vooral de veeteelt, de tuinbouw (aardbeien, groenten) en de schelpenvisserij, in Warmenhuizen de tuinbouw (kool en aardappelen) en de veeteelt. Warmenhuizen is bekend om de oude laat-gothische Ur- sulakerk, die is gesticht in de 13e eeuw en voorzien van bijzondere gewelfschilderingen. De heerlijkheid Warmen huizen was evenals de heerlijkheid Bakkum in de middel eeuwen het bezit van het adellijke geslacht Van Egmond. Tot 1990 was Warmenhuizen, waartoe ook Krabbendam en een gedeelte van Schoorldam behoorden, een zelfstan dige gemeente. In genoemd jaar werd het een deel van de gemeente Harenkarspel. Van vader op zoon metselaar De eerste Pieter de Nijs was metselaar. Hij wordt als zo danig genoemd in het jaar 1771 vanwege het arbeidsloon van de pastorie en de kerk van Warmenhuizen. Het beroep van metselaar was kenmerkend voor de familie De Nijs. Van genoemde Pieter ging dit beroep over op zijn zoon Jan (1763-1826). Deze Jan doet veel werk voor de gemeente Warmenhuizen. Veelvuldig komen we zijn naam tegen in de gemeentelijke akten vanwege geleverd metselwerk en het straatmaken. Jan trouwt met Aagje Tijsdochter Quast. Daarmee komt de naam Tijs in de familie, een voornaam die tot heden aan de familie De Nijs is verbonden. Tijs (1800-1887), de enige zoon van Jan, die niet jong over lijdt, is metselaar. Ook de zonen van Tijs, Piet en Jan, zijn metselaar. Zoon Piet (1831-1897) is de stamvader van de Castricumse tak. Hij heeft aan acht van zijn elf kleinzo nen het beroep metselaar en/of aannemer doorgegeven. Zoon Jan de Nijs (1839-1892) heeft in Warmenhuizen zijn metselbedrijf en geeft dit door aan zijn oudste zoon Tijs (1875-1954). Zijn andere zoon Klaas (1878-1952) ging in de groentehandel en had later een zuurkoolfabriek. Het toeval wil dat het metselbedrijf van Tijs de Nijs in Warmenhuizen in 1920 werd overgenomen door Tijs de Nijs uit Castricum, een van de 11 kleinzonen van Pieter. Dit bedrijf is momenteel uitgegroeid tot een van de groot ste bouwbedrijven van Noord-Holland (zie hierover apart kader bij gezinnummer 20). Veel ondernemers Opvallend bij de familie De Nijs is het feit dat het beroep bijna altijd als zelfstandig ondernemer wordt uitgeoefend. Zo heeft men veelal een eigen bedrijf als metselaar-aanne mer of als stukadoor (de tak Den Nijs), in meerdere geval len zijn deze familiebedrijven uitgegroeid tot grote bouw bedrijven. In het agrarische deel van de familie vinden we een zuurkoolfabriek en een bedrijf met een wereldwijde export van pootaardappelen. De familie vanuit Warmenhuizen in vogelvlucht Stamvader Pieter heeft drie zoons die het geslacht De Nijs verder voortzetten: Jan, Manus en Pieter. Jan vertegenwoordigt vooral de metselaarstak, die over gaat op zijn zoon Tijs en via hem op zijn kleinzoon Pieter, die de stamvader is van de Castricumse tak en op kleinzoon Jan de Nijs 1839-1892), die trouwt met Neeltje Trompet ter. Deze Jan en Neeltje wonen in Warmenhuizen. Van hun tien kinderen zal de helft jong overlijden. Hun zoon Tijs, o.a. gehuwd met Jaantje Jonker, heeft een metselbedrijf]e en hun zoon Klaas, gehuwd met Trijntje Leegwater, heeft uiteindelijk in Zuid-Scharwoude een zuurkoolfabriek en exporteert groenten en zuurkool. Pieters tweede zoon Manus is schoenmaker in Warmen huizen; hij trouwt met Aagje Blankendaal en krijgt drie zoons: Pieter, Jan en Jacob. Hiervan krijgt Pieter acht kinderen, waarvan er zeven zeer jong overlijden. Antje is zijn enige dochter die de volwassen leeftijd haalt en in het huwelijk treedt. Jan, de tweede zoon van Manus, trouwt met Maartje Groen. Zij krijgen zeven kinderen waarvan alleen de zoons Herman en Arie een gezin stichten. Her man (1851-1925), tuinbouwer in Warmenhuizen, trouwt met Elisabeth Opmeer en heeft een zoon Gerrit de Nijs, die met zijn vrouw Christina Dijkman 16 kinderen heeft, die opgroeien in Beverwijk. Arie (1855-1931), ook tuin bouwer, woont in Warmenhuizen en trouwt met Anna Tes- selaar. Arie en Anna hebben vier zoons: 1Jan, tuinbouwer op De Fuik in Warmenhuizen, gehuwd met Maria Slijker- man; 2. Kees, tuinbouwer, ongehuwd; 3. Jacob, gehuwd met Uda Vader, heeft aan de Fabrieksstraat een groothan del in groenten en aardappelen en 4. Arie, gehuwd met Clasina Slijkerman, is groentenexporteur; hieruit is het exportbedrijf van pootaardappelen gegroeid, dat momen teel vanuit Warmenhuizen op de wereldmarkt opereert. Jacob, de derde zoon van Manus, zet het geslacht De Nijs niet voort. Hij is schipper, woont in Egmond-Binnen en heeft alleen een dochter Aagje. Stamvaders derde en jongste zoon Pieter is arbeider, land bouwer en gaat in Schoorl wonen. Zijn enige zoon Jan woont in het ouderlijk huis in Schoorl. Uit diens huwelijk met Maartje Zomerdijk worden drie zoons geboren die trouwen en zelf ook weer kinderen krijgen: Pieter, Cor nells en Arie. Pieter (1840-1912) is arbeider, woont in de Zijpe en trouwt met Jansje Sluijs. Zij hebben twee zoons: 1Pieter, arbeider, woont ook in de Zijpe, trouwt met Aaltje Kuijs; zij hebben een zoon Gerrit, die trouwt met Jo Boekei en een slagerij heeft aan de Koorndijk in Tuitjenhorn; 2. Jan, is schoenmaker, woont in Beverwijk en trouwt met Bet van der Does; zij krijgen elf kinderen. Jans tweede zoon Cornelis gaat onder de naam Den Nijs door het leven en met hem ook zijn nageslacht. Deze Cor nelis (1841-1914), arbeider, trouwt met Maartje Komen en woont vanaf 1886 in Alkmaar. Cornelis en Maartje krijgen vijf zoons: Johannes, Jacobus, Lourens, Cornelis en Pieter den Nijs. Vier van hen hebben het beroep van stukadoor of aanverwant gekozen; zij wonen veelal aan de Akerslaan in Alkmaar. Momenteel bestaat nog steeds het stukadoorsbedrijf Den Nijs in Alkmaar en is uitgegroeid tot een bedrijf met 30 werknemers. Jans zoon Arie (1847-1914), arbeider, woont in Schoorl en trouwt met Trijntje Jonker. Zij krijgen twee kinderen, maar geen kleinkinderen. 86

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 88