Wie was Jan Stuyt Aan de Dorpsstraat in Castricum staan vier markante gebouwen die ontworpen zijn door de architect Jan Stuyt (1868-1934). Het zijn het oude raadhuis, de R.-K. Pancratiuskerk met de pastorie en het voorma lige zusterhuis, eerder verzorgingstehuis 'De Hooghe Aert'. De gebouwen dateren uit de periode 1909- 1911. Stuyt was een echte Noord-Hollander, geboren in Purmerend, zoon van een logementhouder. Een man die zijn vak helemaal in de praktijk heeft geleerd. Eerst als tekenaar/opzichter, daarna als architect (sa men met Jos Cuypers, de zoon van de bekende Pierre Cuypers) en uiteindelijk als zelfstandig architect. In Noord-Holland kom je zijn werk op vele plaatsen tegen. In onze omgeving onder andere de raadhui zen van Heemskerk, Heemstede en Purmerend, de beide kapellen van het Bedevaartsoord O.L. Vrouw ter Nood, de Willibrorduskerk in Heiloo, de kerk in Egmond aan den Hoef, het voormalige St. Elisabeth- ziekenhuis in Alkmaar en het seminarie Hageveld in Heemstede. Bij het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) in Rotterdam neemt het archiefmateriaal over deze ar chitect 87 meter in beslag. Zijn oeuvre is zeer geva rieerd en uitgebreid. Zo heeft hij bijvoorbeeld tien tallen kerken gebouwd, maar ook zo'n 3000 wonin gen voor de mijnwerkers, vele villa's, ziekenhuizen, scholen, raadhuizen, bankgebouwen, kloosters etc. Zijn jonge jaren Jan Stuyt kwam uit een groot gezin, wat in die tijd, wij hebben het over de 19e eeuw, heel gewoon was. Zijn va der Cornelis Stuyt, geboren in 1833, was logementhou der, koopman en lid van de gemeenteraad van Purmerend. Zijn moeder Maria Beusekom, geboren in 1837, was huis vrouw. Op 21 augustus 1868 werd Johannes (ofwel Jan) geboren als tweede zoon, nadat er eerst zes dochters wa ren geboren. Het gezin zou uiteindelijk uitgroeien tot 13 kinderen, waarvan vier jongens. Jans jongste broer Jacobus Stuyt was notaris in Castricum van 1926 tot zijn overlijden in 1938. Hij werd begraven op het kerkhof bij de Pancratiuskerk. Op de lagere school van Monsieur Berkenhof - het was een zogenaamde Franse school voor de betere stand - valt Jan op door zijn artistieke begaafdheid. Op initiatief van de hoofdonderwijzer en na vooroefening bij architect Van den Aardweg, kon Stuyt op 14-jarige leeftijd aan de slag bij het bureau van de bouwmeester A.C. Bleijs te Amster dam. Daar was destijds volop werk: met de Sint-Nicolaas- De buitengewoon werklustige Jan Stuyt aan zijn bureau. kerk aan de Prins Hendrikkade was juist een begin ge maakt. Stuyt verlaat tijdelijk het ouderlijk huis en gaat in Amsterdam wonen. Gedurende acht jaar tekende hij daar in hoofdzaak, maar voor kleine werken mocht hij opzich ter zijn. Voor die opleidingstijd bij Bleijs (1842-1912), die hij zeer waardeerde als bouwmeester, is Jan Stuyt altijd zeer dankbaar geweest, hetgeen ook wel blijkt uit het In Memoriam dat hij schreef in het blad Architectura. Jan Stuyt werkzaam bij Pierre Cuypers In 1891 ging hij als tekenaar bij de grote architect Pierre Cuypers (1827-1921) en zijn zoon Jos (1861-1949) wer ken. De restauratie van het kasteel De Haar en van talrijke andere monumenten bood Stuyt een nieuw studieterrein. Van het restauratiewerk van kasteel De Haar heeft hij tal loze aquarellen gemaakt. De Maatschappij ter Bevordering der Bouwkunst schreef vanwege haar 50-jarig bestaan in 1891 een prijsvraag uit voor het ontwerp van een 'vorstelijk verblijf'; een soort paleis dus. Het ontwerp van Stuyt vertoonde grote over eenkomst met de opzet van Cuypers Rijksmuseum en het Centraal Station van Amsterdam, hetgeen wijst op een grote waardering van de jonge tekenaar voor de vermaar de oude meester van onze Nederlandse architectuur. Hij kreeg voor zijn ontwerp de 3e prijs. Vervolgens verzocht Stuyt om ergens opzichter te mogen worden om op die manier ook de praktijk van het bou wen beter te leren kennen. In 1893 werd hij naar Enschede gezonden om de bouw van de St. Josephkerk te begelei den. Daar leerde Jan Stuyt Dr. Alphons Ariëns kennen, de kapelaan die opkwam voor verbetering van de levensom standigheden van arme textielarbeiders. Door Ariëns, die 75

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 77