In 1869 huwde zijn 21-jarige
zoon Klaas Bakker, eveneens
timmerman, met Maartje van
Til. Dit huwelijk was voor vader
Cornelis een aanleiding om de
nieuw gestichte timmermans
werkplaats met woongelegen
heid aan zijn zoon te verkopen.
Cornelis Bakker bleef nog jaren
bij het timmerbedrijf betrokken,
want hij verhuisde pas in 1889
naar Beverwijk.
Onder Klaas Bakker groeide het
timmerbedrijf uit tot een kleine
fabriek. Volgens een beschrij
ving in een latere notarisakte,
toen het bedrijf, zoals we zullen
zien, ophield te bestaan, was het
een fabrieksgebouw, ingericht
'tot het fabriceren van houtwer
ken en het malen van granen
met stoom'. Dat laatste klinkt
wat merkwaardig, maar ken
nelijk loonde het om de stoom
kracht - er wordt gesproken over
meerdere stoommachines - voor
verschillende doeleinden te be
nutten. Mogelijk kwam dit bij gevestigde bakkers, zoals
buurman Kehl, die we hierna nog zullen tegenkomen,
goed van pas. Hoewel de stoomtram in Castricum pas in
1897 zijn intrede deed, waaiden er dus al eerder stoom
wolken langs de toenmalige Rijksstraatweg, geproduceerd
door waarschijnlijk de eerste industriële vestiging in Cas
tricum.
Het in 1822 qua bebouwing nog kale gedeelte van de
Dorpsstraat had nu dus een gezicht gekregen, waarvan he
laas geen afbeeldingen bestaan, maar waarvan een kadas-
terkaart uit 1882 toch een indruk geeft. Het langgerekte
pand met de erachter gelegen schuur op het perceel met
kadasternummer 1625, betreft het woonhuis en timmer
bedrijf van Klaas Bakker. Hij wordt in sommige archief
stukken ook winkelier genoemd, dus waarschijnlijk was
het pand ook een verkooppunt voor (hout)artikelen uit zijn
fabriek, zoals het dat ook al was in de periode Arie de Bie.
Het pand met nummer 1626 betreft de 'oude' behuizing
van het bedrijf.
We zullen nu eerst de verdere geschiedenis bespreken van
nr. 1626, de oorspronkelijke behuizing van het bedrijf van
Cornelis Bakker om daarna te vervolgen met de lotgeval
len van zijn zoon Klaas Bakker en zijn fabriek. Vergelij
ken we de kadasterkaart uit 1882 met de kadasterkaart uit
1963, dan is een overeenkomst in ligging en vormgeving
van de latere Dorpsstraat 44/46 opvallend, wat suggereert
dat het pand in ongeveer deze vorm, waarvan slechts veel
latere foto's een indruk geven, dus al in 1882 bestond.
Cornelis Bakker verhuurde het pand omstreeks 1866 aan
de toen 24-jarige Castricummer Willem Steeman, die in
dat jaar was getrouwd met de 28-jarige Martha Kok, af
komstig uit Uitgeest.
Als beroep van Willem Steeman werd bij zijn huwelijk
Foto uit circa 1970 van het 'dubbelpand' van Jan Twisk, met links de woning Dorpsstraat 44 van
huurder Dirk Schotvanger en rechts de manufacturenzaak van Jan Twisk. Rechts op de foto nog een
glimp van de modezaak van Jan Mul in het vernieuwde pand dat hij in 1969 betrok.
'straatwerker' aangegeven en dat maakt duidelijk dat hij
niet genoeg bemiddeld was om het pand te kopen. Later
promoveerde hij tot kantonnier, een functie waarin hij ver
antwoordelijk werd voor het onderhoud van een gedeelte
(kanton) van de Rijksweg en bovendien begon zijn vrouw
Martha er een handel in manufacturen, waardoor de koop
van het pand wel binnen het bereik kwam. Dat maakte
Willem Steeman niet meer mee, want hij overleed in 1883.
De koop kwam tot stand in 1892, met als koper zijn in
1867 geboren zoon Cornelis Steeman, die zich eveneens
in het vak van manufacturier had bekwaamd. Cornelis, die
ongetrouwd bleef, had gedurende vele jaren samen met
zijn moeder de manufacturenhandel aan de Dorpsstraat,
maar toen hij de leeftijd van 65 jaar naderde, vond hij het
tijd om te stoppen en de zaak te verkopen.
Er zullen niet veel Castricuminers zijn, die nog duidelijke
herinneringen hebben aan Cornelis Steeman en zijn ma
nufacturenhandel. Dat ligt uiteraard anders voor zijn op
volger, die het pand in 1931 kocht. Dat was de kleermaker
Johannes (Jan) Twisk, geboren in 1902 in Heiloo, als telg
uit een kleermakersgeslacht, dat terugging tot zijn vader,
grootvader en zelfs zijn overgrootvader(l). Betrekkelijk
kort voor zijn vestiging in de Dorpsstraat was hij in 1928
in Heiloo getrouwd met Johanna Mulder. De aankoop
betrof twee huizen onder één kap: Dorpsstraat 44 en 46
(sinds de huisnummering van 1930). Van het gehele pand
(woonhuis en winkel) werd Twisk eigenaar, een situatie
die tot de sloop heeft voortgeduurd. Twisk had voldoende
ruimte aan de verdieping boven zijn winkel op Dorpsstraat
46 en kon Dorpsstraat 44 gaan verhuren.
Als huurder meldde zich vanuit Amsterdam Pieter Schot
vanger, die toen 54 jaar was en al een hele geschiedenis in
Castricum en ook elders achter de rug had, onder meer als
eigenaar van café De Harmonie in de Burg. Mooijstraat
63