die in 1965 in Groningen plaatsvond, dat Werkman van onvervangbare betekenis is geweest voor de Nederlandse beeldende kunst. Jan Romein Sandberg en zijn vrienden leefden vol verwachting toe naar het einde van de oorlog. In commissies of groepjes werd veel gefilosofeerd over de toekomst. Sandberg zat in een Amsterdams groepje met onder andere de historicus Jan Romein. In het boekje 'Sandberg, portret van een kun stenaar' wordt hij als volgt geciteerd: "We zaten vaak in het barakje bij de kunstkluis in Castricum en hebben echt geprobeerd uit te denken hoe die tijd na de oorlog eruit zou moeten zien. Uit die gesprekken is een boekje van Jan Romein voortgekomendat 'Nieuw Nederland' heette en dat kort na de bevrijding is verschenen. Jan Romein schrijft in het voorwoord van zijn boek 'Nieuw Nederland' dat hij niet in staat zou zijn geweest het te schrijven, als hij niet tijdens de bezetting deel had genomen aan de bijeenkomsten van een studieclubje, waarin de toekomstvisies uitgebreid werden besproken. Een van de aanbevelingen was dat in een nieuwe grond wet moest worden vastgelegd, dat de kleine burgerij, het fabrieks- en kantoorpersoneel, de ambtenaren en de intel lectuelen, kortom de grote massa van de bevolking, in de nieuwe regering vertegenwoordigd zouden moeten zijn in plaats van de vroegere minderheid. Sommige deelnemers aan de bijeenkomsten, die op ver schillende plaatsen in het land plaatsvonden, hebben het einde van de oorlog niet gehaald. Jan Romein droeg het boek aan hen op. Jan Romein (1893-1962) Jan Romein was een Nederlands historicus en van af 1939 hoogleraar te Amsterdam. In 1920 trouwde hij met schrijfster en historica Annie Verschoor. Vooral vraagstukken op het terrein van de theoreti sche geschiedenis en de historiografie hadden zijn aandacht. De eerste publicatie over het dagboek van Anne Frank was van zijn hand. In de vroege jaren '50 stond Romein tamelijk geïsoleerd vanwege zijn communistische sympathieën en in 1951 werd hem de toegang tot de Verenigde Staten geweigerd. Hij schreef onder andere 'In opdracht van de tijd' en 'Op het breukvlak van twee eeuwen'. In dat boek poogt hij een integrale visie op de geschiede nis te geven. Samen met zijn echtgenote schreef hij 'De lage landen bij de zee' en 'Erflaters van onze beschaving', boeken die nu nog worden gewaar deerd. Sandberg: "We dachten dat iedereen door alle oorlogs belevenissen, de bezetting en de concentratiekampen zo tot in zijn ziel doorkneed was, dat er nieuwe men sen uit tevoorschijn zouden komen. Dat was dus een Achterin de kluis de uitschuifbare rekken met schilderijen. Te herkennen zijn schilderijen van Van Gogh en in het midden op de onderste rij een werk van Toulouse-Lautrec (foto Stedelijk Museum). grote teleurstelling na de bevrijding. Daar werd niets van zichtbaar. Iedereen holde terug naar zijn baantje, beroep of zaak van vóór 1940. Terwijl wij dachten dat 1940 nu volledig afgelopen was en een nieuwe fase zou aanbreken. Kunstenaarsverzet Uit hoofde van zijn beroep als conservator en graficus stond Sandberg vanaf het begin van de bezetting midden in alle problemen en discussies over de positie van de kun stenaar tegenover de bezetter. In het najaar van 1941 werd het zogenaamde Haags Comité opgericht ter bespreking van een naoorlogse bestuursorganisatie voor kunstenaars. Onder andere de beeldhouwer Frits van Hal en de schilder J.J. Voskuil maakten er deel van uit. Eens in de veertien dagen kwam dit Comité bijeen in het Stedelijk Museum of in het 'huisje van Sandberg', de directiekeet bij de kunst bergplaats. Sandberg verzorgde de contacten met het Am sterdams Comité, dat een gelijke doelstelling kende. In de agenda's van de bergplaats komen we verder beken de namen tegen, zoals Rudolf Mengelberg tot 1954 artis tiek leider van het Concertgebouw en staatsrechtgeleerde professor G.A. van Poelje. 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2008 | | pagina 27