De nieuwe De Rustende Jager heeft nog geen 65 jaar bestaan, want in 1973 verkocht Endstra zijn bedrijf aan de Rabobank, die reeds geruime tijd kantoor hield in het naastgelegen pand op Dorpsstraat 60, dat we hiervoor be spraken. Er was nog hoop dat De Rustende Jager na de nodige aanpassingen als bankkantoor zou kunnen blijven bestaan, maar dit bleek een illusie. Er werden nog wel ac ties gevoerd tot behoud van het karakteristieke pand, maar in oktober 1976 viel het ten prooi aan de slopershamer. In 1977 werd het nieuwe kantoor van de Rabobank, dat thans nog dit gedeelte van de Doipsstraat domineert, geopend. meer goed uit de voeten kon, wat mede toe te schrijven was aan de explosieve groei van Castricum, door onder andere de komst van Duin- en Bosch. De vernieuwingsdrang, die vanaf 1910 om zich heen greep met de bouw van een nieuwe Pancratiuskerk en een nieuw raadhuis, werd door Johannes Koopman ge volgd met de bouw van een nieuwe De Rus tende Jager met de bekende trapgevel. Er kwam nu ook een toneelzaal, wat een impuls gaf aan vele nieuwe activiteiten. Het als ho tel-pension-café-restaurant aangeduide pand kende sindsdien verschillende eigenaren, die allen verbouwingen en aanpassingen door voerden, hoewel die van beperkte invloed op het uiterlijk van het pand waren. De laatste eigenaar van De Rustende Jager was Jan Endstra, die het in 1969 kocht van Libert Eggers. Ook onder Endstra wer den nog veranderingen doorgevoerd. Zo scheidde hij van het oorspronkelijke café een gedeelte af om er een slijterij te beginnen met ingang aan de Dorpsstraat en verplaatste de ingang van het café naar de oostkant. Ook werd het interieur opgeknapt. De Rustende Jager, zoals veel Castricummers die hebben gekend, kort na de bouw in 1910-1911(onder) De Rustende Jager omstreeks 1900. 72 Het moderne pand van de huidige Rabobank, Dorpsstraat 62. 'Logement. Stalhoudery. Café-Restaurant en Speeltuir „De Rustende Jager Tclcf. latere.'Ho. 4. Vele Kamers disponibel. J. B. Koopman. Castricum

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 74