Belangrijke Prijsverlaging.
BLANKA"
Voor weekabonnement speciaal tarief.
De droog- en mangelkamer. De strijkkamer.
Opeenvolgende eigenaren
De onderneming kan al in 1920 niet aan zijn financiële
verplichtingen voldoen en wordt failliet verklaard. Op
22 december van dat jaar is er in De Rustende Jager een
openbare verkoping. In de notariële akte van de veiling
vinden we details van de inrichting. Genoemd worden een
stoommachine van 6 pk, een stoomketel, een wastrommel-
centrifuge, een mangel, een boordenmachine, een stijfsel-
molen, zeven werkbanken, drie strijkplanken, acht strijk
bouten en een strijkkachel. De verkoping is op verzoek
van de te Krommenie gevestigde NV Zaanlandsche Bank.
Het bedrijf wordt gekocht voor ƒ12.500,- door Ferdinand
Druppel, koopman uit Amsterdam, die het na ruim een
jaar op 16 februari 1922 voor 16.000,- weer verkoopt aan
de heren Cornelis J. Baart, stoombleker uit Castricum en
Jan de Bruijn, een beeldhouwer, die in Amsterdam woont.
De toen 23-jarige Cornelis J. Baart woont sinds 1920 in
Castricum en is bedrijfsleider van de wasserij.
Op 17 juni 1922 vraagt Baart aan de gemeente een ver
gunning tot wijziging van de stoomwasserij, waarbij de
stoomketel in een aangebouwde ruimte met een schoor-
Stoom», Wasch» en Strijkinrichting
10 pCt. korting voor stuktarief 30 ct.
A A per Kilo. A A
ilaaodau halen, Zaterdag thuisbezorgd. Aangezien elke
wasch afzonderlijk mat helder brouw iter behnudetd wordt
is het vermissen van goederen geheel uitgesloten.
Voor nadere bespreking-n te ontbCdeii.
Een advertentie in het Castricumse Weekblad in 1920.
steen werd geplaatst. Hier zal ongetwijfeld hebben mee
gespeeld dat de omwonenden veel hinder ondervonden
van rook en roetval. Ook deze vergunning wordt onder
bepaalde voorwaarden verleend.
Ook in de nieuwe situatie levert het bedrijf onvoldoende
rendement op, want op 23 november 1926 is er opnieuw
een openbare verkoping, deze keer in café De Harmonie
op verzoek van de NV Groningse Hypotheekbank en in
aanwezigheid van de kantonrechter.
Voor ƒ9.853,- wordt het bedrijf met machines gekocht
door Cornelis Ph. de Ronden, makelaar te Weesp en Jo-
han C.W. Baart, stoombleker, wonende te Weesperkar-
spel. Al binnen vier maanden verkopen ze hun bezit voor
ƒ13.500,- aan de 34-jarige Cornelis J. Telleman, winkelier
en wonende te Amsterdam.
De stoomwasserij door de eigenaar in brand gestoken
Stoomwasserij Blanka wordt de ondergang van Cornelis
J. Teileman. Het gaat niet goed met de opbrengst van de
wasserij. Op de avond van 3 november 1927 wordt de
stoomwasserij door Teileman in brand gestoken, zo ver
klaart hij in de rechtszaak die twee maanden later wordt
gevoerd. Teileman heeft op de bewuste avond de bran
dende petroleumkachel omver getrapt. Deze kachel stond
in de kamer, die hij in de wasserij bewoont, vlakbij een
houten schot van dat vertrek. Vervolgens heeft hij ook nog
een bus petroleum over dat inmiddels brandende schot en
de kachel uitgegoten. Daarop is de bovenverdieping hele
maal en de onderverdieping gedeeltelijk uitgebrand.
Door de brand levert de schoorsteen gevaar op en moet omver
worden gehaald. Telleman is hiertoe gelast, maar neemt geen
maatregelen. Hierop volgt een proces-verbaal van de gecon
stateerde overtreding door veldwachter Pieter Bleijendaal.
Omdat Telleman zijn eigen bezit in brand heeft gestoken,
gaat de eerder genoemde rechtszaak vooral over het in ge
vaar brengen van de omliggende gebouwen. In het pro-
TE CASTRICUM,
TELEFOON No. 2
C 47 Directeur C. J, BAART
45