De Nachtwacht in het Geversduin In een bomvrije kluis in het Castri- cumse duingebied werden in de eer ste oorlogsjaren onze belangrijkste kunstschatten opgeslagen. Het was te danken aan de inzet van de conser vator van het Stedelijk Museum, jhr. Willem Sandberg, dat de kunstberg plaats nog juist voor de inval van de Duitsers is gebouwd. Via hem is Castricum verbonden met bijzondere mensen en gebeurtenissen. In een kleine houten barak, vlakbij 'Kijk Uit', ontving Sandberg wetenschap pers, kunstenaars en verzetsstrijders. Daar werd gefilosofeerd over de toe komst van Nederland na de oorlog. De mensen die de aanslag op het Be volkingsregister van Amsterdam uit voerden, vierden in Castricum nog een feestje, kort voor hun arrestatie. Kunstenaar en typograaf Hendrik Werkman liet zich inspireren door de 'schilderijenbunker' en maakte een prachtige serie prenten onder de naam 'Amster- dam-Castricum.' De agenda's van de kunstbergplaats, die worden be waard in het archief van het Stedelijk Museum, ont hullen iets van de geschiedenis die zich deels in het Geversduin afspeelde. De oorlogsdreiging nam in de dertiger jaren steeds meer toe en in augustus 1939 werd de mobilisatie van het leger afgekondigd. Enkele maanden later begon de distributie van levensmiddelen. Evacuatieplannen voor de bevolking uit gebieden die voor de verdediging onder water gezet zouden worden, lagen klaar. De Rode Kruisafdeling voor Castricum, Limmen en Uitgeest kreeg opdracht noodzie kenhuizen voor militairen in gereedheid te brengen. Zorgen waren er ook over het nationaal kunstbezit in ge val van oorlog. In 1938 maakte Sandberg, vergezeld door Spanjekenner dr. Johan Brouwer, een reis naar Spanje om de maatregelen te bestuderen die daar tijdens de Spaan se burgeroorlog getroffen waren om de kunstschatten te beschermen. Bijzondere indmk maakten de in rotsen uit gehouwen kluizen. De mogelijkheden die Spanjes rotsen boden, lagen voor ons land aan zee, in de duinen. Hoge landinwaarts gelegen duinen zouden het meest ge schikt zijn voor het maken van ondergrondse betonnen bergplaatsen, met een aardlaag erboven, ter bescherming tegen bombardementen. Samen met zijn directeur jhr. Röell overtuigde Sandberg het gemeentebestuur van Amsterdam Jonkheer Willem Sandberg, conservator en later directeur van het Stedelijk Museum, die een belangrijke rol speelde bij het in veiligheid brengen van de kunstschatten. In de eerste oorlogsjaren verbleef hij bijna dagelijks in Castricum (foto Stedelijk Museum Amsterdam). van de noodzaak om spoedig maatregelen te nemen. In overleg met de architect ir. RC. Tirion was de gewenste bouwplaats in het Geversduin al snel gevonden. Voor de kunstschatten van het Rijk drong de directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg dr. J. Kalf ook aan op de bouw van ondergrondse bergplaatsen. Toch waren in september 1939, toen de Duitse aanval op Polen al had plaatsgevonden, de gemeentelijke en de rijksberg plaatsen nog niet gereed. Evacuatieplan In augustus 1939 begon het overbrengen van de belang rijkste kunstwerken naar veiliger plaatsen. H.P. Baard, na de oorlog directeur van het Frans Hals museum, schreef in zijn in 1946 verschenen boek 'Kunst in schuilkelders': Het is niet gemakkelijk, den buitenstaander de spanning te schetsen, die de eerste phase van de evacuatie beheer- schte. Hier werd de vlucht voorbereid van onze nationale kunstschatten, hetgeen wij voelden als een historisch mo ment van een draagwijdte, die wij nog niet konden besef fen, maar daarom niet minder vreesden. Het Rijksmuseum koos voor tijdelijke bergplaatsen in een aantal Noord-Hollandse dorpen. Ongeveer 2000 schilde rijen en meer dan 30.000 objecten van artistieke en his torische waarde, glaswerk en porselein moesten worden vervoerd. Op 4 september 1939 werd de Nachtwacht op een glastransportwagen naar kasteel Radboud in Me- demblik gereden. Veel topstukken kwamen terecht in gymnastieklokalen in Wieringerwerf, Winkel, Lutjewin kel, Barsingerhorn en Schagerbrug. Vrijwel onbekende dorpen kregen voor ingewijden de betekenis van cultuurcentra. Zo was het 'Straatje van Vermeer' onafscheidelijk verbonden met Schagerbrug, 'De Joodsche Bruid' met Wieringerwerf en de 'Vrolijke Drinker' van Frans Hals met Lutjewinkel. Op 1 november 1939 was het omvangrijkste transport van kunstwerken, dat ons land ooit heeft gekend, voltooid. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2008 | | pagina 21