1906, de eigenaar. Hij was gehuwd met Susanna Klooster
boer uit Sint Pancras. Uit het huwelijk werden twee zoons
geboren: Jan Hendrik in 1933 en Pieter Cornelis in 1934.
In 1946 werd de boerderij bewoond door Johannes Been
tjes en na 1950 hebben er verschillende gezinnen ge
woond.
In 1966 werd een manegehal gebouwd in opdracht van
Dirk Overink, die van 1965 tot 1975 ook in de boerderij
woonde en eigenaar was van een nabij gelegen stuk wei
land. In 1969 werd de stal uitgebreid.
In juni 1982 betrokken Gerrit Brouwer en Frederika Ose-
woudt de boerderij. Zij waren de nieuwe eigenarenen af
komstig uit Heiloo. De boerderij werd inwendig verbouwd
tot woning en op het terrein werden een open veldschuur,
hooiberg en mestput geplaatst.
Het bedrijf groeide in de loop der jaren uit tot een manege
met paardenstalling.
In april 2003 werd het geheel gekocht door Pascal Xena-
kis, geboren in 1975 te Amsterdam, gehuwd met Leontine
Reurings. Zij beheren nu de manege met paardenstalling,
waarmee zij in Uithoorn al veel ervaring hadden opge
daan.
Breedeweg 67
Aan de Breedeweg liggen in het kenmerkende agrarische
gebied van voorheen gelukkig ook nog enkele stolpboer
derijen.
Een ervan is deze stolp op nr. 67, die dateert uit 1912 en nu
alleen als woning wordt gebruikt.
In 1842 vond een publieke verkoping plaats van een aantal
weilanden aan de Breedeweg, die in bezit waren van Aagje
Kraakman, weduwe van Jan Glorie. De nieuwe eigenaar
werd Klaas Stet, landman en raadslid te Castricum, die
woonde aan de Brakersweg. Hij was gehuwd met Trijntje
Koeleveld en na haar overlijden met Neeltje Bruijn. Deze
Neeltje was eerder gehuwd met Jan Mooij, uit welk hu
welijk in 1821 te Bergen een zoon Cornelis Mooij werd
geboren. Zij had haar in 1830 opgestelde testament laten
wijzigen, waardoor na haar overlijden in 1855 haar eigen
dom op 3 juli 1855 verdeeld werd over haar man Klaas
Stet voor deel en haar zoon Cornelis Mooij, landman,
voor 3/4 deel.
Zo werd Cornelis Mooij in 1855 eigenaar van een stuk
wei- en bouwland, gelegen in sectie B, kad. nr. 454, groot
60a en 80 ca en gelegen tussen de Breedeweg en de Dood
weg. Na zijn overlijden in 1888 ging het stuk grond over
op zijn zoon Jan Mooij, burgemeester van Castricum.
In 1912 werd dit perceel verkocht aan Adrianus (Arie)
Meijne, tuinder en bloembollenkweker, geboren in 1887
te Anna Paulowna, die woonde te Castricum. Hij was in
1911 te Jisp getrouwd met Columba Maria (Duiije) Ruij-
ter en liet in 1912 aan de Breedeweg door aannemer Jan
Tromp een boerderij met schuur bouwen, die hij in dat
zelfde jaar betrok.
Uit het huwelijk werden aan de Breedeweg zes kinderen
geboren. Na het overlijden van Arie Meijne in 1920 werd
de boerderij eigendom van zijn weduwe Duiije Ruijter.
In 1941 verkocht zij de boerderij aan haar zoon Arie, ge
boren in 1914 en in 1941 gehuwd met Anna Koppes uit
Egmond-Binnen. Uit dit huwelijk werden in Castricum
zes kinderen geboren, waarvan er een zeer jong is overle
den (zie jaarboek 27).
Na het overlijden van Anna Koppes werd in 1956 een
scheidingsakte opgemaakt, waarbij de echtgenoot en de
vijf kinderen ieder een 1/6 deel kregen toegewezen. Arie
hertrouwde in 1959 met Maria Plantenga en het gezin
bleef op de boerderij wonen.
•SOZT-
De pas gebouwde
boerderij omstreeks
1919. V.l.n.r. Arie
Meijne met zijn knecht
Jan Brakenhoff, zijn
schoonzus Anna Ruijter
en zijn kinderen Thea en
Mien.
30