Het oorlogsverhaal van koerierster Tiny van Vlaanderen-Boot Beeld van de Dorpsstraat in oorlogstijd 1942). Achter het publiek rondom de ijscoman is het distributiekantoor zichtbaar. ers en als het te pas kwam ook de Duitsers om mijn vinger. Collega's bij de gemeente waren onder anderen Jan Krom (ook een verzetswerker in Uitgeest), Admiraal, Tervoort en Koelman. Andere namen zijn me ontschoten. Distributiecollega's waren directeur Nielen. Verhoeven. Van Aalst, Iepenga, Ewald. Kemmink, Denneman, De Smalen, De Vries, De Boer en twee NSB-ers, waarvan ik de namen vergeten ben. Piet Gomes, Verhoeven en Iepenga zorgden voor de bonkaarten voor de onderduikers. Toen we naar de Zaan geëvacueerd werden, nam ik deze kaarten vaak mee in de trein en bezorgde ze dan bij Verhoeven thuis. Hij zat zelf in de trein, maar het was te gevaarlijk voor een man om ze bij zich te hebben. In geval de Duitsers de trein kwamen doorzoeken, was het makkelijker voor een jong meisje om er doorheen te komen. Gelukkig is er nooit iets gebeurd. Omdat het kantoor van Piet Gomes naast de kamer van burgemeester Masdorp was, wisten we meestal wanneer deze buiten de deur was. Dan kon ik gauw een stempel met zijn handtekening of een belang rijk document wegnemen en weer terugplaatsen. De burgemeester, die NSB-er was en in mijn ogen een oude vent, werd ook verliefd op me. Ik moest hem niet, maar kon hem niet afpoeieren, omdat ik regelmatig in zijn kamer moest zijn om het nodige te stelen. Zoals gewoonlijk vroeg ik nooit waarom iets nodig was, hoe minder te weten hoe beter. Dat gold ook voor mijn koerierswerk. Ik wist niet wat de inhoud van enveloppen of pakjes was. Het gebruikelijke herkenningsteken was altijd de klop van Beethovens 5e symfonie. Krosschell was een heel belangrijk persoon in de verzetsbeweging, maar ik weet niet of hij het hoofd was. Hij was altijd hulpvaardig en een goed mens. Ik kende hem alleen door de bulletins van radio Oranje, die ik bij hem thuis uittikte en op stencil afdraaide. Dan vouwde ik de stencils op, stopte ze onder mijn jas en bracht ze rond naar de verschillende adressen. Ik was nooit bang, want iedereen dacht dat ik maar de gek speelde. Evertina Hendrika Boot (roepnaam Tiny) werd geboren op 5 februari 1925 in Castricum. Haar ouders waren Iman Boot en Alberdina Gebke Urban, die beiden als verpleegkundige werkzaam waren op Duin en Bosch. Tiny begon op 18-ja- rige leeftijd te werken op het gemeentehuis van Castricum. Tijdens de oorlog was zij zeer actief in het verzetswerk en kende geen angst. Tiny vertelt haar spannende belevenissen uit die tijd in on derstaand verhaal. Zij schreef dit in Zuid-Afrika, waar zij alweer 59 jaar woont met haar echtge noot Rinus van Vlaanderen. "Ik begon te werken voor de gemeente Castricum in 1943 als hulp voor Piet van der Goes. Dit was maar tijdelijk bedoeld, maar er kwam steeds meer werk voor me te doen als typiste voor verschillende ambtenaren. Zo werkte ik onder andere voor gemeentesecretaris Van Lunen. In 1944 ging ik over naar de distributiedienst, die door de staat was ingesteld om in crisistijd de verde ling van levensbehoeften te regelen. Daarnaast bleef ik echter ook werk doen voor de gemeente als dat nodig was. Ik werkte meestal voor Henk Nielen en Piet Gomes op de distributiedienst. We waren toen gehuisvest aan de overkant van het gemeentehuis. Het pand brandde in 1944 af om het verdwijnen van bonnen te ca moufleren. Ik vermoedde dat er iets van dien aard zou gebeuren, want Piet van der Goes kwam mij, wetende dat ik alleen zou zijn, tussen de middag opzoeken en verkende het hele gebouw. Piet was mijn verzetshoofd, die ik veel geholpen heb. Ik stelde hem nooit vragen, maar hij liet mij na de brand weten dat hij daarvoor mede verantwoordelijk was. De administratie van de distributie dienst werd toen ondergebracht in het gemeentehuis en zodoende deelde ik mijn lessenaar met Piet Gomes. Deze hielp veel in de kluis om de distributiebonnen in en uit te boeken en te controleren aan de loketten. Ik was een grote flirtster en zo doende werden er nogal wat mannen op me verliefd. Tot groot voordeel van de verzetsbe weging kon ik van alles en nog wat doen. Zo wond ik de NSB- Er werden in de oorlog nogal wat mannen verliefd op Tiny. Daardoor kreeg ze veel voor elkaar tot groot voordeel van de verzetsbeweging. 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 29