2 tempo op om te resulteren in de situatie die op een kaart uit 1891 is aangegeven. Ten opzichte van 1882 is de situa tie aanzienlijk veranderd. Nr. 1687, waarschijnlijk de bak kerij, blijkt aanzienlijk vergroot en er zijn enkele kleine panden naast gebouwd op ongeveer de plaats van de latere panden Dorpsstraat 54/56, waarop we in het vervolg nog terugkomen. Over het bakkersbestaan van Otto Kehl weten we verder weinig. Er zijn geen getuigenissen, maar opvallend is dat hij op 65-jarige leeftijd nog aan een tweede leven begon als bloemkweker en bloemist elders in de Dorpsstraat. Zijn motieven kennen we niet, maar je kunt je voorstellen De kadasterkaart uit 1882 toont op ongeveer de plek van het inmiddels gesloopte pand Dorps straat 50/52 al een bescheiden bebouwing, met kadasternummer 1156, waar toen was gevestigd bakker Otto Johannes Kehl. Hij kwam in onze artikelenreeks al eerder ter sprake vanwege zijn 'tweede leven' als bloemist en de veronderstelde stichter omstreeks 1892 van de 'boerderij' Dorps straat 11later de bloemisterij van Jan Twisk (zie 27e jaarboek, 2004, blz. 49). Deze Otto Kehl werd in 1827 in Alkmaar geboren, waar hij opgroeide in het gezin van logementhou der Johannes Kehl en Johanna Schaap. Hij kwam in juni 1865 vanuit Alkmaar naar Castricum met zijn echtgenote Aaije Zonjee en zijn vijf in Alk maar geboren kinderen. Op 16 maart 1865 kocht Otto Kehl op een openbare veiling het woonhuis van de erfgenamen van Doris Ineke, die in 1865 was overleden. Het gaat hier om een pand, waar van we de bouw dateren omstreeks 1862. Enkele maanden na de aankoop vestigt Kehl zich met zijn gezin in Castricum. Blijkens de kadasterkaart uit 1882 heeft Otto Kehl enkele verbouwingen al snel na zijn komst doorgevoerd. dat hij toen tijd vond om van zijn hobby zijn beroep te maken. Hij verkocht zijn woonhuis en bakkersbedrijf in 1893 aan zijn toen 36-jarige zoon Nicolaas Kehl, die reeds in het bakkersbedrijf assisteerde. Voor meer bijzonderheden over Jan Mul en de geschiede nis van zijn modezaak verwijzen we naar deel 3 van deze artikelenreeks (28e jaarboek, 2005). Na het plotseling overlijden van Jan Mul in 1998 werd de herenmodezaak voortgezet door Marco van Hall, die reeds enige jaren als medewerker aan de zaak verbonden was en die deze later onder de naam Mull Mode voortzette. Op de plek waar voorheen de eerder besproken supermarkt was gevestigd, realiseerde Marco van Hall een nieuwe zaak. Daarna werd in 2007 het oude pand gesloopt. Dorpsstraat 50/52 Nicolaas en zijn echtgenote Antje Dam zetten dus het bakkersbedrijf van vader voort, maar niet voor lang. Hij volgde het voorbeeld van zijn vader door zich in de teelt van bloembollen te bekwamen. Over de opvallende ver anderingen in de loopbaan van verschillende leden van de familie Kehl, van het bakken van brood naar het kweken van bloemen en bloembollen, valt nog wel meer op te mer ken. Dat wordt onderwerp van een volgend artikel, waarin onder andere de stichting van een bloemenzaak, verderop in de Dorpsstraat (voorloper van de huidige bloemenzaak Cools) ter sprake zal komen. Nicolaas Kehl verkocht een deel van zijn bezittingen, waaronder woon- en winkelhuis met bakkerij volgens een akte van verkoop op 1 november 1902 aan de 28-jarige Hendrik Hemmer uit Tubbergen, in dat jaar in Castricum getrouwd met Jeannette Breijder. Hemmer werd als Cas- tricumse bakker een begrip, mede omdat hij in 1910 een tweede bakkerij opende aan de Ruiterweg, vlak bij de Na de vestiging van Kehl volgden 'verbouwing' en 'bij bouw', om in kadastertermen te spreken, elkaar in snel a Gedeelte van een kadasterkaart uit 1891Van het pand van Klaas Bakker (nr. 1625) lijkt een gedeelte vervallen, hoewel het nog gestip peld is aangegeven. Waarschijnlijk het gevolg van de ontmanteling van het fabrieksgedeeltePerceel 1744 van Otto Kehl toont verbouw en bijbouw ten opzichte van de situatie in 1882. Omstreeks 1930. Hendrik Hemmer (met strohoed) en personeel in de deurope ning van zijn bakkerij aan de Ruiterweg. Rechts zijn zoon Gerard, die hem later zou opvolgen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2009 | | pagina 68