jaar werd het pand betrokken door Bernard Res, heel meester, een beroep waarvoor men sinds 1823 een op leiding kon volgen aan 'clinische scholen', opgericht in een aantal grotere steden. Deze opleiding was welis waar niet van een universitair niveau, maar betekende wel een belangrijke verbetering ten opzichte van de bestaande gezondheidssituatie, waarin veelal matig geschoolde chirurgijns een hoofdrol speelden. Bernard Res, geboren in 1798 in Oostzaan, was na zijn succesvolle examen in Haarlem geattendeerd op de vacature voor heelmeester in Castricum tegen een traktement van 150 gulden per jaar. Hij kwam in 1828 naar Castricum, als geroepen, want de gemeente was sinds 1806 vrijwel verstoken geweest van gekwalifi ceerde geneeskundigen, wat het gemeentebestuur te recht zorgen baarde. Res woonde aanvankelijk in bij een echtpaar in de Kerkbuurt, maar na zijn huwelijk in 1831 met Johanna Maria Kuin, dienstbode bij pas toor Ruigrok van de Werve in de Oosterbuurt, betrok hij het vrijgekomen cafépand van Schreuder, eerst als huurder, later als koper. Bernard Res vestigde er zijn geneeskundige praktijk met apotheek, waarover we het een en ander te weten komen uit verslagen van genees kundige visitatiecommissies, ingesteld om de kwaliteit van de gezondsheidszorg te bewaken. Veel heelmees ters in Noord-Holland komen er in de rapporten van deze commissies niet goed van af, maar dat geldt niet voor Res, die over het algemeen uitstekend werd beoor deeld. Bijvoorbeeld in 1838: "Staat winkel: zeer goed. Staat instrumenten: zeer goed. Vaccinatie: in orde. Epidemieën: geen. Verzorging armen: in orde. Aanmerkingen: geen. Later wordt het oordeel iets minder, waarbij de achteruitgaande gezond heid van Res als oorzaak wordt genoemd. Hij komt, nog maar 47 jaar, in 1845 te overlijden, wat door de Castricumse bevolking als een gevoelig verlies werd ervaren. Zijn weduwe Johanna Res-Kuin, inmiddels 43 jaar, bleef achter met nog vier jonge kinderen. Zij had uiteraard geen medische bevoegd heden en begon, om toch aan de kost te komen, een slijterij, waar mee het pand weer zijn oorspronkelijke bestemming terugkreeg. Overigens zal in die tijd de omschakeling van apotheek naar slijte rij niet zo groot zijn geweest, want Res verkocht ongetwijfeld ook reeds medicinale wijnen en kruidenbitters. Johanna Kuin hertrouwde in 1850 met de 25-jarige, in Castricum geboren, Adriaan Raman, die reeds als kastelein in de slijterij as sisteerde. Het lot bleef Johanna helaas ongunstig gezind, want ze werd opnieuw geconfronteerd met het jong overlijden van een echt genoot. Adriaan stierf in november 1859. Wat de exploitatie van het café betreft, kreeg ze nu wel steun van haar inmiddels 18-jarige dochter Maria Res. In 1869 trouwde deze Maria Res met Lambertus Anthonius (Bertus) van Benthem, geboren in 1838 in Ootmarsum en timmerman van beroep. Volgens de overlevering was hij naar Castricum gekomen in verband met de aanleg van de spoorlijn. Bertus was waarschijnlijk een vaste bezoeker van het café, waarbij het ging klikken tussen hem en Maria. Hij ging na zijn huwelijk aan de slag als kastelein in het café. dat overigens nog steeds in bezit was van zijn schoonmoeder. Hij lijkt niettemin al snel de touwtjes in handen te hebben genomen, want hij nam in 1874 de ingrijpende beslissing tot de bouw van een nieuw café. Het kreeg als naam 'De Vriendschap'. De hiervoor weerge geven kadasterkaart uit 1875 toont hoe het nieuwe pand, kadas- temummer 1341, er qua oppervlak uitzag: rechthoekig, getekend over de wat vaag aangegeven plattegrond van het afgebroken pand, dat verder van de weg was gelegen. Deze in 1874 gebouwde 'De Vriendschap' bestaat nog steeds, nu als café 'Centraal', Dorpsstraat 75, een pand met dus een geschiedenis van meer dan 130 jaar. Met de aanbouw in 1886 van een doorrijstal, een smal maar diep Foto uit 1903, waarop vier kinderen van Bertus van Benthem voor het door hem in 1874 gestichte café 'De Vriendschap'voor de fotograafposeren: v.l.n.r. Jan van Benthem, de postbode van Dorpsstraat 71 met aan de hand zijn 2-jarige dochter Maria: Toon van Benthem (caféhouder van het bondshotel hoek Dorpsstraat-Burg. Mooijstraat): Riek van Benthem (caféhoudster 'De Vriendschap j en Door van Benthem. Kenmerkend voor het uiterlijk van het café aan de voorzijde was toen een zogenaamde 'warandaeen overdekte, maar verder open aanbouw. pand, dat in gereconstrueerde vorm nog bestaat als restaurant 'Het Malhuis', Dorpsstraat 77, speelde Van Benthem in op het toene mende verkeer langs de Rijksweg. In 1903, het jaar dat Bertus van Benthem de leeftijd bereikte van 65 jaar, overleed zijn echtgenote Maria Res. Hoewel Bertus reeds enkele van zijn acht kinderen bij het beheer van zijn café had be trokken, was hij zelf nog de initiatiefnemer tot het bijbouwen van een toneel- en concertzaal aan de achterzijde van het cafépand. Hij kreeg de vergunning in maart 1910 en het bleek voor Castricum een belangrijke aanwinst, want deze nog bestaande zaal speelde lange tijd een grote rol in het sociale- en culturele leven van Castricum. Interieur van de toneel- en concertzaal, die Bertus van Benthem in 1910 aan de achterzijde van zijn café liet aanbouwen. Toch waren er ook toen al bedenkingen, bijvoorbeeld in roomse kring. Men zag met lede ogen aan dat bij Van Benthem iedereen welkom was en men had op de pastorie zelfs vernomen dat katho liekejongens heel erg vriendschappelijk omgingen met protestantse meisjes. Daaraan moest een einde komen, zo meende de toenmalige 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2006 | | pagina 46