De overgang van Castricum van tuinderdorp in een forensenstadje
heeft in de jaren dertig, ondanks alle problemen met betrekking tot
de wegenstructuur, maar vergemakkelijkt door de lage grondprij
zen tengevolge van de crisistijd, echt een aanvang genomen. Het
inwonertal steeg van 5182 in 1927 tot ruim 8400 in 1941. In 1927
woonden er 74 forensen in de gemeente.
In 1931 vond de elektrificatie van de spoorlijn plaats. De reistijd
Amsterdam-Castricum per sneltrein bedroeg toen nog maar 30 mi
nuten. Het aantal forensen nam steeds meer toe: in 1947 werden 717
forensen geteld. In 1953 was meer dan de helft van de beroepsbe
volking forens, wat neer kwam op 1029 inwoners; een toeneming
in zes jaar met 63
Ter behartiging van de gezamenlijke belangen werd in 1935 een
Forensenvereniging opgericht. De leden betaalden f. 1,50 per jaar.
Behalve aandacht voor de dienstregeling van de Spoorwegen, kwam
de vereniging ook in actie als het ging om het onderwijs, de sport of
het culturele leven in Castricum.
Burgemeester Lommen heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan
de opbouw van hel dorp en de richting waarin het zich heeft ontwik
keld. Op 10 november 1936 overleed deze geliefde burgemeester,
nog slechts 51 jaar oud. In een hoofdartikel in een speciaal rouw-
nummer van de Castricummer Courant beschreef de redacteur Carel
J. Brensa de persoon van Lommen o.a. als volgt:
"Hij was een mensch onder de menschen van de gemeente. Voor
alle medewerking was hij te vinden zonder aanzien des persoons.
Het tegenwoordig bestaande uitbreidingsplan hielp hij mee schep
pen. Aanleg van nieuwe wegen en straten, verbeteringen in den ge
meentedienst. de oprichting eerst van hel electrisch bedrijf en de
overgang daarna naar de Provincie waren bestuursdaden van zijn
hand.
Tweede Wereldoorlog
Mr. Van den Clooster, baron Sloet tot Everlo, volgde burgemeester
Lommen op. De nieuwe burgemeester werd op 15 februari 1937
feestelijk geïnstalleerd. De herinrichting van de oude Rijksstraatweg/
Dorpsstraat was inmiddels in volle gang en een van zijn eerste of
ficiële handelingen was de heropening op 2 augustus 1937.
In de samenstelling van de raad kwam een belangrijke wijziging
door het aftreden van wethouder Hemmer en de verkiezing van de
SDAP'er Hellinga tot wethouder, naast R de Vries van de R.-K.
Staatspartij.
De nieuwe burgemeester was blijkens zijn nieuwjaarstoespraak in
1939 vol lof over de vooruitgang en de bloei van de gemeente. Het
aantal ondersteunden liep terug en de daling van de grote werke
loosheid van de dertiger jaren zette zich voort. Met de uitvoering
van een rioleringsplan, waarbij ook werklozen te werk gesteld wer
den, was begonnen. Een negental nieuwe straten werd aangelegd
dan wel verlengd en er werden bouwvergunningen verleend voor
222 woningen.
Ook wijdde de burgemeester enige woorden aan de geboorte van
Prinses Beatrix en aan het ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina.
"In deze moeilijke tijden beseffen wij meer dan ooit de hooge be
tekenis van ons Koningsschap en het gelukkige bezit van een wijze
Vorstin.
Tegen de achtergrond van deze woorden is de bekering van deze
burgemeester tot de ideologie van de bezetter moeilijk te begrij
pen. Hij werd in 1941 gepromoveerd tot burgemeester van 's-
Hertogenbosch. Bekend is dat hij daar verschillende acties onder
nam om het lot van joodse oorlogsinvaliden en ook voor andere
Bosschenaren van joodse huize te verlichten. Kennelijk zag hij in
dat hij de verkeerde weg had ingeslagen, want hij bedankte in 1942
voor de NSB en nam per 1 juli 1943 ontslag als burgemeester.
Op 29 augustus 1942, de NSB-vlag wapperde van de gemeentelijke
kerktoren, werd burgemeester Masdorp in Castricum geïnstalleerd.
Hij zei onder andere: "De democratie is reeds verslagen, rest nog
slechts vijand nummer I. het bolsjewisme.
De aanleg van de Atlantic Wall, een grootscheepse evacuatie en de
afbraak van honderden woningen stond de gemeente vervolgens te
wachten. Woningen aan de Vinkebaan, Onderlangs, Kramersweg,
westzijde Mient, Stetweg, kalkovens aan het Schulpstet en de nieu
we nog niet of nauwelijks bewoonde woningen aan De Puikman
gingen tegen de grond. Ook het fraaie badhotel, dat in 1930 in
Castricum aan Zee was gebouwd, moest op last van de bezetter
worden gesloopt.
Bevrijding en wederopbouw
De oorlog liet in Castricum zijn sporen na. In
het 8e jaarboek van Oud-Castricum is daar al
uitgebreid op ingegaan. Castricums nieuwe
burgemeester C.F. Smeets, voorheen gemeen
tesecretaris van Assendelft, werd op 16 no
vember 1945 enthousiast ontvangen. Op zijn
schouders werd de zware taak gelegd om lei
ding te geven aan de wederopbouw. Een van de
vele sprekers bij de installatieplechtigheid vat
te de opdracht als volgt samen: "Burgemeester,
maak Castricum groot en blij
Burgemeester Smeets opende op 3 september
1946 de eerste vergadering van de nieuw geko
zen gemeenteraad. Sinds 4 juli 1941 waren er
geen vergaderingen meer geweest.
De eerste 10 maanden werkte hij alleen samen
met de SDAP'er T. Hellinga, die raadslid was
van 1923 tot 1941 en wethouder vanaf 1938.
Toen in september 1941 het wethouderschap
De opening van de vernieuwde Dorpsstraat
door burgemeester Van den Clooster, baron
Sloet tot Everlo op 2 augustus 1937.
10