Gunrtje Stuifbergen voor haar winkeltje, Dorpsstraat 93, ca. 1980. winkeltje op nahielden waar zij onder andere rookwaren verkochten. Dit bood, na het verdwijnen van de kapsalon, aan de in 1913 geboren dochter Guurtje Stuifbergen een goede gelegenheid om met deze verkoop door te gaan en van de voormalige kapsalon een soort kruidenierswinkel tje te maken. Zij ging hierbij niet over een nacht ijs en slaagde in oktober 1947 in Den Haag voor de examens 'Vakbekwaamheid tabaksdetaillist en Algemene Handel'. Haar moeder, de weduwe Grietje Stuifbergen-Lute, die na de dood van Bertus in het pand was blijven wonen, bleef nog lange tijd haar huisgenoot. Nog in 1955 werden als woonachtig op het adres Dorps straat 93 genoemd de weduwe Stuifbergen-Lute en doch ter Guurtje. Het winkeltje van Guurtje schijnt in die jaren goed te hebben gefloreerd, zeker dankzij de schooljeugd, want zij verkocht ook snoep. Grietje Stuifbergen-Lute overleed in januari 1957, bijna tachtig jaar oud. Dochter Guurtje bleef nog tot op hoge leeftijd actief in haar winkeltje. Tot in 1990 - zij was toen 77 jaar - wordt zij in overzichten van Castricumse midden standers vermeld als 'sigarenhandel G.G. Stuifbergen.' Zij overleed in december 1992 zonder nabestaanden en vermaakte haar bezittingen aan de r.-k. kerk in Castricum, want ze wilde niet dat haar bezittingen in handen zouden vallen van personen, die zij om een of andere reden niet mocht. Maar de kerk verkocht haar bezittingen, zodat deze via een omweg toch nog in handen kwamen van degenen aan wie zij ze oorspronkelijk niet had willen verkopen. Volgens sommige Castricummers, die van de gang van zaken op de hoogte zijn, werd er rond haar erfenis 'een spelletje gespeeld'. Haar huisje werd na haar overlijden nog korte tijd bewoond, maar kwam daarna leeg te staan. De laatste eigenaar, kaashandelaar Dijkman, bezat ook het naastgelegen pand. In 1997 meldde een plaatselijke krant de sloop van het oude pandje 'in pakweg één dag' en merkte daarbij nog op: "Omdat het niet meer voldeed aan de huidige normen heeft de twee huizen verderop wo nende A.F. Dijkman de gemeente in september gevraagd 60 medewerking te verlenen aan een bouwplan dat voorziet in vervangende nieuwbouw op het perceel Dorpsstraat 93. De ingediende bouwaanvraag voor een woning met berging past - ook in de ogen van de welstandscommissie - qua vormgeving goed in het straatbeeld en sluit aan bij de belendende percelen. We zijn nu tien jaar verder, maar van deze nieuwbouw is tot dusver niets terechtgekomen. Dorpsstraat 97 (woonhuis en voormalig kaaspakhuis) Volgens een verkoopakte uit 1819 stond er toen ongeveer op de plaats van het huidige woonhuis Dorpsstraat 97 reeds een gebouw, enigszins vanaf de weg gelegen, dat op de kadasterkaart wordt aangeduid met het kadaster nummer 5. Dit pand en het bijbehorend erf waren toen in handen van Jan Metselaar, een schoenmaker, die in 1819 met zijn schoenhandel naar Heiloo is verhuisd en het pand verkocht aan Koert Breek, een tuinman en werkman. Van deze Koert Breek weten we slechts dat hij het pand kort in bezit had, want hij verkocht het in 1821 aan Bartho- lomeus Nicolaas (Bart) Rommel, kastelein-logementhou der van de toenmalige 'De Rustende Jager'. Deze Bart Rommel was een grootgrondbezitter over wie in het 7e jaarboekje van Oud-Castricum wordt opgemerkt: "Het logement legt hem geen windeieren, want in de loop der jaren koopt hij vele stukken land en huizen in Castricum Bart Rommel maakte de meeste van zijn panden ten gelde door verhuur. Zo worden in 1830 als bewoners van het pand van bespreking genoemd: Cornelis Duinmeijer, 43 jaar, dagloner, zijn echtgenote Trijntje Bogerman, 40 jaar en vier kinderen. Trijntje overleed in 1849. Cornelis, die overleed in 1862 en zijn laatste levensdagen sleet in het algemeen armenhuis, is het pand waarschijnlijk nog tot ongeveer 1854 blijven bewonen, in welk jaar Johanna Telvoren, weduwe van de inmiddels overleden Bart Rom mel "huis, erf en tuin, genaamd De Zwaanstaande en gelegen in de Kerkbuurt, kadasternummer 5" verkocht Vooraanzicht van het pand Dorpsstraat 97. Ogenschijnlijk onderging dit pand in de loop der tijd weinig verandering, maar in 1946 werd de zolderverdieping verbouwd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2008 | | pagina 62