De Coenhoeve aan de Limmerweg. Toen Neeltje Kuijs in 1842 overleed, werd de boerderij met bij behorende weilanden verkocht door de kinderen aan schoonzoon Jan Kraakman, veehouder te Egmond-Binnen en zoon van Jan Kraakman en Marijtje Obdam. Hij kocht 5/6 deel, want het res terende 1/6 deel was reeds het erfdeel van zijn vrouw, de jongste dochter Aagje BrakenhofT. Zij was in 1836 met Jan Kraakman ge trouwd. In 1860 volgde een boedelscheiding door het overlijden van Aagje Brakenhoff en werd de boerderij met bijbehorende landerijen toegewezen aan Jan Kraakman, die inmiddels was hertrouwd met Maartje van den Berg. Jan Kraakman overleed in 1879; zijn kinderen werden ieder voor 1/8 deel erfgenaam. Bij de openbare verkoping in 1880 kwam de boerderij met enige percelen land in bezit van Pietcr Willemsz Groen, veehouder, woonachtig in Uitgeest en gehuwd met Marijtje Kraakman, een dochter van Jan Kraakman. In 1916 werd de boerderij betrokken door Adrianus Liefting, melk veehouder, gehuwd met Adriana Apeldoorn. Zij hadden een gezin van 11 kinderen, waarvan Gerardus (1896) en Adrianus (1909) on gehuwd zijn gebleven. Beiden waren veehouders, die na het over lijden van hun vader in 1952 het bedrijf hebben voortgezet. Toen Gerardus Liefting in 1964 overleed, heeft zijn broer Adrianus (Arie) het bedrijf tot 1969 alleen voortgezet. In dat jaar werd het bedrijf aan de bestemming van veestalling en agrarisch gebruik onttrokken. Arie ging wonen in de Vondelstraat te Castricum en is eind 1991 te Heemskerk overleden. In december 1969 verkocht Arie Liefting: 'de boerenhofstede met schuur, bijbehorende bebossing, grond en erf, kadastraal bekend ge meente Castricum, sectie A, nr. 1284 en 710' aan het Gereformeerd- of Burgerweeshuis te Haarlem, dat de boerderij wilde herinrichten voor gebruik als vakantieverblijf voor kinderen. De toenmalige directeur M. Hartevelt was vooral initiatiefnemer om de vakantie boerderij te realiseren en is tot in de jaren '70 betrokken geweest bij het wel en wee van dit pand. Als beheerder werd Anne Merkuur 1940) aangesteld. Hij was werk zaam bij V.N.U., gehuwd met Maria Hanraads 1946) en woonde te Alkmaar. Hij vertelde: Eindjaren 60 woonde ik met mijn vrouw en 2 kinderen in Alkmaar en was werkzaam als verkoopadviseur bij VN. U. te Haarlem. Wij kwamen regelmatig op de boerderij-woning van mijn schoonou ders aan de Limmerweg 4, waar mijn schoonouders woonden. Zodoende kenden wij Arie Liefting en waren van de verkoop aan het Burgerweeshuis in 1969 op de hoogte. Toen er een beheerder voor het toekomstige vakantieverblijf voor weeskinderen gezocht werd, waren wij er dan ook als eersten bij. Toevallig konden wij op dat moment onze flat in Alkmaar inruilen voor een eengezinswo ning. We besloten deze keuze niet te maken, maar Alkmaar te verlaten en naar Castricum te gaan. Vanaf 1 april 1970 woonden wij in de boerderij. Het was een bouwval. De veestallingen wa ren uitgebroken, het rieten dak lekte en ver loor veel riet, de houten vloeren van de ka mers waren dooigezakt, het was er vochtig, maar we maakten er wat van. We woonden aan de voorkant, de zuidzijde, waar de voordeur was. Links van die deur de keuken met erachter de W.C., rechts de woonkamer, slaapkamer en daarnaast de opkamer met daaronder de kelder. Het was een droge kelder met een gemetseld gewelf en stenen vloer; je kon er rechtop in staan. In de staart werd een douche gemaakt, waar we met de autoped vanuit de voorkant naar toe gingen! Maar het was wel afzien. Het zou tijdelijk zijn en dat hield ons staande. Aan de andere kant was het ook een uitdaging. Aanvankelijk werd geprobeerd de boerderij te restaureren naar ideeën van architect Vincent Bijl uit Arnhem, maar al snel bleek dat in verband met de bouwvalligheid niet haalbaar. Als eerste stap werd door Jan Hes de aanbouw aan de noordkant, de staart, gesloopt en door aannemer Mooij uit Krommenie herbouwd tot woning voor de beheerder, voor ons gezin dus. De woning was in 1972 gereed. Wij verhuisden binnendoor, van voren naar achteren, van het zuiden naar het noorden! Daarna werd, als tweede stap, het hoofdgedeelte van de boerderij gesloopt, ook weer door Jan Hes en werd de stolp boerderij naar een ontwerp van R. Visser uit Bergen herbouwd. Heddes Bouw was de aannemer en ook hij gebruikte hiervoor nieu we bouwmaterialen. In 1974 was de gehele herbouw gereed. Sedert 1 april 1970 ben ik de beheerder van 'de Coenhoeve'en we hebben het hier erg naar onze zin Aan de vakantieboerderij is de naam 'Coenhoeve' toegekend door de leiding van het Coen Cuserhuis, eerder het Gereformeerd- of Burgerweeshuis aan de Olieslagerslaan te Haarlem. Coen Cuser werd omstreeks 1325 geboren en is in of na 1405 over leden. Hij was Ridder, Heer van Oosterwijck, woonde te Haarlem en was weldoener voor de armen in de stad Haarlem. Hij nam ouderen op in zijn huis, het Heilige Geesthuis, waaruit het Gereformeerd- of Burger Weeshuis is ontstaan. Piet Blom Bronnen: Brinkgreve, C., Het Gereformeerd- of Burgerweeshuis te Haarlem, 1394-1969. Druijven, C.N., Boerderijen in Limmen, 2003. Jaarboeken van de Stichting Werkgroep Oud-Castricum. Kadaster directie Noordwest, vestiging Alkmaar en vestiging Amsterdam (Sloterdijk). Regionaal Archief te Alkmaar: Oud-Rechterlijk Archief, Notarieel Archief, bevolkingsregisters etc. Van Egmond-van Rookhuizen, A., Overzicht van de familie Kuijs/ Kuis, afkomstig van Delft/Castricum, 1985.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 42