De Castricumse gymnastiekverenigingen gymnastiek doen. Omdat vrijwel alle katholieke jon geren lid waren van het patronaat, liep het ledental bij Kracht en Vlugheid zo sterk terug, dat de vereni ging tenslotte werd opgeheven. Toen kapelaan Starrenburg in 1922 naar ons dorp kwam, wierp hij zich eerst op als grondlegger van de voetbalvereniging Vitesse'22. Een jaar later stichtte hij met onderwijzer Wouter Koot de 'R.K. gymnas- tiekvereeniging VIOS'(Vooruit Is Ons Streven). Zoals we vaker zagen bij het belichten van de historie van Castricumse clubs, ontstond er ook een openbare vereniging en zag in 1932 de 'Gymnastiekvereni ging DOS' (Door Oefening Sterk) het levenslicht. Geschiedenis van de gymnastiek Lichaamsoefeningen zijn altijd al voorgekomen. Oorspronkelijk waren daar drie motieven voor: reli gieus gebruik, strijd om het bestaan en wapen in de strijd. Later werden deze oefeningen ook gedaan om de gezondheid op peil te houden, of voor bezinning en natuurlijk voor het plezier. De eerste gymnastieklessen vonden rond 1800 in Duitsland plaats onder leiding van Friedrich Ludwig Jahn. Hij richtte spoedig in Berlijn de eerste vereni ging op. Zijn landgenoot Spiez heeft gymnastiek ge schikt gemaakt voor scholen. Bij ons is lichamelijke oefening in het onderwijs langzaam ontstaan. Het doel was vooral om de lange lesuren te onderbreken. Hoewel gymnastiek en turnen soms als synoniemen worden gebruikt, is het toch niet hetzelfde. Het be- In Castricum wordt gymnastiek sinds 1919 in ver enigingsverband beoefend. Ons dorp liep daarin niet voorop, want in omliggende gemeenten kon men al Janus Hopman richtte de eerste gymnastiekvereniging in Castricum op. veel eerder bij een club terecht. Het was te danken aan de Egmonder Janus Hopman (1891-1976) dat er ook hier een vereniging kwam. Hij was een zeer goede gymnast en trainer. Nadat Janus in 1914 bij aannemer Toon Borst ging werken en in 1918 trouw de met de Castricumse Antje Zonneveld, richtte hij een jaar later de neutrale vereniging 'Kracht en Vlug heid' op. In de zaal van café Van Benthem (later café Roozendaal en d'Oude Schimmel) gaf hij les aan vele jongens en mannen, want van een gemengde vereniging was in die tijd zeker nog geen sprake. Na overleg met pastoor Engering werd de vereniging rooms-katholiek, waartegen de niet-katholieken geen bezwaar hadden. De eerste geestelijk adviseur was kapelaan Van Diest. De Katholieke Jeugdorganisatie (het jongenspatronaat) ging in die tijd echter ook aan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 39