De ouders van Piet, Jaap Stuifbergen en Hendrika Emke, woonden vanaf 1921 aan de Kramersweg, hoek Onder- langs. Daar hadden ze een winkeltje waar je wat levens middelen kon kopen, maar het was vooral bekend als 'cent van het blad'-winkeltje. Kinderen konden daar hun snoepcentjes besteden als ze op de Papenberg gingen spe len. "Het stelde niet veel voor, het was 'bittere rijst' vroeger, heel bitter. Mijn vader was eerst bij tuinder Piet Heere aan het werk. Daarvandaan ging hij naar een fabriek in de Zaan en naderhand is hij met het winkeltje begonnen en met het bezorgen van kranten. Ik hielp vanaf school op het land. Nu ben ik nog de enige overlevende van elf kinderen. De bijnaam van deze familie Stuifbergen was 'Kluit'. Er waren zelfs Castricummers die De Duinkant ook wel de 'Kluitenbuurt' noemden. Jaap was aan die naam gekomen, toen hij zich liet ontvallen dat hij gek was op meelpap, waar vaak kluitjes in dobberen. Voor zijn winkeltje aan de Kramersweg begon het Slin gerpad en opzij van het huis kon je het Onderlangs op en liep je langs de tuinderijen in de richting van de Beverwij kerstraatweg. Halverwege passeerde je nog een paar vrij moderne woningen in vergelijking met de meeste kleine lage stulpjes. Piet Stuifbergen kan zich de situatie nog goed herinneren, al zijn er weinig aanknopingspunten meer. "Als ik daar loop kan ik nog precies aanwijzen waar alles was. Dan zie ik alles weer voor me. Als ik op de begraafplaats ben, dan weet ik dat het urntje van mijn zoon Jaap precies in de zij tuin van mevrouw Temper staat. Achter de woningen van mevrouw Temper, Kerkhof en Glorie, waar nu de zuidzijde van de begraafplaats is, liep een pad omhoog naar wat ze vroeger 'het Vliegenduintjenoemden. Daarvandaan kon je gewoon naar Kijk Uit en de Helmweg en verder naar zee lopen. Er stond vroeger geen draad om of wat anders. Iedereen kon vrij het duin inlopen. Het wemelde van de konijnen en de fazanten. De mensen die in het duin land hadden, konden makkelijk zorgen voor een konijntje of een dingetje in de pot. Toen de provincie het duin in 1934 heeft gekocht, stond er bij iedere opgang een bordje 'verboden toegang'. Ze maakten een hek langs de duinen en zelfs hebben ze nog eens een slagboom gehad op de weg naar Kijk Uit. Daar zat Weenk voor de eerste keer bij toen dat hek klaar was. Een wandelkaart kostte een dubbeltje. De mensen mopperden wat af want ze waren gewend zo dat duin in te lopen. Ziekenbarak Omstreeks 1875 kwam de familie Van der Himst naar Cas- tricum om te werken aan de afgravingen. De gebroeders Piet en Teeuw (Mattheus) woonden eerst met z'n tweeën in een bouwkeet en verzorgden zelf hun eten en drinken. Later kregen zij kennis aan de gezusters Kneppel. Zij trouwden met hen en gingen aan de Kramersweg wonen. Toen het afgraven op de Zanderij gebeurd was, hadden ze het erg arm. In de zomer werkten zij bij de tuinders en boeren op het land, maar in de winter verdienden ze geen droog stuk brood. Zij begonnen toen beiden een petrole- umhandel. Piet ventte olie in Castricum, Limmen en Uit geest, Teeuw in Heemskerk en Beverwijk. Het gebeurde verschillende keren dat ze zonder eten van huis gingen en eerst wat olie moesten verkopen, voordat ze brood konden kopen. Afzanding Voor de aanleg van de (op 1 mei 1867 geopende) spoorlijn was veel zand nodig en daarom hebben in Castricum grootscheepse afzandingen plaatsgevon-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2010 | | pagina 11