een waarde van 770,80 geconstateerd. Jacob Res werd voor de dief aangezien en gearresteerd. Hij bleek echter on schuldig. Een privé-detective wist be wijs te verzamelen tegen een bediende van het postkantoor in Uitgeest, Jacob Koppenol. In november 1913 kwam het onder grote publieke belangstelling tot een rechtszaak voor de rechtbank in Alk maar, waar Koppenol werd veroordeeld en Res volledig werd gerehabiliteerd. Hij schijnt de affaire echter maar moei lijk te hebben kunnen verwerken. De Posterijen bood Res een bedrag aan als smartengeld, maar dat weigerde hij In het kader van dit artikel hebben wij deze geschiedenis, die in een kleine ge meenschap als de Castricumse veel stof deed opwaaien, slechts beknopt kunnen beschrijven. Zij komt veel uitvoeriger aan de orde in het boek 'Schippers van het Stet' van Q. de Ruijter en in een artikel in het Nieuwsblad voor Castricum (30 december 2003) van de hand van Fred Marschalk Omstreeks 1924 kwam er een einde aan het postkantoor in de Dorpsstraat. Op initiatief van het districtskantoor in Uitgeest werd het verplaatst naar de Burgemeester Mooijstraat, waar Johannes Greuter als eerste kantoorhou der werd aangesteld. De inmiddels 62-jarige Jacob Res kwam voor deze functie kennelijk niet meer in aanmer king - misschien wilde hij ook wel niet - en bleef wonen op zijn oude adres. Hij overleed in 1930. Zijn weduwe, Gisebertha Zonjee, bleef met nog enkele van haar kinde ren op Dorpsstraat 89 wonen. Zij overleed in 1949. Vanaf 1938 werd het pand ook in gebruik genomen als woon huis door het echtpaar Nederpelt-Res dat, zoals reeds be schreven, in het naastliggende pand, Dorpsstraat 87 een textielzaak exploiteerde. Nadat deze zaak in 1966 werd opgeheven, begon Maria Res op Dorpsstraat 89 nog een corsetterie-speciaalzaak, waarvoor ze tot in 1971, ze was inmiddels 73 jaar, in het plaatselijke nieuwsblad adver teerde. In 1973 verhuisde zij naar de overkant, Dorps straat 108. Dorpsstraat 89 kende daarna nog verschillende eigenaars, waaronder Johan de Ridder, die we eerder te genkwamen als exploitant van het toenmalige cafébedrijf d'Oude Schimmel en Renee de Graaf, eigenaar van een sanitairzaak in de Dorpsstraat. Er zijn geen aanwijzingen dat zij het zelf hebben betrokken. Het werd verhuurd als winkelpand en deels ook als woning. Van de zaken die er vrij lang gevestigd waren, noemen we modezaak Scor pion, geëxploiteerd vanaf 1975 tot 1982 door een familie Schotanus, afkomstig uit Alkmaar en fotozaak Resting, die er vanaf 1987 was gevestigd. Resting trof het pand aan in een slechte staat. Het was niet goed onderhouden. Tij dens een hevige regenbui begaf een gedeelte van het dak het en was er voor ca. 60.000 gulden schade aan foto- en videoapparatuur, wat gelukkig door de verzekering werd vergoed. In 1994 vertrok de fa. Resting naar de Castri- cummer Werf. Later was er opnieuw een fotozaak geves tigd, tot voor kort Re-Play Fashion, een winkel in tweede hands kleding en inmiddels een moderne modezaak onder de naam Britt-mode. io Doorkijk Dorpsstraat ca. 1980 richting Pancratiuskerk. Rechts een aantal panden, die in dit artikel ter sprake komen. Vooraan: Dorpsstraat 89 (fotozaak), Dorpsstraat 91 (voormalige groentehandel, hier woonhuis), Dorpsstraat 93 (winkel), Dorpsstraat 95 (woonhuis). Dorpsstraat 91 (nu woonhuis) Het bescheiden, nog bestaande huisje Dorpsstraat 91, werd in 1891 gebouwd in opdracht van Antje Stet, wedu we van Jan Schotvanger, een veehouder en landbouwer en ook enige tijd wethouder van Castricum. Het pand werd voor het eerst ingetekend op een kadasterkaart uit 1892 en kreeg nummer 346 toebedeeld. Antje Stet overleed op 67-jarige leeftijd in 1891, het jaar van de bouw. Er zijn geen aanwijzingen dat zij het pand nog heeft bewoond, want toen zij overleed, woonde zij op boerderij Starrenburg aan de Bleumerweg, die zij in 1866 van haar vader, Klaas Stet, had geërfd. Wel vestigde de in 1850 geboren Maria Brakenhoff, een dochter van Antje uit haar eerste huwelijk met Gerrit Brakenhoff, zich in het huis van haar moeder aan de Dorpsstraat. Maria, die ongehuwd bleef, handelde in manufacturen. Het pand was blijkens bouwtekeningen in die periode echter niet inge richt als winkelpand, maar als woonhuis met op de begane grond een woonkamer, een slaapkamer en een keuken. Maria overleed in 1926. Nog in hetzelfde jaar werd het pand betrokken door de 40-jarige Gerrit Beentjes, die kwam van de Kramers weg, waar hij een tuindersbedrijf had. Daarvoor was hij in Heemskerk reeds als tuinder werkzaam geweest, on der andere op het landbouwbedrijf van zijn vader, Ban- cras Beentjes, die in Heemskerk bekend stond als 'Rooie Bank'. Bij het betrekken van het pand aan de Dorpsstraat telde het gezin van Gerrit Beentjes, die in 1913 getrouwd was met Catharina Maria Duives, reeds vijf kinderen en daar kwamen er nog zeven bij. Dat moet een krappe be huizing zijn geweest in het kleine pand, waar Beentjes bo vendien nog een groentezaak begon. Voor de verbouw van het pand tot winkel werd de vergunning in augustus 1926 57

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2008 | | pagina 59