ik zes jaar. Bij
ons in de Gasstraat kwamen de Duitsers de Neder
landse militairen verdrijven die bij ons in de garage
met paarden waren ondergebracht. In 1943 moes
ten we van de Duitsers uit de Gasstraat verhuizen
en mochten aan de Kooiweg gaan wonen naast tante
Aaf en tante Trijn, ongehuwde zusters van mijn vader en
naast tante Sientje Veldt-van der Hurk, weduwe van de
jongste broer van mijn vader In haar wat afgelegen huisje
werden in de oorlog verschillende onderduikers voor en
kele nachten ondergebracht, voordat zij verstopt in onze
vrachtwagen naar het definitieve adres ergens in de kop
van Noord-Holland konden worden overgebracht. In
het huisje van tante Sientje was ook de stencilmachi
ne verstopt, waarop het illegale krantje 'Strijdwerd
vervaardigd. Nic was actief bij de ondergrondse en
moest met onze vrachtwagen (een A-Ford) materia
len vervoeren voor de Wehrmacht.
In 1944 sloeg het noodlot toe, moeder werd zeer ern
stig ziek (negenoog). Er waren in die tijd geen medi
cijnen en zij is toen overleden op 56-jarige leeftijd.
Vader bleef achter met tien kinderen in de leeftijd van
10 tot 22 jaar. Kort daarna is tante Aaf bij ons inge
trokken.
Na de oorlog zijn we weer terug gegaan naar de
Gasstraat. Vader had nog steeds de A-Ford. Ik kwam
inmiddels van school, was dertien jaar en moest va
der meehelpen met het vervoer van bloembollen van
de kwekers naar de bollenveilingen in Hillegom.
Toen kwam 'De Sotoeen vrachtwagen die door de
Duitsers was achtergelaten; deze werd opgeknapt.
Nic kwam thuis werken en had vanuit de ondergrond
se contacten in de Zaanstreek. Dit leidde tot het vervoer
van machines voor de Noordhollandsche Machinehandel
te Wormerveer. Dat was door heel Nederland, een voor
die tijd hele onderneming.
Omstreeks 1946 kregen we de eerste Bedford, een 5-tons
vrachtwagen, waarvoor we vergunning kregen om te mo-
Twee vrachtwagens van de firma Th. Veldt en Zn. voor het
bedrijfspand: de eerste Volvo en de Commer.
47