C. J. Duijn
Het papier van Duijn, waarin zijn producten werden verpakt.
der twee klanten. Ook toen mijn vader de laatste jaren
bij bakkerij Groot bakte, moest ik per fiets 's morgens de
winkel met broden bevoorraden. Daarvoor reed ik vele
malen heen en weer. In de wintertijd met sneeuw en ij-
zel gebruikten we de slee, waarop de broodmand van de
transportfiets werd gezet. Rond 6.30 uur begon ik altijd
met rijden, want we moesten ook nog voor schooltijd naar
de kerk. Als je als misdienaar aan de beurt was, moest je
nog vroeger je bed uit. Ik wist niet beter, het hoorde er im
mers bij. Ook vond ik het interessant, want ik wilde later
toch ook bakker worden!
Geregeld een bekeuring
Rieuwert Schekkerman (1923) verhuisde in 1952 van
Bobeldijk naar Castricum en nam met zijn echtgenote
let Mantel de bakkerszaak over van Bijman op de hoek
van de Mr. Ludwigstraat-Breedeweg. Hij stopte in 1960
vanwege rugklachten en omdat de zaken terugliepen. Hij
Rieuwert en let Schekkerman op de binnenplaats van hun
bakkerij, waar de broden staan uit te wasemen voordat ze in
de kar werden geladen.
vertelt graag over zijn levensloop: "Vanaf mijn veertiende
zat ik al in het bakkersvak en leerde het van mijn vader,
die ook een bakkerij had. Toen ik ermee ophield, kon ik bij
Verkade aan de gang als beheerder van het grondstoffen-
magazijn. Dat had ik te danken aan mijn vervolgopleiding
in Ede. Schekkerman pakt vervolgens een keurig bijge
houden familie-album en geeft toelichting bij een paar
aardige foto's die van zijn bakkersbestaan in Castricum
getuigen. "We hebben nog eens twee Engelse leraressen
onderdak verleend, die met de fiets op vakantie waren in
Nederland. Ze werden doorverwezen via het politiebu
reau, dat toen nog aan de Dorpsstraat zat bij de spoor
wegovergang. Het gekke was dat ik goed contact had met
de politie, alhoewel ik geregeld een bekeuring kreeg. Dat
was omdat ik vaak voor 5.00 uur begon met bakken of te
vroeg ging venten...
BROOD-, KOEK- Cn BANKETBAKKERIJ
BAKKUM
Voor de bakkerswinkel van
Schekkerman in 1957. Zijn
echtgenote staat rechts met
daarnaast twee Engelse
leraressen, die een nachtje
onderdak kregen. Verder links
zoon Paul (1954) en rechts zoon
Rob (1953).
f
Bakkummerstraat 89