De Castricumse familie DUIJN (DUIN) In ons 30e jaarboek, een mijlpaal in het bestaan van de Werkgroep Oud-Castricum, is het aardig om de geschiedenis en stamboom van een familie te publiceren die zowel in Bakkum als in Castricum heeft gewoond en nog woont. Dit betreft de familie Duijn, die bovendien nog een hele lange historie kent met zijn oorsprong in Egmond-Binnen. Bakermat van de familie Duijn in de Egmonden De geschiedenis van de familie Duijn begint bij ene Jacob Jansz, die woont in Egmond-Binnen en duinmeier van beroep is. Een duinmeier was een soort jachtopziener; veelal pachtte hij een bepaald duingebied van de eigenaar van de duinen en verdiende onder andere aan de konijnenvangst. Jacob Jansz koopt in 1622 een duinmeiershuis met twee morgen duinland, geheten de Hogekroft en de Helmkroft, gelegen direct aan de duinen onder Egmond-Binnen nabij de weg naar zee. Kort daarvoor in 1620 heeft Jacob Jansz een nabij gelegen stuk land 'de Backerskroft' van 1 morgen 0.93 hectare) gekocht. Jacob Jansz wordt blijkens de oude akten ook Jaap-Jan genoemd. Zijn zoon Pieter komt daarin wel voor als Pieter Jacobsz Jaap-Jan, ook met diens beroep als Pieter Jacobsz Duinmeijer en als Pieter Jacobsz van 't Duijn. Deze laatste variant is uiteindelijk geworden tot de familienaam Duijn. Jacob Jansz is gehuwd met Trijntje Reijers, dochter van Reijer Adriaansz Corffmaker. Uit hun huwelijk worden de kinderen Reijer, Arie, Pieter en Cornelis geboren. Reijer Adriaansz koopt in 1612 een stuk land van 2'A morgen dat grenst aan het duinmeiers huis, dat in 1622 door zijn schoonzoon Jacob Jansz wordt gekocht. In dat jaar komt het land van schoonvader Reijer, dan geheten 'de Reijerskroft', bij het bezit van Jacob en Trijntje. Jacob Jansz koopt verder in 1640 een halve morgen land 'Potjeskroft' en in 1644 nog 154 morgen zaailand 'De Noorderkroft', gelegen aan de Herenweg ten noorden van boerderij 'Waterrijk'. Dit bezit wordt na het over lijden van Trijntje Reijers geërfd door haar zoons Arie en Pieter Jacobsz die het in 1679 verkopen. Jacob Jansz zal tussen 1647 en 1654 overleden zijn: in 1654 neemt zijn vrouw Trijntje een hypotheek met het duinmeiershuis als onderpand voor haar zoon Cornelis, die gerechtsbode is in Egmond-Binnen. Twee jaar later blijkt de verdeling van de nala tenschap van Jacob Jansz te hebben plaats gevonden, want dan is het duinmeiershuis gezamenlijk bezit van de zoons Reijer en Arie Jacobsz. Arie heeft ook de Backerskroft geërfd. Zes jaar later in 1662 wordt het gehele duinmeiershuis door Reijer Jacobsz afge staan aan zijn broer Pieter Jacobsz in ruil voor diens huis aan de Herenweg in Egmond-Binnen. In 1662 woont hun moeder Trijntje Reijers in Beverwijk; waarschijnlijk is zij inmiddels hertrouwd. Zij is omstreeks 1670 overleden. O 0 >'vk pZ. 51 A Ar Het duinmeiershuis van Pieter Jacobsz van 't) Duijn aan de duinrand in Egmond- Binnen op een kaart uit 1680. 4 M 66

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 66