Dorpsstraat 93 (afgebroken) We keren terug naar Klaas Stuifbergen. Hij huwde met Guurtje Zonneveld en zijn gezin ging 13 kinderen tellen. Toen hij zich in 1892 met zijn kapperszaak aan de Dorpsstraat ves tigde, was hij reeds 50 jaar. Daarvoor woonde hij aan de Breedeweg, waar hij ook als kapper werkzaam was, mogelijk als opvolger van zijn vader. In 1907 verkocht Klaas, hij was inmiddels 65 jaar, de kap perszaak aan zijn 37-jarige zoon Bertus, die als kapper de zaak in de Dorpsstraat ging voortzetten. Deze Bertus Stuif bergen kreeg bekendheid als 'Grote Bertus', een bijnaam die kennelijk verwarring met zijn hiervoor genoemde neef 'Kleine Bertus' moest voorkomen. Grote Bertus was een markant figuur en er zullen wellicht nog oudere Castricummers zijn die door hem zijn geknipt en geschoren. Naast kapper was hij ook afslager bij veilin gen, wat hij had te danken aan zijn luide en sonore stem, die geen versterking nodig had. Als zodanig trad hij ja renlang op bij de verschillende groenteveilingen in ons Klaas Stuifbergen, die in de periode 1892 tot 1907 in het pand met later het nummer Dorpsstraat 93 een kapperszaak exploiteerde met zijn echtgenote Guurtje Zonneveld. dorp. Wie daar meer van wil weten, verwijzen we naar het bekende boek van Q. de Ruijter 'Schippers van het Stet', waarin een heel hoofdstuk is gewijd aan de Grote, maar ook aan de Kleine Bertus. Grote Bertus Stuifbergen was in 1910 in Castricum ge trouwd met Grietje Lute. Het echtpaar kreeg twee kin deren, waarvan er een zeer jong overleed. Tot het gezin behoorde ook een pleegzoon, de uit Hongarije afkomstige Lajos Horvat, die van zijn pleegvader het kappersvak leer de. Na het overlijden van Bertus in 1936 heeft deze Lajos Horvat de kapperszaak nog een aantal jaren voortgezet, tot hij in 1946 na zijn huwelijk met Cornelia Schram in de Burgemeester Mooijstraat een eigen kapsalon begon. Het was in die tijd gebruikelijk dat kappers er nog een soort 59 Vrijwel op de plek van het nog niet zo lang ge leden afgebroken woonhuis Dorpsstraat 93 (nu staat er slechts een schutting) toont de kadas- terkaart uit 1822 reeds een pand met kadaster nummer 4. Het was toen in het bezit van schil der en glazenmaker Wouter de Bie, die woonde aan de Dorpsstraat nr. 87 en op wie we reeds vrij uitvoerig zijn ingegaan. Hij gebruikte het pand als opslagplaats. Na verschillende eigenaars te hebben gekend, kwam pas een einde aan het gebouw in 1891. Het is toen gesloopt, waarna in kadasterter minologie op dezelfde plaats de 'stichting' plaatsvond van een pand met kadasternummer 345. Degene, die dit nog niet zo lang geleden gesloopte pand liet bouwen, was de in 1842 geboren Klaas Stuifbergen, een barbier. Hij was de zoon van Jan Stuifbergen, eveneens een barbier, bij wie we even stilstaan, want hij kan als de stamvader worden gezien van verschil lende generaties Stuifbergen, die in Castricum, onder meer in de Dorpsstraat, het vak van kap per hebben uitgeoefend. Deze Jan Stuifbergen, geboren in 1804, was een van de eersten die met een familietraditie brak door geen boer of schelpenvisser te worden, maar zich in de Oos- terbuurt vestigde als wat toen 'baardscheerder' werd genoemd. Uit zijn huwelijk met Maartje Steeneveld werden drie zoons geboren, waar van twee er voor kozen om later het beroep van hun vader voort te zetten: de reeds genoemde Klaas Stuifbergen en Jan Stuifbergen junior, die vanaf 1904 een kapperszaak exploiteerde in een klein pand gelegen aan de Dorpsstraat na bij de Schoolstraat, waaraan we aandacht heb ben besteed in de vorige aflevering van deze serie. We memoreerden hierbij zijn zoon Lam- bertus Stuifbergen, die later bekendheid kreeg als 'Kleine Bertus' met een kapperszaak in de Dorpsstraat tegenover de r.-k. kerk. Grietje Lute en (Grote) Bertus Stuifbergen omstreeks 1915 met dochtertje Guurtje voor hun kapperszaak in het inmiddels gesloopte pand Dorpsstraat 93.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2008 | | pagina 61