I I54g met zijn familie in De Rustende Jager. Hij zal het pand Dorpsstraat 58 hebben verhuurd, zoals met de meeste van zijn panden het geval was. Hij overleed in 1846 en liet veel van zijn bezit na aan zijn zoon Johannes Frederik Rommel (1817-1879), waaronder ook dit pand met toebehoren. Pas op 30 november 1862 krijgen we meer duidelijkheid over de bestemming, als Johannes het pand verkoopt aan Klaas Smit, geboren in m. g; Doorkijk Dorpsstraat ca. 1970 met links achter de auto nog een glimp van Dorpsstraat 54/56 elektronicazaakzie het vorige artikel) en vervolgens de panden Dorpsstraat 58 (stomerij). Dorpsstraat 60 (Raijfeisenbank) en Dorpsstraat 62 (De Rustende Jager), die nu worden besproken. Gedeelte van een kadasterkaart uit 1882, waarin ingekleurd de panden van bespreking. Het aan de weg gelegen oorspronkelijke pandje uit 1822 (met nu kadasternummer 1218) is qua vorm nog te onderkennen, maar de achterzijde toont een duidelijke aanbouw, die ongetwijfeld met de smederij te maken had en ook een losstaande schuur, die waarschijnlijk behoorde bij het naastgelegen pand. De smederij van Klaas Smit aan de Rijksstraatweg (later Dorpsstraat) omstreeks 1900. Met fiets knecht Cor Peperkamp. Rechts Klaas Smit, echtgenote Maartje Brakenhojf en dochter Agatha Smit. Achter het pand bevond zich een loods voor ijzeropslag.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 69