omdat hij gezinsinkomen had verzwegen, gaf deze vóór niet met de
bepalingen op de hoogte te zijn. Vervolgens werd benadrukt dat dit
niet als excuus mocht gelden en dat voortaan eenieder werd geacht
op de hoogte te zijn van de steunregeling.
De overheid attendeerde gemeentebesturen op kwalijke praktijken
van de werkloze.
Bijvoorbeeld met betrekking tot cafébezoek: "De regeering stelt
zich op het standpunt, dat alleen naar behoefte wordt gegeven.
Iemand, die zich veelvuldig aan cafébezoek schuldig maakt, zou het
bewijs leveren, dat een te hoge steun wordt toegekend of dat hij op
één of andere wijze de steunregeling saboteert.
Over het zogenaamde stempelverlof werd opgemerkt: "Het ge
beurde wel dat in voorkomende gevallen verlof van stempelen werd
gegeven om werkloozen in de gelegenheid te stellen om te visschen.
Stempelverlof mag evenwel niet dan in de hoogst noodzakelijke ge
vallen worden toegestaan, dus zeker niet om te visschen.
Ter bestrijding van de werkloosheid en armoede stelde de gemeen
teraad al in 1922 geld beschikbaar om werklozen te werk te stellen
in het provinciaal duingebied. Het uurloon was veel lager dan in het
bedrijfsleven om de prikkel te laten bestaan daar weer zo spoedig
mogelijk naar terug te keren.
Tot de werkverschaffingsprojecten, waarbij ook Castricumse steun
trekkers werden ingeschakeld, behoorden werkzaamheden in de
duinen, de aanleg van een fietspad langs de Zanddijk en de aanleg
van de Zeeweg, tussen de Provinciale weg en de Hcereweg. Het
duinmeertje, ook wel Karpervijver genoemd, werd in 1934 met
handkracht uitgegraven en het zand werd met lorries getranspor
teerd naar de Zeeweg voor de aanleg van het viaduct over de spoor
lijn.
In 1938 wordt nog besloten een rioleringsplan uit te voeren voor
1/3 in het vrije bedrijf en voor 2/3 gedeelte in werkverschaffing. In
de raad is er een heftige discussie tussen degenen die het algemeen
belang c.q. de gemeentefinanciën het zwaarste laten wegen en de
genen die arbeiders niet meer willen laten werken voor de laagste
lonen. Uiteindelijk wordt het compromis bereikt.
Het graven van het duinmeer 'het meertje van Vogelenzang' in 1934
was een van de werkverschaffingsprojecten. Het zand werd met lor
ries getransporteerd naar de Zeeweg voor de aanleg van het viaduct
over de spoorlijn.
Herinneringen van Loek Zonneveld
geboren op 10 december 1930 in Bakkum
Het was in de dertiger jaren, zoals in de meeste grote gezin
nen, armoede troef. We waren met z 'n veertienen en zestien
met vader en moeder erbij. De oudste was het huis al uit die
had een betrekking met kost en inwoning. Als je zo rond de
14 was. dan ging vader een baas voor je zoeken en moest
je aan het werk en degenen die er onder kwamen moesten
moeder thuis helpen. Of het een jongen of een meisje was
dat maakte niet uit. Stofzuigers had je nog niet; er was ook
geen stroom. Er was alleen gas in huis. We hadden zeil, ba
latum, dat werd bij elke verhuizing weer in mekaar gepast
Er viel natuurlijk steeds meer af. Op het laatst hadden we
in het middenstuk geen zeil meer Daar ging dan een kleed
over. Het balatum ging dan in de goede kamer. Je woonde
eigenlijk in de grote keuken. Alleen als er visite was, Imam
ze in de goeie kamer. Daar stonden dan effe knappere stoe
len. Gebruikt werden ze praktisch niet. Het was armoe troef.
Vader Jaap ging 's morgens vroeg de deur uit als hij werk
had en kwam 's avonds om zes uur, half zeven thuis en dan
kon ie thuis nog een beetje aan de gang. In het voorjaar had
hij altijd wel spitwerk.Hij ging achter mekaar door. Het was
een ras-spitter. Grote tuinen omspitten 2/3 steken diep. In de
winter werkte hij als het half kon bij de PWN. In de zomer
zat hij weer op de tuinen.
Bij het PWN ging hij delven. Er waren veel te veel konijnen.
Je moest een bepaald aantal konijnen op een dag hebben
dan had je je loon. Alles wat meer was, werd niet meegere
kend. Er werden een paar kanten van een hol dichtgemaakt,
dan uitgraven en dan met een hondje die konijnen er uitja
gen. De jachttijd was rond oktober tot januari. Dan mocht
je geen konijnen meer jagen en dan was het weer delven.
Een van mijn oudere zusters vertelde dan wet dat ze 's mor
gens voor school tijd het duin inging op de fiets. Dan ging
ze vader opzoeken. Dan werden er twee of drie konijnen
onder haar jurk op haar buik gebonden met een touwtje.
Die konijnen bracht ze dan naar Cor van Duin en dan had
moeder weer een paar centen. Hij had ook wel eens geen
werk. Ik weet nog dat je met je stempelkaart naar het ge
meentehuis ging om een pakje margarine te halen. Een pakje
kostte, dacht ik, zo'n 11 cent.
Vader Jacob Zonneveld, bijnaam Jaap van Kees, geb.
II mei 1888, overleden 19juli 1970.
48