Politiek bestuurlijke ontwikkelingen
Burgemeester Van Boxtel en zijn medebestuurders moesten uit
voering geven aan plannen van de gemeente, die in de vijftiger
en zestiger jaren onder leiding van burgemeester Smeets, waren
voorbereid. De besluitvorming geschiedde onder veel politiek
gekrakeel. Ambtenaren wisten vaak niet wat hen overkwam en
in welke chaotische toestanden ze soms werden meegetrokken.
Raadsvergaderingen tot drie uur in de nacht waren geen uitzonde
ring en plannen veranderden continu. Over publieke belangstelling
hadden de politici niet te klagen.
Deze politiek zeer roerige periode zette zich de volgende jaren
voort. Menigmaal haalde Castricum de landelijke pers. Castricum
werd wel vergeleken met dc toenmalige televisiesoapserie 'Peyton
Place', waar alles even chaotisch was.
In dc periode tussen de eindjaren '60 en begin jaren '70 was vaak
sprake van insinuaties, verdachtmakingen aan het adres van de
raadsleden van de diverse fracties en ambtelijke medewerkers, met
name als het ging over de vraag wat en hoe er gebouwd moest wor
den en door wie.
Er was een grote behoefte aan sociale woningbouw en iedere fractie
had hierover zijn eigen ideeën.
Een drietal grote Castricumse bouwondernemers blies het partijtje
mee. De bouwondernemingen van Jan Biesterbos, Cees Flink en
Jac. de Nijs probeerden maximale invloed uit te oefenen op de be
sluitvorming over categorieën en aantallen te bouwen woningen,
ook via grondaankopen.
In deze periode speelde ook mee dat er sprake was van een mogelijk
'lek' bij de gemeente, waardoor vertrouwelijke informatie bij de ge
noemde bouwbedrijven terechtkwam. Tevens verdwenen tekeningen
van conceptplannen, waaruit kon worden opgemaakt in welke rich
ting en op welke percelen de gemeente voornemens was om woning
bouwplannen te ontwikkelen.
De drie bouwbedrijven, Biesterbos, Flink en De Nijs, kochten diverse
percelen grond en verschaften zich een stevige onderhandelingspo
sitie.
Dat deze drie bedrijven zo'n grote vinger in de pap hadden, zette weer
kwaad bloed bij de kleinere Castricumse bouwbedrijven en ook zij
probeerden alsnog een graantje mee te pikken en gingen ook op pad
om grond in eigendom te verw erven. Zo werd het voor de gemeente
steeds moeilijker om het gewenste bouwprogramma te realiseren.
Er was veel belangstelling voor de discussies in de gemeenteraad
in het begin van de jaren zeventig. Wachtmeester Muizelaar van de
Rijkspolitie moest de orde bewaren.
18
De discussie welk bouwbedrijf wat mocht bouwen liep zeer
hoog op. Dit alles leidde tot onderzoek door het Ministerie van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, gevolgd door onderzoek
door de Rijksrecherche.
Resultaat van deze onaangename periode was. dat vermeende mis
standen (steekpenningen, diefstal en verstrekken van vertrouwelijke
informatie) niet konden worden bewezen. Alleen wethouder Bollen
werd veroordeeld wegens een onjuiste privé-uitbouw van zijn wo
ning en garage, die uitgevoerd was door het bouwbedrijf Flink.
Afgew eken was van de bouwvergunning en voor een deel was geen
bouwvergunning aangevraagd. Deze veroordeling resulteerde in ja
nuari 1972 in het aftreden van deze bestuurder, alhoewel sommigen
het gevoel hadden dat het meer een stok was om mee te slaan.
Molendijk-Zuid en -Noord
Ondanks de boven omschreven politieke toestanden ging de realisa
tie van de plannen door. De in de periode van burgemeester Smeets
moeizaam vastgestelde uitbreidingsplannen Molendijk-Zuid en
Molendijk-Noord (ca. 1200 woningen) kwamen vanaf 1966 in
uitvoering. De eerste woningen, gebouwd door de eerdergenoem
de bouwbedrijven, werden bewoond en ook de Stichting Eigen
Woningbezit had een aanzienlijk contingent woningen in aanbouw.
Torenflats gaan vanaf 1971 de skyline van Castricum bepalen. In
de gemeenteraad werden voorafgaand aan de vaststelling van plan
Molendijk in 1964 heftige discussies gevoerd over de noodzaak van
deze uit stedenbouwkundig oogpunt gewenste 'accentenlangs de
invalswegen.
Behalve de eengezinswoningen was in de plannen op diverse plaat
sen ook hoogbouw voorzien, een geheel nieuw fenomeen voor dit
dorp.
Bouwbedrijf Biesterbos realiseerde in 1974 de verzorgingsflat Sans
Souci (architect professor Holt), gevolgd door bouw van de ter
rasflat De Ambassadeur (van dezelfde architect). Aan De Loet in
Molendijk-Zuid (1972) werden de 3 torenflats van 10 woonlagen
gerealiseerd en de nieuwe 'skyline' van Castricum ontstond.
Ten tijde van de vaststelling van plan Molendijk werd nog verwacht
dat Castricum conform het provinciaal streekplan van 1962, waarin
een gemeentelijke structuurschets uit 1959 was opgenomen, zou
uitgroeien tot een gemeente met 35.000 inwoners. Dit betekende
dat tijdig moest worden ingespeeld op het te verwachten verkeers
aanbod, waarvoor in- en uitvalswegen met twee rijbanen waren