Simon Zuurbier
7 december 1910
Vanwege de aanleg van de nieuwe straatverlichting wor
den de plaatsen voor de gaslantaarns vastgesteld. Er zal
een oproep worden gedaan aan gegadigden voor het aan
steken en uitdoven van verder afgelegen geplaatste lan
taarns.
12 december 1910
Christiaan Kieft, bloembollenkweker te Limmen en echt
genoot van Elisabeth Slot, gemeente-verloskundige van
Limmen en Castricum, verzoekt voor zijn echtgenote
eervol ontslag met ingang van 1 januari a.s. vanwege een
ernstige operatie die zij heeft ondergaan. Kort daarop is 16
december Elisabeth Slot te Amsterdam overleden.
De gemeente Limmen neemt contact op met B&W van de
gemeente Castricum en stelt voor opnieuw een gemeen
schappelijke vroedvrouw te benoemen, die dan bij voor
keur in Limmen woonachtig moet zijn, omdat Castricum
al het voorrecht heeft een geneesheer te bezitten.
17 december 1910
Ten overstaan van de architect Jan Stuyt uit Amsterdam
is in het raadhuis van Castricum overgegaan tot het aan
besteden van het slopen van het bestaande raadhuis met
de onderwijzerswoning en van het bouwen van een nieuw
raadhuis en onderwijzerswoning. In de daartoe bestemde
bus blijken bij opening 15 inschrijvingsbiljetten te zijn
gedeponeerd. De aannemers hebben twee aannemings
sommen verstrekt met of zonder leien dakbedekking. De
hoogste inschrijving met leien is van Pieter Dubbeld, aan
nemer uit Alkmaar voor 12.670,- en de laagste is van
Jacobus Res, aannemer te Castricum voor 9.490,-. Aan
laatstgenoemde aannemer wordt het werk gegund. Tot ze
kerheidsstelling verbinden zich als borgen van aannemer
Jacobus Res zijn broers de heren Bernardus Anthonius
Res, bloemkweker, en Gerardus Franciscus Res, brood
bakker, beiden wonende te Castricum.
In de raadsvergadering van 28 december 1910 wordt mee
gedeeld dat de heer Jacobus Res de laagste inschrijver is
voor de bouw van het raadhuis met onderwijzerswoning.
De aanneemsom bedraagt ƒ9100,- voor een dakbedekking
met pannen en ƒ9490,- voor een bedekking met leien. Het
laatste heeft de voorkeur en daartoe wordt besloten.
In 1910 is er een telling uitgevoerd op last van het Depar
tement van Landbouw, Nijverheid en Handel betreffende
het grondgebruik en de veestapel.
Bouwtekening van het oude raadhuis.
116
In Castricum bestaat de veestapel
(inclusief jong vee) uit:
paarden
135
runderen
1191
schapen
415
bokken en geiten
116
varkens
190
hoenders
1930
Het landgebruik als
eigenaar
en pachter:
aantal gebruikers
opp. in ha
landbouwers
46
106
landarbeiders
10
53
particulieren 1)
2
6
tuinbouwers
2
11
totaal
60
176
waarvan 2)
49
123
1) hoofdberoep buiten de land- en tuinbouw
2) gebruikers met meer dan 1 ha
31 december 1910
De gemeenterekening over het jaar 1910 telt aan ontvang
sten 24.055,- en aan uitgaven 25.276,-, zodat er een
nadelig saldo is van 1.221,-.