Dorpsstraat 62A (nu Rabobank) Al op de oudste kadasterkaart van 1822 zien we naast De Rustende Jager, op de hoek met de Toren straat, een smal, direct aan de weg gelegen gebouw. Dit hoorde bij De Rustende Jager. Het was een doorrijstal, van oudsher een voor ziening voor het toen nog gebrui kelijke wegvervoer per paard en wagen. Daar werden de paarden verzorgd en gewisseld, terwijl de koetsier en zijn passagiers zich in het naastgelegen café konden verpozen. Een kadasterkaart uit 1872 toont nog een onveranderd beeld. In 1891 blijkt er echter een uitbreiding te hebben plaatsgevon den. Het oude pand is op de kaart nog wel herkenbaar, maar er is een tweede pand aangebouwd, een situatie die lang heeft bestaan en waarvoor zelfs de kadasterkaart uit 1963 nog representa tief is. Van deze extra ruimte weten we, dat ze aanvanke lijk werd benut als een soort stalling voor rijtuigen, wat er mee te maken had dat de toenmalige eigenaar Jan Koop man, naast herbergier van De Rustende Jager, ook zijn oorspronkelijke vak van wagenmaker bleef uitoefenen. Hiertoe had hij al in 1877 aan de overkant op ongeveer de plek van 't Eethuysje' een wagenmakerij in gebruik ge nomen. Vanaf 1925 behoorde de rijtuigstalling niet meer tot De Rustende Jager, door verkoop aan Jacobus de Nijs, die de ruimte al weer in 1926 doorverkocht aan Matthijs Olgers, een veelzijdig man. Hij was onder andere cafébaas en win kelier in de Burg. Mooijstraat en exploi tant van autobus- en bodediensten. Ol gers richtte de voormalige rijtuigstalling in als garage voor zijn autobussen en vrachtwagens en begon er ook een soort uitdragerswinkel, nadat zijn pand in de Burg. Mooijstraat in 1926 was gesloopt. In 1934 kwam de garage in handen van touringcarbedrijf De Zeemeeuw, met als eigenaar Jacobus Fontijn, die in hetzelf de jaar ook het garagebedrijf van Anton Gorter aan de Dorpsstraat 39 kocht. De Zeemeeuw kreeg grote bekendheid door zijn busdienst vanaf het station Castri- cum naar het strand, waaraan een einde kwam tijdens de Duitse bezetting. De oude doorrijstal werd omstreeks 1920 in gebruik genomen door de zoge naamde Vrije Veiling, een tweede vei lingbedrijf in ons dorp, naast de veiling van de Coöperatieve Tuinbouwvereni- ging Ons Belang. Na de oorlog werd de voormalige doorrijstal door Libert Eggers, de toenmalige eigenaar van De Rustende Jager, in drie gedeelten verhuurd. Dat gebeurde aan respectievelijk de brandweer (voor stalling van de motorspuit), aan de bekende dorpsstraatbewoner en fietsenhandelaar Piet Ei kel (voor de opslag van fietsen) en aan Nic Groot, die er ijssalon De Toekomst begon. Het garagegedeelte aan de kant van de Torenstraat schijnt nog geruime tijd een winkeltje te hebben gekend, moge lijk nog daterend uit de tijd van Olgers, waar onder andere Piet Deen zelfgemaakte sigaren verkocht. In 1958 was de beschadiging van het pand door een bin nenrijdende vrachtwagen een goede aanleiding om het 73 ;7.v.w;: De voormalige doorrijstal van De Rustende Jager omstreeks 1930, hier in gebruik door de Vrije Veiling. Links Bernard Res, een der oprichters van deze veiling. IJssalon De Toekomst, die van kort na de oorlog tot in de vijftiger jaren in de voormalige doorrijstal gevestigd was.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 75