zonen Wouter, Hendrik en Cornelis Dirksz Duijn, die zorgen voor een zeer talrijk nageslacht. Dirk Woutersz Duijn is op de Breesaap aangesteld door de ambachtsvrouwe van Velsen om toe te zien op het onderhoud van de ringsloot rond de Breesaap, van de overige beken en sloten binnen de Breesaap en op het tijdig planten van helm in de Breesaaper duinen. Van Velsen naar Castricum Uit zoon Hendrik Dirksz Duijn komt de Castricumse tak van de familie Duijn voort. Hendrik oefent meerdere beroepen uit, met name als dagloner, veldwachter, landbouwer en bouwman. Hij trouwt in 1778 met Aagje Ariesdochter van der Moere uit Heemskerk. Zij wonen achtereenvolgens in Uitgeest, Heemskerk, Velsen en tenslotte Beverwijk, waar Hendrik in 1814 overlijdt. Aagje gaat als weduwe bij haar zoon Arie Duijn in Castricum wonen; hier overlijdt zij in 1832. Het huwelijk van Hendrik en Aagje wordt gezegend met zes kinderen, waaronder drie zoons, die het geslacht Duijn voortzetten: Arie. Hendrik en Wouter Hendriksz Duijn. Hendrik en Wouter hebben heel veel nakomelingen, vooral in Beverwijk en directe omgeving, terwijl we Arie als de stamva der van de Castricumse tak kunnen bestempelen. Arie Hendriksz Duijn, stamvader van de Castricumse tak Arie is geboren in 1783 in Uitgeest en is voor zijn huwelijk in 1814 als dagloner en boerenknecht werkzaam. In dat jaar trouwt hij met Grietje Ranke uit Castricum, de enige dochter van Fulps Ranke en Aaltje Dekker. Fulps Ranke is zeer vermogend. Als meester-metselaar (nu aannemer genoemd) heeft hij in de loop der jaren vele percelen land gekocht en er huizen gebouwd. Bij een opgave in 1832 heeft hij 10 huizen en vele percelen land met een totaal oppervlak van ruim 50 hectare. Het gehele bezit laat hij na aan zijn enige dochter Grietje Ranke. Het echtpaar Arie Duijn en Grietje Ranke krijgt 13 kinderen, waar van er slechts vier volwassen worden en in het huwelijk treden: de zonen Jan, Maarten en Willem en dochter Aaltje. De oudste zoon Jan Duijn. geboren in 1814, is metselaar, trouwt met Willemijntje Stuifbergen en heeft vier dochters en twee zoons. Beide zoons hebben geen kinderen. De tweede zoon Maarten Duijn, geboren in 1816, is veehouder in de Oosterbuurt en trouwt in 1838 met Grietje Kuijs. Dit echtpaar krijgt dertien kinderen, waaronder vijf zoons die voor nageslacht zorgen: Arie. geboren in 1842, trouwt met Neeltje Lute en krijgt drie dochters, geen zoons. Jan, geboren in 1847, trouwt met Keetje Brakenhoff en heeft drie dochters; zijn twee zoons blijven ongehuwd. Pi eter, geboren in 1848, trouwt met Immetje Winter en woont vanaf zijn huwelijk in 1874 in Uitgeest; zijn nageslacht woont in Uitgeest, zowel van zijn zoon Maarten, gehuwd met Maria de Goede, als van zijn dochter Grietje. Grietje blijft ongehuwd, krijgt een zoon Antonius; van hem en van zijn nageslacht wordt de achternaam als Duin geschreven. Cornelis. geboren in 1854, trouwt met Neeltje Brakenhoff; hun oudste zoon Maarten, gehuwd met Guurtje de Graaf, is kaas- en botermaker en woont in de Schoolstraat; hun jong ste zoon Jan verliest zijn vrouw na een jaar huwelijk en is gaan varen op de schepen van kapitein Rommel. Hendrik, geboren in 1858, woont op de Breedeweg en is gehuwd met Maria Res. Van hun 13 kinderen zorgt alleen zoon Jaap voor nageslacht van de familie Duijn. Deze Jaap trouwt met Maria Groen en woont vanaf zijn trouwen in 1927 aan de Hogeweg in Uitgeest. De jongste zoon Willem Duijn, geboren in 1823, is veehouder in de Oosterbuurt en trouwt in 1848 met Antje Kuijs en in 1851 met Willemijntje Kuijs. Uit elk huwelijk zorgt een zoon voor nage slacht. Arie. geboren in 1850, veehouder, woont vanaf 1886 aan de Oosterzijweg in Limmen en trouwt met Antje Schermer en met Maria Haanraads. Van zijn 9 kinderen zorgt alleen zoon Jan voor nakomelingen Duijn. die worden geboren in Limmen. Pieter. geboren in 1853, veehouder, woont aan de Heereweg in Bakkum en trouwt met Trijntje Stet. Van hun 12 kinderen krijgt alleen zoon Reinier 'Duijntjes'; Reinier, veehouder, trouwt met Jansje Bakker. Hun vier zoons Piet, Jaap, Joh en Gerard Duijn worden aan de Bleumerweg geboren, evenals hun enige dochter Truus, die toevalligerwijs trouwt met een Duijn, en wel met Cees Duijn, zoon van de hierboven genoem de kaas- en botermaker Maarten Duijn en Guurtje de Graaf. De verspreiding van de familienaam Duijn De familienaam Duijn en Duin komt veelvuldig in Noord-Holland voor; in de overige provincies relatief gering. Bij de gepubli ceerde volkstelling van 1947 wonen er in Nederland 704 mensen met de naam Duijn en 941 mensen met de naam 'Duin'. Voor beide namen geldt dat ca. 80% in Noord-Holland voorkomt. De 10 gemeenten met de meeste personen met de naam Duijn in Noord-Holland zijn: Beverwijk (82), Velsen (76), Haarlem (72), Grootebroek (60), Amsterdam (39). Berkhout (31Beemster (26), Heemskerk (24), Castricum (23) en Nieuwer-Amstel (16). Voor de naam Duin zijn de 10 gemeenten met de meeste naamgenoten: Beverwijk (121), Amsterdam (96), Heemskerk (71), Alkmaar (36), Haarlem (35), Velsen (31), Grootebroek (24), Schoorl (24), Zaandam (22) en Hoorn (20). Er zijn in de loop der laatste drie eeuwen ook verschillende naams varianten van de naam Duijn ontstaan. Naast verreweg de meest voorkomende vorm 'Duijn', komt in Nederland ook veel voor: Van Duijn en verder sporadisch: Van Duijne, Van de Duijn, Van der Duijn, Den Duijn, Duijne, Duijnen en Van Duijnen. Deze vormen vinden we ook bij de naam 'Duin'. Ook wordt de naam wel met een y geschreven. Dit is bijna uitsluitend in Zuid-Holland het geval met als absolute uitschieter de plaats Katwijk met 1264 mensen met de naam 'Van Duyn'. Stamboom In het bijgevoegde schema wordt de stamboom van de familie Duijn weergegeven. Onder de toegevoegde nummers 1 t/m 34 zijn de gezinnen verder uitgewerkt. Voor de duidelijkheid zijn alleen de namen van de ouders van de gezinnen opgenomen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 68