Slingerpad woonde Grote Jan Brakenhoff. Het was zo'n
barbaars figuur. Daar waren we allemaal doodsbang van.
Daar had je zijn tuindershuis en dan keek je of ie er niet
was en dan sloop je achter het huisje om. Hij stond ook
achterin de kerk met zo'n rooie band om, waarop stond
'Eerbied in Gods Huis'. Nou dan hield je je wel stil.
Stuifbergen had aan de Kramersweg een primitief winkel
tje, voor een paar klanten maar. Het tuinderijtje 'De Pa-
penberg' dat was een pracht spulletje. Alles afgebroken.
Jammer, jammer. Piet van Duin en Nelis Stolk van de ra
diodistributie woonden er. Het hele dorp was aangeslo
ten.
Het trammetje reed door het dorp. Ik zie het nog voor
me. 'Stofie' noemden we het locomotielje, het was zo'n
vierkant gevalletje. Hij stopte bij café Van Benthem in de
bocht van de Dorpsstraat. Ik was nogal een kwajongen. Ik
had zo'n ouwe teil en die bond ik met een eind touw achter
de tram. Zo ging ie door het dorp.
Zelf ging je nooit met de tram mee. Je kwam nergens. Je
woonde in het dorp en je bleef in het dorp. Als je naar Alk
maar ging dan ging je echt uit. Als je een nieuw pak ging
halen met moeder dan ging je met de tram naar Alkmaar.
Dat was een hele belevenis.
De Harmonie
Mijn vader en moeder, Pieter Schotvanger en Anna Bis
schop, waren hele goede mensen. Mijn moeder kwam uit
een goeie boerenstand. Mijn vader kwam ook uit een goe
de familie. De ouders van mijn vader, Jacob Schotvanger
en Grietje Kuijs, waren ook boer.
Het moeten rijke mensen geweest zijn. De zuster van mijn
vader, tante Jans, kreeg een boerderij met koeien, die stond
op de hoek van de Geelvinckstraat, waar nu een slagerij
zit. Er lag een weiland tussen het café en de boerderij. We
konden zo over en weer lopen. Tijdens de kermis werd
er altijd wat gebouwd, een draaimolen of iets dergelijks.
De draaimolen was van Braak uit Egmond. Er liep een
paardje in.
Mijn grootvader heeft voor mijn vader in 1909 het café De
Harmonie laten bouwen, met een toneelzaal en met coulis
sen, alles compleet.
Mijn vader was van oorsprong bakker. Op de Overtoom
had je een bakkerij tussen het huis van de dominee en het
armenhuis. Daar is hij begonnen, geloof ik. Mijn moeder
werkte veel in de zaak. Mijn vader was een volbloed jager
en hij trok zich weinig aan van het café. Moeder stond
achter het buffet. Ze kookte ook als er hotelgasten waren,
maar die waren er niet veel toentertijd. Het was gewoon
een café. Het was geen drukke zaak. Onder andere Piet
Kuijs en meneer Winkeler van de Castricummer krant
kwamen daar vaak een borreltje halen. De mannen gin
gen allemaal naar het café. Dat is niet meer zo. Ik heb er
genoeg meegemaakt die, als ze geld hadden gekregen, dat
meteen in het café opmaakten.
Met kermissen trad het duo Groot er op. Ze zongen liede
ren waar ik helemaal niet van hield.
De kermis van vroeger is niet te vergelijken met tegen
woordig. Een heel andere tijd. Met Sinterklaas werden er
spelletjes gedaan in de bakkerijen, dat noemde je 'smak
ken'. Een draaibord met dobbelstenen en dan kon je prij
zen winnen.
Ik was geen kermisklant.
Ik hield wel van klas
sieke muziek Het was
niet zozeer een dansca
fé. Je kon er een biertje
drinken en een gesprek
voeren. Iets eenvoudigs
eten kon ook wel, maar
het was geen restaurant.
Boven waren een paar
hotelkamers.
In de grote zaal werd
ook aan de schietsport
gedaan. Ze schoten
met luchtbuksen op
een ronde schijf. Mijn
vader is nog voorzitter
geweest van de schiet
vereniging.
Mijn vader was geen
slechte man, maar hij
leefde zomaar voor de voet op; hij was erg makkelijk en
heeft wel van het leven genoten. Hij heeft geleefd zoals ie
zelf wou. Het was een echte jager. Hij had mooie wapens.
Hij had ook jachtvrienden in Amsterdam. Ze kwamen uit
een goede stand. Ze jaagden in de duinen en in de polder op
de hazenjacht en in het duin op de konijnenjacht. We heb
ben altijd veel wild gegeten vroeger en dat was heerlijk.
Anna Schotvanger-Bisschop 1880-1938).
Het café-restaurant De Harmonie, hoek Burgemeester Mooijstraat
en Stationsweg, is nu ook 100 jaar oud.
72