1832 in Oude Niedorp, een grof- en hoefsmid, die stamde
uit een familie van smeden en die in het jaar van aankoop
van het pand was gehuwd met Maartje Brakenhoff.
Klaas Smit heeft er relatief lang gewoond en zijn beroep
uitgeoefend. Zijn acht kinderen werden allen in Castricum
geboren. Het gezin werd in november 1898 zwaar getrof
fen door het kort na elkaar overlijden van de 34-jarige Si
mon Smit en 27-jarige Gerardus Smit, naar verluidt als ge
volg van een toen heersende influenza-epidemie. Beiden
werkten in de smederij van hun vader, die er toen alleen
voor kwam te staan en dus wel hulp kon gebruiken. In
1899 nam hij de toen 20-jarige Cor Peperkamp in dienst,
die later de smederij zou overnemen en voortzetten.
In 1906 hield Klaas Smit, inmiddels 73 jaar, het voor ge
zien en vertrok met zijn echtgenote naar Haarlem, waar
68
Cor Peperkamp groeide uit tot een po
pulaire en kleurrijke Castricumse per
soonlijkheid. Behalve als smid stond hij
bekend om zijn vele nevenactiviteiten,
waaronder bestuurslid van verschillen
de verenigingen, vrijwel vaste getuige
bij geboorteaangiften, ceremoniemees
ter bij allerlei festiviteiten en plechtig
heden en vooral ook als humorist en
grappenmaker. Voor wie meer wil weten
over deze welhaast legendarische Cas-
tricummer, verwijzen we naar het artikel 'Wie was...Cor
Peperkamp', 15e jaarboek van Oud-Castricum (1992),
geschreven door zijn kleindochter Catharina Peperkamp.
Een foto uit 1911 toont smid Peperkamp temidden van een
aantal personen poserend voor zijn woonhuis annex sme
derij en zo te zien is het uiterlijk van het pand, in de vier
jaar na de aankoop, niet veranderd.
Het gezin van Cor Peperkamp en Trijntje Berkhout tel
de zeven kinderen, waarvan er een jong overleed. Twee
zoons, Cor en Frans Peperkamp, werkten in de smederij
van hun vader.
Door de maatschappelijke ontwikkelingen onderging de
aard van het smidswerk veranderingen, die aan Peper
kamp niet voorbij gingen en die aanleiding gaven tot een
drastische verbouwing van het pand in 1935, waardoor de
verkoop en reparatie van fietsen op het programma kon
worden gezet. Na het overlijden van Cor Peperkamp in
1952 zetten zijn zoons Frans en Cor het bedrijf voort,
waarbij Cor de eigenaar werd van het winkelgedeelte met
een haarden- en kachelzaak en Frans de voortzetting van
de smederij voor zijn rekening nam.
In 1964 kwam er een einde aan de smederij. Cor Peper
kamp jr. trok zich uit de zaak terug om te gaan werken als
buschauffeur en zijn echtgenote Femmetje Bruinenberg
begon op Dorpsstraat 58 een stomerij, als depothoud-
ster van Stomerij Krom. In 1968 kwam na echtscheiding
Dorpsstraat 58 in handen van Femmetje.
De stomerij heeft 11 jaar bestaan, tot 1975. Het pand heeft
daarna te huur gestaan tot 1979, in welk jaar het werd
afgebroken om plaats te maken voor een veel kolossaler
pand met een winkelbedrijf en koopappartementen. Voor
deze nieuwbouw werd ook het hierna te bespreken pand
Dorpsstraat 60 gesloopt. In 1982 opende Jan Res er de
'doe-het-zelf'zaak Handy House, die na aansluiting bij
een landelijke keten omgedoopt werd in Doeland. In 1990
nam zijn zoon Paul Res de zaak over. Nog niet zo lang
hij in 1910 overleed. De smederij en
toebehoren verkocht hij in 1907 aan
zijn knecht Cor Peperkamp, die enkele
maanden eerder in Uitgeest was ge
huwd met Trijntje Berkhout en bij de
aankoop financieel gesteund werd door
zijn schoonvader Mattheus Berkhout.
Cor Peperkamp stamde evenals zijn
voorganger uit een geslacht van sme
den. Zijn grootvader Jan Peperkamp
was smid in Bergen. Zijn vader Kees
Peperkamp had een smederij op Bon-
kenburg in Uitgeest.
Oploop voor de smederij Peperkamp aan de Rijksstraatweg (later Dorpsstraatin 1911. Met
de hand in de zak smid Cor Peperkamp. Het wiel, waaromheen de smid een ijzeren band zal
smeden, wordt vastgehouden door smidsknecht Piet Dam.
Het pand van Peperkamp, Dorpsstraat 58, na een ingrijpende
verbouwing in 1935. Volgens het opschrijl op de gevel is het nu een
SMEDERIJ RIJWIELHANDEL