De grensbepaling van het grondgebied van Castricum in 1821 In 1832 wordt het Kadaster opgericht voornamelijk met het doel om te komen tot een rechtvaardige heffing van de grondbelasting. In een aantal jaren voorafgaande aan de officiële oprichting wor den alle huizen, erven, wegen en wateren, duinen en landerijen opgemeten, genummerd en getekend op de zogeheten minuutplans. Voordat dit werk een aanvang neemt, wordt eerst nauwkeurig de grens van de gemeente Castricum in overleg met de vertegenwoor digers van elke aangrenzende gemeente verkend, op schrift gesteld en in tekening gebracht. Op 30 juni 1821 is de landmeter-grensbepaler, de heer A. van Oosterhout, naar Castricum gekomen om met de schout Pieter Kieft en de schepenen Jan Franszoon Brakenhoff en Gerrit Tromp de grenzen van het grondgebied van de gemeente Castricum te bepalen. Beide schepenen zijn voor dit doel benoemd tot aanwij zers. De vaststelling van de grens geschiedt in aanwezigheid en overeenstemming met de schout en de twee aanwijzers van de aan grenzende gemeente. Achtereenvolgens wordt de grens vastgesteld met de gemeente Egmond-Binnen, Heiloo, Limmen, Uitgeest en Heemskerk. De grensscheiding met Egmond-Binnen Samen met de schout en aanwijzers van de gemeente Egmond- Binnen, de heren Christiaan van Egmond, Willem van Voorst en Gerrit Apeldoorn, begeeft het gezelschap zich op weg, vanaf de Noordzee ongeveer 225 meter ten noorden van de mijlpaal 43 en volgt vanaf dit startpunt een rechte lijn over de duinen in oostelijke richting tot aan de Heereweg, die hier uitkomt ten zuiden van een stuk weiland genaamd 'de Oude Bleek'. De route volgt de westzijde van de Heereweg enkele honderden Detailkaart noordgrens van de Heereweg tot de grens met Heiloo. De noordgrens loopt vanaf de Heereweg in oostelijke richting naar de Tochtsloot op de grens met Heiloo, daarbij worden de perceelsgrenzen van de verschillende eigenaren aangehouden. Achtereenvolgens worden de Hoogeweg, de Limmerweg en het Zuiderdijkje gepasseerd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 31