Interieur van het Wegwijsmuseum. Kortenoever, begeleid door PWN-medewerker Posthuma, bij de opening van het nieuwe bezoekerscentrum in 1994. van gemaakt. Veel door hem verzamelde bodemvondsten en gereed schappen, onder andere van schelpen vissers en het boerenbedrijf, schonk hij aan de werkgroep. Bezoekerscentrum In 1967 werkte Kortenoever mee aan een 1 aprilgrap. In het Nieuwsblad voor Castricum werd aangekondigd dat er in het Wegwijsmuseum een belangrijke aanwinst te zien zou zijn. Het was een op het strand gevonden zeldzame Kurkkuifstrandloper. Dit bijzondere dier was werkelijk te bewonderen in het museum. De vogel maakte Kortenoever van materialen die van het strand afkomstig waren. Een kop was van een drijver van een visnet en ook het lichaam was van kurk. De kuif was gemaakt van een boen der. Velen kwamen voor de bijzondere vogel naar het museum. In 1973 begon de ontwikkeling van natuurhistorisch museum tot bezoekerscentrum. De verzamelingen in natura werden geleidelijk vervangen door foto's. De heer Rein Westra, de tekenaar van de prachtige boeken over diverse landschappen, ontwierp een nieuwe vitrine met tal van foto's. Het nieuwe jasje van het museum trok inderdaad meer bezoekers. In 1973 waren dat er 22.850. De familie Westra bleef bevriend met Kortenoever. Voor het boek over de duinen heeft Kortenoever planten verzameld die zoon Chiel Westra fotografeerde en waar Rein Westra prachtige aquarellen van Kortenoever en Klaassen in gesprek over het natuurpad bij het inmiddels al in bezoekerscentrum De Hoep omgedoopte Wegwijsmuseum. maakte. De familie Westra woonde in 's-Graveland, de plaats waar het ouderlijk huis van Kortenoever stond. Misschien mede door de extra binding met het prachtige bosgebied, het Spanderswoud. waar zowel de familie Westra als de familie van Kortenoever woonden, groeide er tussen Eldert en de familie Westra een hechte vriend schap. Met deskundig advies van de heer Kortenoever stelde de gemeente raad in 1974 straatnamen in de wijk Noordend vast, die gebaseerd waren op de in polder- en duingebied voorkomende planten, bloe men en vogels. In 1978 kwam koningin Juliana naar het PWN-duingebied. Het was de bedoeling dat Kortenoever, vanuit het Voerhuis, een prachtige boeket van allerlei bessen die in het duin groeiden, zou aanbieden. De kinderen Dirkjan en Hanneke kregen het verzoek hun ouders die dag niet te bezoeken. Uiteindelijk werd het boeket aangeboden tij dens het bezoek aan het pompstation 'Wim Mensink'; de koningin reed slechts langs het Voerhuis. In november 1978 nam Kortenoever afscheid van zijn werkzaam heden wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Uit handen van de commissaris van de Koningin De Wit ontving hij de bronzen penning van de provincie voor het jarenlang uitdragen van de natuurbeschermingsgedachte. Bijzonder was dat de commissaris Kortenoever nog kende uit de NJN-tijd in Hilversum, de tijd waarin zij zich beiden inzetten voor de natuur. Na zijn pensionering kon Kortenoever blijven wonen in het Voerhuis in zijn geliefde duingebied. Hierdoor kon hij zijn hobby, het ringen van vogels, voortzetten. Rond het huis plaatste hij di verse mistnetten, waarin kleine zangvogels gevangen werden. Ook het verzorgen van vogels die gewond waren geraakt, bleef door gaan. In plaats van naar het museum brachten de mensen de vogels nu naar de Kruisberg. Als de vogels te groot waren voor de kleine kooien en de volière bij het Voerhuis, bracht hij de vogels naar het Vogelopvangcentrum in Bergen. Door middel van de grote tuin bij het Voerhuis bleef Kortenoever contact houden met bezoekers van het duingebied. Wandelaars kre gen tijdens hun tocht zomaar nestkasten met jonge vogels te zien. Als het 'klikte', nam hij de wandelaars mee naar een zanderig stuk land. In dit land zaten vaak wentels met jonge konijnen. Zo bleef Kortenoever nog lang zijn oude werkzaamheden beoefenen. In 1994 werd het grote nieuwe bezoekerscentrum 'De Hoep' ge opend. Het is een opvallend gebouw. Het dak is bedekt met mossen en planten. Kortenoever werd uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de opening van deze nieuwe expositieruimte. Om in het gebouw te 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2006 | | pagina 62