De Castricumse familie Steeman In dit jaarboek wordt aandacht besteed aan de geschiede nis en de stamboom van de Castricumse familie Steeman. De oudstbekende voorvader is ene Reijer Steeman. Eigen lijk weten we van hem alleen met zekerheid zijn voor naam vanwege zijn zoon, die zich Jan Reijerszoon noemt. Reijer is overleden vóór 1738, omdat in dat jaar te Graft zijn weduwe Grietje Cornelis hertrouwt. Bij dit huwelijk woont Grietje in de omgeving van Spijkerboor. Jan Reijerszoon in de Grootschermer Jan Reijerszoon trouwt in 1742 met Trijntje Claasdochter Velzerboer. Bij dit huwelijk woonde Jan in de Sapmeer onder Graft. Het echtpaar gaat in het dorpje Grootscher mer wonen en krijgt elf kinderen. Bij de doop zijn er toch enkele opmerkelijke zaken te constateren. De doop van de kinderen staat zowel in het gereformeerde doopboek of het gerechtelijke doopboek van Grootschermer ver meld, als in het doopboek van de rooms-katholieke St.- Bonifatiuskerk in De Rijp. In de doopboeken worden de ouders Jan Reijersz Over en Trijntje Claasdr. Velzerboer genoemd. Ze behoren niet tot dezelfde godsdienst, want Jan is gereformeerd en Trijntje rooms-katholiek; ze heb ben hun kinderen in ieders kerk laten dopen. De op hen volgende generaties zijn rooms-katholiek. De achternaam Over vinden we alleen bij de doop van de kinderen. Van de 11 kinderen bereiken er vijf de vol wassen leeftijd en gebruiken verder de naam Steeman als achternaam. Ook Jan Reijerszoon zelf staat als Steeman bekend in de periode dat hij watermolenaar is op de Noor dermolen in de Groot-Limmerpolder. Jan Reijerszoon Steeman, watermolenaar in de Limmerpolder Onbekend is wanneer en waar Jan Reijerszoon Steeman is overleden. Dat blijkt een probleem voor zijn kleindochter Elisabeth Steeman, die in 1820 in Bergen wil trouwen met Joost Pieterszoon de Jong. Voor dit huwelijk heeft zij of ficieel toestemming nodig van haar ouders en omdat die reeds zijn overleden, moet de toestemming worden gege ven door de grootouders, tenzij ze kan aantonen dat ook die zijn overleden. Voor dat doel zijn op haar verzoek op 20 januari 1820 voor de vrederechter (lijkt op kantonrech ter) te Alkmaar verschenen Albert Kleef, zonder beroep, oud 77 jaar, Thijs Dekker, koopman, oud 62 jaar, Wulbert Mooij, landbouwer, oud 58 jaar en Jacob Winder, arbei- De Noordermolen in de Groot-Limmerpolder. 79

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2009 | | pagina 81