in Castricum. Zijn nalatenschap werd in augustus 1918 door vier erfgenamen, allen tuinder te Cas tricum, verkocht aan Hendricus Franciscus Koek, een vishande laar te Beverwijk. Iets meer dan een jaar later, in september 1919, verkocht Koek zijn bezittingen alweer aan de gebroeders Albert en Gerrit Hogenstijn, groente kwekers te Castricum. De latere bewoners troffen in de keuken een grote marmeren plaat aan, die kennelijk bedoeld was voor het schoonmaken van vis. In het pand met nog steeds kadaster nummer 1745, later Dorpsstraat 56, begonnen de gebroeders Ho genstijn en hun moeder Marijtje Ineke, weduwe van de in 1915 overleden tuinder Jan Hogenstijn, een groente- en comestibleszaak. Marijtje was een kleindochter van de eerdergenoemde Doris Ineke. In het andere aangekochte pand, het latere Dorpsstraat 54, woonde een bekende Castricumse schoenmaker, Johannes Schaap, die het pand kennelijk gehuurd had van de familie Kehl, want hij wordt nergens als eigenaar genoemd. Toen hij met zijn nering vertrok naar een huisje tegenover de r.-k. kerk, kon de familie Hogenstijn dit pand in gebruik nemen als woonhuis. Albert Hogenstijn nam de verkoop in de winkel voor zijn rekening en Gerrit startte een venterswijk met paard en wagen en reed tevens producten van tuinders in Castricum en Bakkum naar de markt. Foto uit 1919 met links de winkel van de familie Hogenstijn. De foto is mogelijk genomen ter gele genheid van de opening van de winkel die in dat jaar plaatsvond. De personen voor de winkel zijn waarschijnlijk Marijtje Hogenstijn-Ineke met drie van haar zonen. Een ijscoman kwam de feest vreugde verhogen. Wat de naam Hogenstijn betreft is het opmerkelijk dat in opschriften op de winkel, in advertenties en zelfs in no tariële akten, de spelling Hogensteijn wordt gehanteerd. Marijtje Hogenstijn, een nog in Castricum woonachtige dochter van Gerrit, verschafte ons veel informatie over haar familie en merkte over de spellingskwestie het vol gende op: De zonen van Jan Hogenstijn en Marijtje Ineke schreven hun naam als Hogensteijn. Tot mijn 15e jaar wist ik niet beter of ik heette zo. Pas bij de invoering van het persoonsbewijs in de oorlog merkte ik dat de naam offici eel alleen met een lange ij werd geschreven in plaats van eij. Toen ik mijn vader Gerrit) hiernaar vroeg zei hij dat in zijn jongenstijd broer Dirk dat had bedacht. Hij vond dat namelijk iets deftiger staan. In 1925 trouwde de inmiddels 26-jarige Gerrit Hogenstijn met Maria ten Wolde en dat vormde de aanleiding om van het adres Dorpsstraat 54 te verhuizen naar de Beverwij kerstraatweg. Weliswaar zette hij daar zijn werkzaamhe den als vrachtrijder en uitventer van groente voort, maar wat de groentewinkel betreft kocht hij zich in juli 1925 uit. Albert Hogenstijn en zijn moeder bleven wonen en werken op Dorpsstraat 54-56. In 1930 werden beide panden ver enigd, wat een kwestie was van interne verbouwing. Niet lang daarna nam de geschiedenis weer een wending, die Albert Hogenstijn in 1926 voor zijn winkelpand Dorpsstraat 56. 69

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2009 | | pagina 71