De Castricumse voetbalverenigingen
Voetbal is al sinds jaar en dag de grootste volkssport in
Nederland. In bijna elke plaats werd minstens één voetbal
vereniging opgericht. Ook Castricum bleef daarin zeker niet
achter.
Duizenden inwoners hebben hun voetsporen liggen op de
velden van Vitesse'22, de Castricumse Sportvereniging
(CSV) of Sport Club Castricum (SCC). De
twee laatstgenoemde clubs zijn in 2002
opgegaan in FC Castricum.
De maatschappelijke betekenis van de vereni
gingen is indrukwekkend. Begin zestiger jaren
was bijvoorbeeld een derde van het aantal
Castricumse jongens lid van de Vitesse- of
CSV-familie. Daarnaast ondersteunden vele
vrijwilligers de voetbalverenigingen.
Hieronder wordt teruggeblikt op de talloze
herinneringen aan het in clubverband beoe
fenen van de voetbalsport in ons dorp. De
eerste officiële aftrap vond ongeveer vijfen
negentigjaar geleden plaats.
Wie was de eerste?
Vaak wordt gedacht dat Vitesse een oudere vereni
ging is dan CSV, uitgaande van de respectievelijke
oprichtingsjaren 1922 en 1930. Maar wat velen niet
weten, is dat er voor Vitesse al een CSV bestond.
Die vereniging zou rond 1911 van start zijn gegaan. Tot nu toe zijn
hiervan geen bewijsstukken gevonden. Het exacte oprichtingsjaar
is helaas niet meer te achterhalen. CSV komt pas vanaf 1917 op de
adreslijsten van de KNVB voor. De vereniging speelde op een ter
rein aan het eind van de Haagscheweg. Het entreegeld bij wedstrijden
bedroeg 15 cent. Van enige verzorging van spelers en toeschouwers
op het terrein was aanvankelijk geen sprake. Het omkleden kon alleen
bij café Borst geschieden. Pas na verloop van tijd werd er een kiosk
op het terrein neergezet, waar kogelflesjes en Kwattarepen gekocht
konden worden. Men speelde eerst in witte shirts met witte of zwarte
broeken en zwarte kousen. Sommigen gebruikten hun overhemd ken
nelijk als shirt en hielden de stropdas om, zoals een van de oudste
foto's laat zien. Later veranderde het tenue, in wat werd omschreven
als: 'Zwart jersey trui met breede roode baan in het midden verticaal,
roode kraag en manchetten, zwarte broek'.
Dorpssmid Cor Peperkamp werd de eerste voorzitter van de vereni
ging. De eerste secretaris was Gerrit van der Wolff. Het bestuur be
stond verder uit de heren Schermer, Immink en Kok. Het was vooral
Van der Wolff die stimuleerde dat er een sterk eerste elftal ontstond,
waarin de namen voorkwamen van doelman Dorus Schenner en veld-
spelers als Willem Jacobs, Jaap van der Wolff, Hannes van Koot, Nic.
Goes, Jaap Borst, Jan Castricum, Jan Res, Piet Stuifbergen en Frans
van de Torren.
CSV kwam vele jaren uit in de eerste klasse van de Noord-Hollandse
Voetbalbond. Men ontmoette voor die tijd reeds sterke clubs, zoals
Stonnvogels uit IJtnuiden. Er werd opportunistisch voetbal gespeeld,
gezwoegd en gevochten voor de overwinning. Quirinus de Ruijter ver
telt in zijn boek 'Schippers van 't Stet' dat 'Ant van Bertus', de moe
der van keeper Dorus Schenner, tijdens de wedstrijden een bijzondere
rol vertolkte. Gewapend met een paraplu koos zij altijd positie naast
een van de palen van het doel van haar zoon, dat hij als zijn heiligdom
verdedigde. Als CSV scoorde, maakte Dorus met z'n moeder een indi-
anendansje. Maar het oude mensje was totaal van de kook als het doel
van haar zoon onder vuur werd genomen. En na afloop meldde zij luid
en duidelijk: "Onze Dorus was weer goed, hè!"
Het allereerste elftal van de eerste vereniging CSV (circa 1911-
1925). V.l.n.r. zittend: Iet Strijkers, Jaap van der Wolff, Jan Res Gzn.,
Jan Goes en Jaap Borst: knielend: Dirk Joosten, Cor de Haas en
Jan Res Bzn.; spelers staand: Wim Jacobs, Dorus Schermer en Jan
Castricum Wzn.: overigen staand: Willem Schermer, Piet Schermer,
scheidsrechter Jacob Jacobs, Gerrit. van der Wel en voorzitter Cor
Peperkamp.
Tussen de vele sportvrienden van CSV vormde zich een hechte band.
Naar 'geloof'werd niet gevraagd, men speelde 'voetbal'.
Helaas voor de club keerde het tij. De verzuiling nam in de twintiger
jaren scherpere vonnen aan. Katholieken en niet-katholieken leefden
steeds meer gescheiden. De ene groep kocht niet bij de andere en
omgekeerd. Ook in de gemeenteraad kwam het toenemende 'separa
tisme', zoals de door de Katholieke kerk voorgestane scheiding ook
wel werd aangeduid, aan de orde. Wethouder Hemmer merkte eens
op: "De kerkelijke overheid treft geen verwijt, dat zij althans de jeugd
in eigen kring opgevoed wil zien, want het gevaar voor gemengde hu
welijken is niet denkbeeldig.
Tegen die achtergrond moet het initiatief van de kerk worden gezien
om naast de bestaande algemene voetbalvereniging een rooms-katho-
lieke vereniging op te richten.
De nieuwe vereniging kwam er en dat betekende praktisch de dood
steek voor CSV. De meeste r.-k. spelers volgden de door de kerk
aangewezen weg en voor CSV werd het steeds moeilijker om zich te
handhaven. Het eerste elftal zakte af naar de tweede klasse en in mei
3