tingen veel vijanden, ook bij zijn superieuren. Zijn ambts
uitoefening in Castricum levert hem een officiële waar
schuwing op van de minister op verzoek van de commissa
ris der Koningin van Noord-Holland, die overigens erkent
dat Sloet weliswaar voor de gemeente veel heeft bereikt,
maar hem een onmogelijke man vindt. Sloet is eigenlijk
niet te handhaven. In december 1940 is er een voorstel van
de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken om hem te
ontslaan. Sloet is inmiddels lid geworden van de NSB en
rekent erop onder die bescherming burgemeester te kun
nen blijven. Het voorstel om hem te ontslaan wordt dan
ook door de Duitse autoriteit afgewezen.
Als waarnemend burgemeester wordt hij per 5 decem
ber 1941 opgevolgd door R. de Vries. Deze voormalige
textielagent is meer rechtuit, maar in zijn felheid voor de
NSB en aanverwante organisaties vergelijkbaar met Sloet.
Hij tracht met zijn reizigerstactiek en praatjes de gemeen
tenaren over te halen om lid te worden van de NSB en
Winterhulp, echter zonder succes. Twee maanden na zijn
komst wordt De Vries door de 'Rijkscommissaris voor de
Bezette Nederlandse Gebieden' benoemd tot burgemees
ter van Texel.
Zijn opvolger in Castricum wordt de toenmalige burge
meester van Heemskerk W.M.J.A. Vreugde. Opnieuw een
partijman, die als een slappe figuur wordt gekenschetst, in
Castricum niet veel verkeerde dingen heeft gedaan en veel
aan zijn ambtenaren overlaat. Volgens een artikel in Strijd
pleegt hij fraude te Heemskerk met Winterhulpgelden en
komt in de gevangenis terecht, aan de gevolgen waarvan
hij is overleden.
Als opvolger wordt per 30 juni 1942 als burgemeester be
noemd W.J. Masdorp, voordien bankbediende en verze
keringsagent in Den Haag, waar hij ook lid was van de
NSB Masdorp blijkt al spoedig een vurig propagandist
te zijn voor de NSB, Winterhulp, Rechtsfront en derge
lijke. Tijdens de periode Masdorp vinden de evacuaties
en het slopen van huizen plaats. Bij zijn veroordeling na
de bevrijding zijn er ook positieve verklaringen over het
functioneren van Masdorp. Zo zou hij het slopen zoveel
mogelijk hebben beperkt en waren er in Castricum nooit
razzia's geweest, zoals die wel hebben plaatsgevonden in
Limmen en Egmond.
Op 16-1-1942 wordt L.H.J. Westerop benoemd tot wet
houder. Westerop is gemeente-opzichter le klasse, hoofd
van de dienst bouw- en woningtoezicht in Castricum en
lid van de NSB Na zijn benoeming krijgt hij de portefeuil
le openbare werken. Een jaar later wordt de combinatie
wethouder en ambtenaar door het provinciaal bestuur niet
toelaatbaar geacht. Hij wordt voor de keuze gesteld of als
wethouder aan te blijven of als ambtenaar, maar dan als
directeur gemeentewerken. Westerop kiest voor het laatste
en dient een verzoek in voor eervol ontslag als wethouder
op 25-1-1943. Dit wordt hem op 30-3-1943 verleend. Als
zijn opvolger wordt op 20-12-1943 Petrus C.W. (Piet) de
Wildt benoemd.
Op 24-8-1944 dient F. Turkstra een verzoek in tot ont
slag als wethouder; al eerder heeft hij zijn lidmaatschap
van de NSB neergelegd en in het verlengde hiervan wil
hij ook zijn overige functies neerleggen: als waarnemend
burgemeester, wethouder en wijkleider der Nederlandse
Volksdienst. Toestemming van het provinciaal bestuur tot
ontslagverlening volgt op 24-1-1945. De burgemeester
verleent dit ontslag al met ingang van 1-9-1944, omdat
volgens hem Turkstra sinds 24-8-1944 niet meer als wet
houder actief is geweest.
Piet de Wildt vraagt op 24-2-1945 om verlening van zijn
ontslag als wethouder, omdat hij niet wil voldoen aan de
voorwaarden, die de burgemeester stelt aan het wethou
dersambt.
Ontwikkelingen in deze raadsperiode
Op 1 januari 1941 telt Castricum 8412 inwoners. Door
de evacuatie en afbraak van 267 panden is het aantal
inwoners enorm teruggelopen: op 1 januari 1944 telt
Castricum nog maar 3009 inwoners.
In 1941 wordt het Nieuwsblad voor Castricum verbo
den.
Dominee Seulijn overlijdt plotseling op 27 november
1942 bij zijn gedwongen vertrek uit zijn woning.
Uit represaille worden in 1943 door de Duitsers drie
huizen aan de Pernéstraat in brand gestoken, evenals
de boerderij van Cornelis Groen aan de Kerkedijk.
Het distributiekantoor gaat in vlammen op, de centra
le keuken wordt in bedrijf genomen en de verzetsman
dokter Leenaers overlijdt (1944).
Tweemaal tien gevangenen worden langs de provinci
ale weg gefusilleerd (1945).
Einde van de oorlog
Onmiddellijk na het einde van de oorlog wordt Masdorp
uit zijn ambt ontslagen en gevangen genomen. Op 9 mei
1945 wordt als waarnemend burgemeester benoemd de
heer J.J. Nieuwenhuijsen, die al sinds 1912 burgemeester
van Limmen was.
Waarnemend burgemeester J.J. Nieuwenhuijsen richt in
een brief van 18 mei 1945 een verzoek aan de personen
die op 10-5-1940 als wethouder in functie waren om we
derom hun functie te aanvaarden. Dit geldt alleen voor
29
De installatie van de heer WJ. Masdorp tot burgemeester van
Castricum op 30 juni 1942 door de 'commissaris der provincie'mr.
AJ. Backer. Dit vond plaats in de raadszaal van het gemeentehuis.