terug uit het slagersvak om vanuit Castricum (Geelvinckstraat) als forens in Amsterdam te gaan werken in de meubelhandel. Dat betekende wellicht ook een verlies voor het voetbal in Castricum, want in een ludiek wedstrijdverslag in de plaatselijke krant van een veteranenwedstrijd van CSV tegen Go Ahead Alkmaar in juli 1947 komen we de observatie tegen: "Ex-slager Van der Woude, een ge vaarlijk heer overigens, sprintte alsof hij een ontsnapte koe achter zijn vodden had en flitste, ver buiten het bereik zijner voorhoede, in het veld terug. Overigens zonder succes. In juni 1947, betrekkelijk kort na de oorlog, vestigde zich op Dorpsstraat 79 vanuit Jutphaas de 30-jarige Jan Staal, die het sla- gerbedrijf van Piet van der Woude overnam. Het winkelpand werd aanvankelijk door Staal, volgens wat een goed gebruik schijnt te zijn geweest, voor 10 jaar gepacht en daarna gekocht. Voor hij naar Castricum kwam, was Jan Staal werkzaam geweest in Baam, waar hij volgens de overlevering, hoewel slechts slagersknecht, alle toen malige leden van de koninklijke familie had leren kennen. Met de wens om kort na zijn huwelijk met Mathilda van Leeuwen een eigen bedrijf te beginnen, had hij uit advertenties in het slagersvakblad een lijst samengesteld van interessante aanbiedingen. Hij was een fana tieke motorrijder en raasde vervolgens, met zijn vrouw achterop, de verschillende locaties af. Het was mevrouw Staal die uiteindelijk de keus bepaalde op Castricum, dat als kustplaats en vanwege de prachtige omgeving de meeste indruk op haar had gemaakt. Evenals andere Castricumse middenstanders ging Jan Staal zijn producten ook verkopen op de Camping Bakkum, waar een uit de oorlog daterende bunker werd ingericht tot slagerswinkel, omdat het er, zelfs bij warm weer, redelijk koel bleef. Staal vond de behuizing van zijn gezin in het bescheiden winkel pand op den duur te weinig comfortabel en daarom kocht hij in 1960 van de erfgenamen Stuyt de riante villa Dorpsstraat 1 om er met zijn vrouw en twee kinderen te gaan wonen. Gekwalificeerd personeel om in de slagerswinkel te helpen, was in Castricum niet steeds gemakkelijk te vinden en Staal adverteerde elders in het land om personeel te werven. Voor huisvesting stelde hij de vrijgekomen verdieping boven de slagerij ter beschikking en de bewonerskaart van het pand telt een hele rij namen van personen die daar hebben gewoond en voor korte of lange tijd in de slagerij hebben gewerkt. Mevrouw Staal keek op de periode na de verhuizing overigens met gemengde gevoelens terug, want "ik kreeg het alleen maar druk ker'De tijdelijke krachten die meehielpen in de winkel, waren weliswaar boven de slagerij gehuisvest, maar ze kwamen voor hun maaltijden vrijwel elke dag naar Dorpsstraat 1, "het leek we! een restaurant Jan Staal pleegde verschillende verbouwingen aan zijn pand. In 1959 werd de winkel vergroot en kwam er een koelcel. In 1961 werd de voorgevel onderhanden genomen en kreeg het pand zijn huidige vorm. In 1971 hield Jan Staal het voor gezien en kwam het slagersbedrijf in handen van Cees Schipper, zoon van een slager in Opmeer. Hij werd in 1993 opgevolgd door zijn zoon Jacco Schipper, die temid den van de concurrentie nog steeds de slagerswinkel op Dorpsstraat 79 in stand heeft weten te houden. Dorpsstraat 81 (nu 'Alma Creations' en 'Videoland') Op ongeveer de plaats waar nu een grootschalig wooncomplex is gevestigd met op de begane grond de winkels 'Alma Creations' en 'Videoland', toont de kadasterkaart uit 1822 een reeds vrij om vangrijk pand met kadastemummer B386. Wat de ouderdom betreft blijkt uit archiefstukken dat het reeds voor 1813 bestond en toen eigendom was van de alhier woonachtige Willem Dirkszoon Duijn. Dit bezit van Duijn wordt omschreven als een 'huis met erf' en het nog onbebouwde land tot aan de Cieweg als een 'boomgaard'. In 1813 werden de bezittingen van Duijn gekocht door de 45-ja- rige Fulps Ranke, een Castricummer, die we reeds eerder vanwege zijn bezittingen in dit deel van de Dorpsstraat tegenkwamen en die wordt aangeduid als meester-metselaar, steenkoper en aannemer. Fulps Ranke nam het pand in gebruik als woning en gaf het de naam 'Bouwlust'. In 1830 noemt het bevolkingsregister als bewoners: Fulps Ranke, 62 jaar; Aaltje Dekker, echtgenote, 64 jaar; Jan Duijn, kleinzoon, 15 jaar; Jan Verduijn, boerenknecht, 40 jaar en Wilhelmina Enke, werkbode, 20 jaar. Een dergelijk huishouden wijst op welstand en inderdaad was Fulps Ranke in deze periode in heel goede doen, want hij bezat ruim 50 ha land en ca. 10 huizen. Fulps Ranke kwam in 1835 te overlijden en zijn gehele bezit liet hij na aan zijn enige kind en dochter Grietje Ranke. Zij en haar echtge noot Arie Duijn overleden beiden in 1857, waarna de erfgenamen de 'huismanswoning' Bouwlust verkochten aan de 41-jarige Pieter Liefting, een landbouwer en schelpenvisser. Pieter Liefting ging er wonen met zijn vrouw Willemijntje Stuifbergen en hun drie kinderen. Het pand en de bijbehorende grond bleven nog lang in het bezit van de familie Liefting. Het lijkt overigens wel of er een noodlot op het pand rustte, want zowel Pieter Liefting als zijn echtgenote overleden in hetzelfde jaar, 1895, net als hun beide voorgangers in 1857. Het pand bleef in de familie en werd overgenomen door zoon Jacob Liefting, een veehandelaar. Het meer dan 80 jaar oude pand zal in een slechte conditie hebben verkeerd, want Jacob nam nog in hetzelfde jaar 1895) de drastische beslissing 'Bouwlust' te slopen, om plaats te maken voor een nieu we boerderij met dezelfde naam, met een kleiner oppervlak en dich ter naar de weg gelegen. Jacob Liefting zou volgens de overlevering in agrarische kringen destijds een bekende figuur zijn geweest, die als veehandelaar groot vertrouwen genoot van de boeren. Hij bleef tot 1930, het jaar van zijn overlijden, eigenaar en bewoner van zijn nieuwe boerderij. Er zijn geen aanwijzingen dat tijdens zijn leven het pand nog belangrijke veranderingen onderging. De erfenis van Jacob Liefting, die ongehuwd bleef, was een ingewikkelde zaak. Bouwtekening uit 1976, die een impressie geeft van drie nog bestaande 'historische 'panden in de Dorpsstraat. Rechts: café Centraal, gebouwd in 1874. Midden: de in 1989/1990, in 'oude stijl'gerestaureerde doorrijstal, die dateerde uit 1886 en links het in 1901 gebouwde pand, waar nu slagerij Schipper is gevestigd. 48

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2006 | | pagina 51