f/rA fa''//,'
'//Aifi'/AUfJi
Jacob Rendorp, burgemeester van Castricum Het oude raadhuis van Castricum, gebouwd in 1869; rechts hiervan staat de
van 1852 tot 1868. in 1854 geopende openbare lagere school.
Marquette in Heemskerk, is ambachtsheer van de ge
meenten Heemskerk en Wijk aan Zee en Duin en vanaf
1850 ook burgemeester van Heemskerk. Hij woont op
kasteel Marquette. Jacob Rendorp was goed op de hoogte
van de plaatselijke situatie. Hij was door koning Willem I
in 1829 samen met Gevers van Endegeest en Van Lennep
benoemd in een commissie ter uitvoering van het grote
ontginningsproject op Castricums grondgebied.
Met de bouw van een school naast het raadhuis en de
komst van een tweede onderwijzer in 1853 wordt de kwa
liteit van het onderwijs aanzienlijk verbeterd. Omstreeks
1862 wordt een Algemeen Armenhuis ingericht en op 1
mei 1867 wordt de spoorlijn Alkmaar - Haarlem geopend.
De spoorlijn krijgt een station in Castricum, dat voor de
ontwikkeling van onze gemeente van onschatbare
betekenis is geweest.
De schuilkerk aan de Breedeweg wordt
in 1858 gesloopt. In datzelfde jaar
is een nieuwe r.-k. kerk aan de
Alkmaarderstraatweg gebouwd.
Op zijn verzoek krijgt Jacob
Rendorp per 1 januari 1868 ontslag
als burgemeester van Castricum
en Heemskerk en wordt in bei
de functies opgevolgd door de
55-jarige Hermanus Zaalberg,
zoon van een Leidse dekenfa
brikant, tot 1854 mededirecteur
van de dekenfabriek en tot 1868
koopman en grossier in manufac
turen te Leiden. De ambtsperiode in
Castricum heeft kort geduurd. Zijn
voortvarendheid en beslistheid waar
mee hij bepaalde zaken, die naar zijn
idee scheef gegroeid waren, recht wil zet
ten, brengt hem weldra in conflictsituaties, die
12
hem uiteindelijk tot aftreden zullen dwingen. Diverse ver
wikkelingen rond de inrichting van het stationsplein en de
afsluiting van de toegangswegen naar het station vormen
de aanleiding van de raad om het vertrouwen in de burge
meester op te zeggen. Op de geplande raadsvergadering
van 19 mei 1869 komt geen enkel raadslid opdagen. Ook
op de nieuw uitgeschreven vergadering, een dag later, ver
schijnt niemand. Bij de derde poging op 24 mei is alleen
wethouder J. Schotvanger aanwezig en als toehoorder de
Commissaris van de Koning. Deze onhoudbare toestand
leidt uiteindelijk tot het ontslag van de burgemeester per
1 juli 1869. In zijn afscheidsbrief aan de raadsleden wenst
Hermanus Zaalberg zijn opvolger een beter toekomst toe.
Verder schrijft hij: Moge meerdere eerbied voor de wet
ten en eene hoogere achting voor het Hoofd der Gemeente
U voortaan bezielen, dan eerst zult gij U Mijneheeren!
over uw gehouden gedrag jegens mij vernederen.
Dan eerst zult gij de belangen van de Gemeente
beter behartigen, dan gij tot hiertoe deed. Ik
veroordeel U niet - God oordeele tusschen U
en mij. Hij behoedde verder de Gemeente van
Castricum, die ik reeds lief had gekregen en
die betere Raadsleden waardig is." Zaalberg
blijft tot zijn overlijden in 1884 wel burge
meester van Heemskerk.
Per 1 juli 1869 is de 23-jarige Carel
Hendrik Moens benoemd als opvolger van
Zaalberg. Moens is geboren in Kampen, is
kandidaat-notaris, op dat moment nog onge
huwd en woont in Brummen (Gld). Hij neemt
zijn intrek bij hoofdonderwijzer Franciscus
Ludewig en gaat na zijn huwelijk in mei 1870
Hermanus Zaalberg, burgemeester van Castricum in
1868 en 1869.