sier gemaakt met de hoeveelheid luxe woningen, maar niet ontkend kan worden dat in Noordend ook heel wat sociale woningen gerea liseerd zijn en bepaald niet op 'achteraf' plaatsjes. In de jaren '70 was het nog regel dat de Hoofdingenieur Directeur van de Volkshuisvesting (HID) te Haarlem goedkeuring moest ver lenen aan de exploitatieopzet van een bestemmingsplan. Reden hiervan was dat de HID grip wilde houden op de uitgifteprijs van bouwgrond voor de sociale woningbouw. Alle in zijn ogen overbo dige en kostenverhogende onderdelen werden uit de exploitatie ge schrapt. Dit had gevolgen voor het realiseren van speelterreinen en kunstobjecten. De oplossing was de uitgaven daarvoor te versleute len in de kosten van bouwrijp maken. Op deze wijze is Castricum in staat geweest een aanzienlijk aantal kunstwerken en speelterreinen te realiseren. Structuurschets De eerste helft van de zeventigerjaren was er sprake van hectische toestanden in de plaatselijke politiek. Toch werd er rond die tijd veel gepresteerd. Gerealiseerd werden het zwembad, winkelcen trum Geesterduin, nieuwe bibliotheek en Geesterhage, De Sant mark, woningbouw in Molendijk, bestemmingsplan Noordend, noodbouw Bonhoeffercollege, nieuwe basisscholen, aankoop dorpshuis De Kern, sporthal, structuurschets, oprichting Crea tiviteitscentrum, Culturele Werkgroep en jongerencentrum De Bakkerij, enz. Een krant schreef in 1973: "Over Castricum kun je zeggen dat die plaats, als je er een week niet geweest bent, alweer veranderd is. Oud-gemeentesecretaris Mok terugkijkend: "Castricum is bestuur lijk in de periode die ik van nabij heb mogen meemaken, een inge wikkelde gemeente geweest. De opkomst van nieuwe groeperingen, zoals Nieuw Links, D '66, de PPR, ir. Stam c.s., die allen uit waren op een profilering, maakte de bestuurlijke kaart nog ingewikkelder dan het al was. Maar gelukkig was er een stevige 'vierde macht waardoor er desondanks heel veel goeds tot stand kwam. De gemeenteraad stelde in 1970 een groot bedrag beschikbaar voor het gereed maken van een plan voor een tunnel onder de spoorlijn ten zuiden van de Oude Haarlemmerweg in het kader van de aanleg van de 'zuidelijke invalsweg.' Vervolgens krabbelde de gemeente wel wat terug vanwege de financiële consequenties van de uitvoering. Als een steen in de vijver verscheen in 1971 de nota 'Castricum in het wegennet', waarbij een drietal raadsleden, ir. G.H.A. Hoogenboom. ir. A. Kuijper en A.J.S. Mooijman. pleitten voor een herziening van de geplande wegenstructuur. Het laten vervallen van de eerder ge plande Westelijke randweg en de Oostelijke invalsweg was daar een onderdeel van. Het strandverkeer zou alleen via een verbinding met de Zeeweg moeten worden afgewikkeld. Het gemeentebestuur besloot een inspraakprocedure te starten om te komen tot een nieuwe toekomstvisie. Deze visie moest de grondslag worden voor de inbreng van de gemeente bij de streekplanherzie ning en zou het oude structuurplan van 1959 (dat nooit formeel was vastgesteld) vervangen. Het gemeentebestuur koos voor maximale benutting van bouwmogelijkheden: "De vestiging van een groten deels uit een stedelijke sfeer afkomstige en aan een stedelijk voor zieningenpatroon gewende bevolking maakt een verdere groei ook wenselijk om een aanvaardbare fundering te krijgen voor het uit bouwen van de noodzakelijke infrastructuur. Voor de wegenstructuur werd onder andere gedacht aan een belang rijke regionale weg tussen de Umond en de Ringweg rond Groot- Alkmaar. ter vervanging van een westelijke randweg. Een weste lijke weg (Duinrandweg) zou er dan uitsluitend een kunnen worden van lokale betekenis. In eerste instantie dacht de gemeente met een enkele 'hearing' te kunnen volstaan, maar onder druk van heel veel betrokken burgers is vervolgens een nieuwe start gemaakt. Inwoners namen plaats in diverse werkgroepen en die gingen aan de slag op basis van een uitgebreid schema van inspraakavonden. Deze inspraakprocedure werd begeleid door de Volkshogeschool uit Bergen. De conclusie van de volksraadpleging was dat Castricum zich in de toekomst moest beperken tot slechts een bouw voor de eigen woningbehoefte. Een functie in het kader van het provinciale bouw beleid werd van de hand gewezen. Het toekomstige woningbouw programma, zou in een vertraagd tempo moeten plaatsvinden, zodat de gemeente langer kon beschikken over uitgeetbare grond voor sociale woningbouw. De groene ruimte tussen Castricum en de om liggende gemeenten moest zoveel mogelijk worden gehandhaafd. De grens van de oostelijke uitbreiding werd enkele honderden me ters teruggelegd ten opzichte van het plan dat aan de inspraak was onderworpen. Het college van burgemeester en wethouders zoals het vanaf 1974 was samengesteld. V.l.n.r. de wethouders H.P. Wokke en L.W. Stam, burge meester W.C.A.M. van Boxtel, gemeentesecretaris A.G.M. Mok en de wethouders H. van der Velde en H.A. Poeze. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2007 | | pagina 22