In september 1932 hielden land- en tuinbouwers uit Noord-Holland een betoging in Amsterdam. De aandacht werd gevestigd op het ver lies dat gemiddeld per hectare werd geleden door de scherpe daling van de prijzen voor agrarische producten. Verder werden producten getoond die deze zomer bij duizenden kilo 's op de mestvaalt werden geworpen, het zogenaamde 'doordraaien Bedroeg de gemiddelde werkloosheid in 1930 landelijk nog 4% van de beroepsbevolking, in 1936 was die opgelopen tot 17,9% om daarna weer heel langzaam te dalen. Het bedrag van de ondersteuning werd berekend volgens normen die nogal eens werden gewijzigd en die erop neer kwamen dat men nooit meer dan 65% van het laatstgenoten loon als steun kon ontvangen en dat bovendien nog voor een beperkte periode. Men moest, op straffe van inhouding van de uitkering, aangeboden werk waarvoor men geschikt was, accepteren. Een van de vervelendste maatregelen was dat men zich een- of tweemaal per dag op het ge meentehuis moest melden om aan te geven dat men inderdaad niet (zwart) werkte. De melding werd met een stempel op een naamlijst aangegeven. Dit dagelijks 'stempelen' door de werklozen werd een begrip. De crisis slaat toe in Castricum De wereldcrisis van de dertiger jaren had voor vrijwel alle secto ren van de Nederlandse samenleving grote gevolgen. In een statis tisch rapport uit 1931 werd aangetoond dat de agrarische sector in Nederland verliesgevend was geworden, waarbij vooral de toestand van de tuinders slecht werd genoemd. Wat Castricum betreft werd inderdaad vooral de agrarische sector getroffen. Hoewel de werkloosheid in ons dorp al langere tijd een oorzaak van armoede en bedeling vormde, nam ze nu zulke vormen aan, dat dc 'klassieke' armoede van weduwen, gebrekkigen en ou deren geheel naar de achtergrond werd gedrongen. Reeds het jaarverslag van de gemeente over 1930 sprak van een slechte toestand in de tuinderij: Waardoor de werkeloosheid een veel grotere omvang zat hebben dan in voorgaande jaren en dus gesproken kan worden van crisis-werkloosheid, omdat tuinders, die andere jaren hun werkkrachten in dienst konden houden, dit thans niet meer kunnen, maar een nooddruft zal ontstaan, waardoor de mensen zullen worden gedwongen zelf op werk uit te gaan of op andere wijze steun zullen moeten krijgen. Een gevolg van de crisis in Castricum tekende zich in de eerste plaats af in een scherpe stijging van het aantal door het Maatschappelijk Hulpbetoon gesteunde gezinnen: 5 in 1931, 6 in 1932, 22 in 1933, 35 in 1934 en 77 in 1935. De stijging van de gemeentelijke bij drage aan het Maatschappelijk Hulpbetoon over genoemde periode is navenant: van 4.000 gulden in 1931 tot bijna 17.000 gulden in 1935. Deze sterke toename van het aantal bedeelde gezinnen en van de gelden hieraan gespendeerd was vooral toe te schrijven aan de stijging van de armoede onder de tuinders. De omvang van de tra ditionele armenzorg en de ondersteuning van armen door de kerken veranderde volgens beschikbare cijfers nauwelijks. Ondervoeding Bij het Armbestuur kwamen in 1935 signalen binnen van de huisart sen Van der Sluis en Leenaers over ondervoeding onder schoolkin deren. Met name in de praktijk van dokter Leenaers zou dit vrij veel voorkomen. De directie van het ziekenhuis Duin en Bosch werd bereid gevonden om voor 13 cent per liter maaltijden te leveren. Volgens opgave van de hoofden van de lagere scholen ging het in de winter 1935/1936 om 40 kinderen van de jongensschool; 29 van de meisjesschool; 18 van de bewaarschool en 15 van de openbare school, totaal 106. Daar op de christelijke school geen kinderen uit de eigen gemeente voor voeding in aanmerking kwamen en men niet bereid was aan kinderen van buitengemeenten voeding te ver strekken, werd die school uitgesloten van deelneming. Enkele werkelozen werd opgedragen te zorgen voor het halen van het eten en voor het opdienen en schoonmaken werd de Vrouwen bond ingeschakeld. De regeling heeft in ieder geval tot de winter van 1938/1939 be staan. In november 1939 wordt besloten om de schoolvoeding niet meer te verstrekken wegens de distributiemaatregelen, de verhoog de kostprijs en tenslotte omdat de verstrekking niet meer nodig is. De ondervinding heeft aangetoond dat de kinderen (vooral van de jongensschool) de voeding niet meer waarderen. Besloten wordt in plaats van schoolvoeding vet aan de personen die ondersteuning kregen te verstrekken en wel ter gelegenheid van Kerstmis. Alsdan zal accijnsvrij vet kunnen worden verkregen. Stempelen in Castricum De meeste kleine boeren in Castricum waren voor het overleven van de crisis aangewezen op de steunregelingen, die door rijk en gemeen te in het leven werden geroepen. De diverse vormen van steun aan werklozen in Castricum, zoals men die in het archief kan terugvin den in verslagen en naamlijsten, tonen vanwege het ontbreken van inzicht in de onderlinge samenhang een wat chaotisch beeld van de organisatie. Duidelijk is in ieder geval dat de steuntrekkers werden ingeschreven bij het gemeentelijk bureau voor Steunverlening en Werkverschaffing. Zij moesten dagelijks op het gemeentehuis stem pelen. Het raadhuis werd te klein voor al die mensen. Burgemeester en wethouders schreven in 1936: "De toestand is nu zoo, dat in de ochtenduren, wanneer de werkloozen komen stempelen, de secretarie vrijwel ontoegankelijk is voor andere personen, welke aldaar zaken te bespreken wat eveneens een onhoudbare toestand is.De gang van het raadhuis is gedegradeerd tot opslagplaats van de te verstrekken levensmiddelen, wat eveneens een onhoudbare toestand is. Besloten wordt daarom om het gedeelte van het gebouw dat nog als woning werd gebruikt bij het raadhuis te trekken. De door de regering vastgestelde steunnormen en regels, waaraan men moest voldoen om voor steun in aanmerking te komen, werden door Burgemeester en Wethouders van Castricum 'vertaald' in een reglement dat aan alle ondersteunde werklozen beschikbaar werd gesteld. Onder de kop 'Aan den gesteunde werklooze' vangt het reglement aan met bangmakerij"Toen onlangs één uwer werd geverbaliseerd, 47

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 47