Apeldoorn. In 1862 wordt het perceel nr. 2 uitgebreid met een stuk wei land tot een totale grootte van 90.430 m2 (wordt nr. 471). Jacobus liet in 1872 'een huis' bouwen, groot 13,5 x 14,5 m. en verhuisde van Egmond-Binnen naar de Eloogeweg. Het oorspron kelijke perceel nr. 471 werd gesplitst in een perceel weiland nr. 520, groot 87.790 m2 en het huis en erf, nr. 521, groot 2.640 m2. Bij de bouw zouden staanders voor het vierkant van de kap zijn gemaakt van juthout: oude scheepsmasten afkomstig van gesloopte of vergane schepen. In 1873 werd een schuur bijgebouwd en veran derde het kadastemummer van 521 in 528. Jacobus Apeldoorn werd in 1877 raadslid in de gemeenteraad van Castricum tot zijn overlijden op 3 oktober 1880. Na zijn overlij den kwam de boerderij op naam van zijn echtgenote Catharina Apeldoorn te staan, die hier woonde tot haar overlijden in 1902. Bij een openbare veiling in dat jaar kwam de boerderij voor 2300 gul den in bezit van schoonzoon Gerrit Koning, gehuwd met Adriana Apeldoorn. grond aan dr. ir. Frans Goudriaan, scheikundige uit Ouderkerk aan de IJssel, voor een bedrag van 55.000 gulden. Door deze splitsing ontstond de nieuwe kadastrale aanduiding: 'Een boerderij met on dergrond en erf gelegen aan de Hoogeweg 12 te Castricum, kadas traal gemeente Castricum, sectie A, nr. 1588, groot 19 are en 96 centiare'. In 1974 begon hij een grote verbouwing van de boerderij tot woon huis naar het ontwerp van architect J.F. Dik, waarvoor in december 1973 door de gemeente Castricum een bouwvergunning was ver leend. Goudriaan woonde met echtgenote van eind 1977 tot juli 1980 in Frankrijk. In de tussenperiode woonden er telkens kortstondig meerdere personen. In 1983, toen de grote verbouwing nog niet ge heel gereed was, verkocht Goudriaan de stolpboerderij met dubbele garage, erf en tuin aan drs. ir. Arnold C. Hijmans, verkeersvlieger, gehuwd met Mary L. Schorer. Zij werkten op de begane grond de vloer in de 'dors' af, lieten een vloer in de hooizolder aanbrengen en de zuid- en oostzijde van de kap herstellen. Jacob P. van Duin ging in september 1971 over tot ver koop van de boerderij met een deel van het perceel De huidige boerderij aan de Hoogeweg. 38 Hun zoon Jacobus Koning, gehuwd met Wilhelmina Meijn (geboren in de Haarlemmermeer), nam in 1920 de boerderij, gelegen sectie A, nr. 670 met percelen weiland over. Als Jacobus in 1925 overlijdt, gaat zijn vrouw in Egmond-Binnen wonen en huurt Albert van Duin uit Egmond-Binnen de boerderij met het bijbehorende land; hij gaat hier met echtgenote Henderica van Til wonen. Na tien jaar besluit Wilhelmina Meijn haar bezittingen in juni 1935 te verkopen. Comelis (Cor) Meijne koopt voor 4130 gulden zowel de boerderij met erf en tuin groot 2640 m2 (nr. 670) als het weiland groot 23.470 m2 (nr. 671). Cor Meijne was opgegroeid op de nabij gelegen boerderij van zijn vader Jan Meijne aan de Madeweg (zie het 28e jaarboek, blz. 24). Al enkele maanden later in oktober 1935 verkoopt Cor Meijne ge noemde bezittingen aan de Hoogeweg aan de huurder en bewoner Albert (Ab) van Duin, bloembollenkweker. Dit bezit werd om schreven als: 'Een boerenwoning met veestalling en hooiberging met erve, tuin, bouw- en weiland, staande en gelegen te Bakkum, gemeente Castricum, kadastraal bekend gemeente Castricum, sectie A, nr. 670 en 671, samen groot 2 hectare, 61 are en 10 centiare; de verkoop is geschied voor eene som van vijf duizend gulden'. Albert van Duin bleek echter niet aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen, waardoor moest worden overgegaan tot verkoop. Op 29 maart 1936 volgde de openbare verkoop in het koffiehuis 'het Haasje' van weduwe C. Mooij te Egmond-Binnen. Comelis H. Kramer, bloembollenkweker te Bloemendaal, kwam in bezit van de boerderij voor een bedrag van 5400 gulden; beide percelen nr. 670 en 671 werden samengevoegd tot nr. 1178, omschre ven als boerderij met bouwland, groot 26.110 m2. Ab van Duin bleef met zijn gezin op de boerderij wo nen en oefende er een bloembollenbedrijf uit tot op 71-jarige leeftijd in 1947, toen zijn zoon Jacob P. van Duin, geboren in 1917 te Egmond-Binnen, het bedrijf overnam. Toen in juni 1954 Comelis Kramer was overleden, volgde de verkoop van de boerderij voor 19.000 gulden aan Jacob P. van Duin, gehuwd met Alberta Muilerman, met de volgende omschrijving: 'Een woonhuis, gete kend nummer 12, met tasruimte, staande en liggende in de Groot-Limmerpolder aan de Hoogeweg onder Bakkum, gemeente Castricum, kadastraal bekend ge meente Castricum, Sectie A, nummers 1205, 1206 en 1207, samen groot 2 hectare, 61 are en 10 centiare'. In april 1994 volgde verkoop van de boerderij aan Marco C. Versterre, commercieel directeur van een machinefabriek, geboren in 1960 te Haarlem en opgegroeid in Castricum. Versterre liet op de bestaande uitbouw aan de achterzijde een kap aanbrengen en af dekken met riet, waardoor een fraai geheel is ontstaan. Een goed voorbeeld van een Noord-Hollandse stolp, aangepast aan de huidige eisen voor bewoning. Piet Blom. Bronnen: Deelen van. D.: Historie van Castricum en Bakkum, Schoorl, 1973. Gemeentearchief Castricum. Jaarboekjes Stichting Werkgroep Oud-Castricum. Kadaster, directie Noordwest, vestiging Alkmaar. Regionaal Archief Alkmaar. Ruijter W. Jzn., Q. de: Schippers van het Stet, 1974.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2006 | | pagina 41