!Ï»W v,\, Na 1819 werd het huis bewoond door Gerrit Tromp, koopman, gehuwd met Willemijntje van Winsen. Naast koopman en win kelier was hij gecommitteerde in de schelpenhandel, gemeente raadslid en wethouder. Na zijn overlijden in 1832 en dat van zijn vrouw Willemijntje in datzelfde jaar vond de boe delscheiding plaats. Het huis werd toegedeeld aan hun zoon Jan Tromp, geboren in 1803, boer, koopman, schelpenvisser en graanhandelaar, gehuwd met Cornelia Blankert. Het huis werd omschreven als 'een huis, getekend nr. 3 6, met erve en daarbij zijnde schuit- loods, gelegen in sectie B, num mer 90 en 92, samen groot 2 a en 91 ca en een stukje land, genaamd de Hofstede, nummer 91, groot 93 a 40 ca, belend ten zuiden de Algemene weg en ten noorden de Schulpvaart In 1847 verkocht Jan Tromp onderhands het huis met erf, schuitenloods en land aan zijn zwager Jan Louter, die aan het Noordeinde woonde en daar boer en landman was. Hij was gehuwd met Maartje Tromp, dochter van Gerrit Tromp en Willemijntje van Winsen. Na het overlijden van Jan Louter in 1869 werden door de erven in 1872 enkele stukken land verkocht aan Aagje Louter, gehuwd met Jacob (Jaap) Kuijs, landbouwer en veehouder en het huis met weiland aan Antje Louter, ge huwd met Frans Pepping, landbouwer. Frans Pepping en Antje Louter vestigden zich met hun ge zin in 1873 op de boerderij. Toen Frans Pepping in 1893 en zijn echtgenote in 1904 overleden, woonden de twee ongetrouwde dochters Johanna en Wilhelmina nog op de boerderij Johanna Pepping overleed in 1923 op 63-jarige leeftijd. Wilhelmina woonde daarna op de boerderij met drie onge huwde kinderen van haar overleden zuster Maria en haar zwager Jacob Kuijs. Zij is overleden in 1939, waarna het beheer van de boerderij in handen werd gegeven aan de Kennemer Exploitatie Maatschappij voor onroerende goe deren te Bloemendaal. Die verkocht in 1942 de nalaten schap van Johanna en Willemijntje Pepping als 'het huis, erf en schuur aan de Schulpvaart met een stuk weiland aan Petrus J. (Piet) Borst, geboren in 1913, zoon van Petrus M. Borst en Marijtje Zonneveld.. Hij was landbouwer en veehouder en huwde in 1938 met Margaretha M.P. (Griet) Hes. Uit hun huwelijk werden 17 kinderen geboren. Aanvankelijk werden in het familiebedrijf enkele melk koeien gehouden en ook bloembollen en veel groente gekweekt. De melkveehouderij werd in de loop der jaren uitgebreid tot een 60-tal melkkoeien met jong vee, wat de nodige aanpassingen vergde. Achtereenvolgens werd in 1946 een kleine gierkelder gebouwd, in 1957 een varkens stal voor ruim honderd varkens met bergzolder, in 1963 een aparte veestalling en in 1972 een landbouwschuur, die al weer in 1983 werd uitgebreid. Het woongedeelte in de stolp werd in 1963 verbouwd. Op zijn 65e jaar heeft Piet Borst het bedrijf in 1978 overge daan aan zijn oudste zoon Piet Borst, geboren in 1939; die zette het bedrijf voort, maar verdere groei was niet mo gelijk. In 1993 vertrok zoon Piet naar de boerderij aan de Bleumerweg 20 (zie jaarboek 31, blz. 35). In de boerderij bleven zijn ouders en enige kinderen wonen. Vader Piet Borst overleed in 1996, de meeste kinderen wa ren toen getrouwd. De boerderij ging over naar de zoons Wim en Gert Borst. Tegenwoordig wordt de boerderij aan de westzijde bewoond door mw. Margaretha Borst-Hes met haar ongehuwde zoon Wim en aan de oostzijde door haar zoon Gert Borst, gehuwd met Pleunie Wassenaar. Bij het gesprek aan de keukentafel met Mw. Borst-Hes, 95 jaar en haar kinderen Ria (1940), Kees (1941) en Wim Borst (1953) vertelden zij: "Vader werd toentertijd afgeraden de boerderij te kopen, want ja, het was vroeger besmet geweest met tbc. Niet doen, maar hij deed het toch. Vroeger lag het land voor de boerderij hoger dan nu; het is wel 1 tot 1,5 meter afgezand, de zwarte grond is naar sportvelden in Heiloo en Alkmaar gegaan. Bij het afzanden vonden ze wel 30 geraamten van paarden, int de tijd dat er kennelijk nog geen paardenvlees werd gegeten. Ook zei vader dat ze toen de fundatieresten met een kelder hebben gevonden, waarschijnlijk van een oude boerderij, meer in de richting van het spoor. Vroeger, zo eindjaren '50, hadden we veel groenteteelt op het land achter het viaduct in de Limmerpolder. Naast de bollen hadden we rabarber, wortelen, aardbeien en voor- li»1 f%: t 'bi Piet Borst en Margaretha Hes met hun 16 kinderen; v.l.n.r. vooraan Wil, Ria, Wim, Jacqueline, Dora, Nelly, Piet en Jos; achter: Margriet, Corrie, Ans. Joke, Jan, Kees, Gerard en Nico. 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2009 | | pagina 45