Na het overlijden van Jan Levering in 1884, zette zijn vrouw de melkveehou derij voort. Omstreeks 1893 nam de zoon Gerrit Levering het huis over van zijn va der en bleef zijn moeder Marijtje van Velzen er tot haar overlijden in 1892 wonen. Gerrit was gehuwd met Anna Gaarthuis en liet er een schuur bijbou wen. In 1907 werd de boerderij verkocht aan zwager Pieter Engelsz. Zonneveld, landbouwer en veehouder op de Kroft- boerderij in het duin; hij ging er in 1910 wonen en Gerrit Levering en Anna Gaarthuis in het naastgelegen huis op nr. 72, 'de rentenierswoning'. Na het overlijden van Pieter Zonneveld in 1915 werd zijn weduwe Maartje Le vering eigenaar van de boerderij. Zij woonde er met haar ongehuwde zoon Engel Zonneveld. Na haar overlijden in 1935 werd de boerderij verkocht aan haar schoonzoon Petrus M. (Piet) Borst, veehouder aan de Bleumerweg, in 1908 gehuwd met Marijtje Zonneveld, dochter van Pieter Zonneveld en Maartje Levering. Zij ves tigen zich in de rentenierswoning op nr. 72 en Petrus (Piet) Zomerdijk betrok de boerderij. Hij was gehuwd met Maria J. Borst, dochter van Piet Borst en Marijtje Zonneveld. In 1952 werd door Johannes A. Borst, timmerman en broer van Maria Zomerdijk-Borst (voor haar kinderen ome Jan), op 'het bleekveldje' een bollenschuur, groot 6x12 meter bijgebouwd. In 1953 vond de samenvoeging plaats met een stuk van zijn grond tot een huis, werkplaats, schuur, zomerhuis en erf, gelegen in sectie A, nummer 1169, groot 9 a. en 25 ca Kort daarna verkocht Piet Borst het geheel aan genoemde Piet Zomerdijk, bollenkweker van beroep, die in 1958 de gehele boerderij als woning heeft ingericht. In 1972 volgde overdracht aan de Vennootschap onder firma P. Zomerdijk en Zn., gevestigd te Bakkum met als vennoten Piet Zomerdijk (geb. 1910) en zijn twee zoons Piet (geb. 1944) en Herman Zomerdijk (geb. 1947). De boerderij werd in twee delen bewoond door de fami lie Zomerdijk; in 1975 ging Herman na zijn huwelijk met Marga van der Poel 'achter' wonen in huis nr. 74a, de voormalige bollenschuur, die voor bewoning geschikt was gemaakt. Na het overlijden van Piet Zomerdijk in 1979 en zijn vrouw Maria Borst in 1981 werd het bollenbedrijf in 1982 op naam gesteld van de Vennootschap onder firma P. Zo merdijk Zn, met als vennoten Piet en Herman Zomer dijk en in 1986 is het aandeel van Herman door Piet over genomen en is het bedrijf eigendom van Piet Zomerdijk en zijn vrouw Annet Vlaar. Piet Zomerdijk wist veel te vertellen over het heden en verleden: Schets van Lou Hoebe, gemaakt omstreeks 1985. "Ja, ik ben in de boerderij in 1944 geboren. Het huis is vanaf 1811 familiebezit geweest, vererfd via de vrouwe lijke kant. Vader was daar sedert 1937 tuinder met bollen en huurde hier en daar kleine stukjes land op verschillende plaatsen in de omgeving, bijvoorbeeld een half bunder in Egmond aan den Hoef. In zijn moestuin trof hij twee keizerskronen aan, die hij heeft doorgeteeld tot wel 3000 bollen. Ik ga daar nu nog mee door, zelfs tot 20.000 kleine bollen, bestemd voor de export. In de beginperiode had hij ook aardbeien en in die tijd bracht een slof aardbeien van vijf pond 15 cent op! In 1959 had hij winterwortelen staan tussen de bollen. Het was een erg droge zomer, de bollen verdroogden, maar de winterwortelen zochten water diep in de grond en brach ten toen een goede prijs op. En ook daar zat veel werk aan, maar hij was toch vooral kweker van tulpen, irissen en anemonen. Het bollenkweken is mij en mijn broer Her man met de paplepel ingegeven. Het was vanzelfsprekend dat je meewerkte, al van jongs af aan. Altijd ging ik met vader mee en daar leerde je veel van. Naast het werken, ging ik toen ik 13 jaar was naar de R.-K. Tuinbouwschool in Beverwijk; het eerste jaar 2% dag per week en daarna drie jaar een dag in de week. Herman ging iets later ook naar Beverwijk, maar toen was het al vijf dagen per week school. In militaire dienst ben ik maar kort geweest, in 1965 bij de Luchtdoelartillerie in Ossendrecht. Aanvankelijk afge keurd maar toch in dienst gekomen. Ik wilde wel, dat leek me wel wat, je kon er ook een rijbewijs halen en je zat in de techniek. Toen vader door zijn rug ging, ben ik naar huis gekomen. De boerderij was erg oud en er werd veel aan veranderd, vertimmerd, zeker toen we al in 1936 badgasten kregen. Moeder bestierde dat en sliep zelf op zolder! Het was 47

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2009 | | pagina 49