Op het bevrijdingsfeest vroeg CSV via deze praalwagen steun voor
de wederopbouw van de club. De jongens v.l.n.r.S. Burgering.
C. Bruinsma. J. Duinker. H. van Koot, N. Betting en J. Ronk.
De supportersvereniging
Op initiatief van enige supporters leidde een feestelijke bij
eenkomst in hotel Borst in mei 1948 tot de oprichting van
de 'Supportersvereniging CSV'. Gestart werd met een vijf
tigtal leden. De belangrijkste doelstelling in het begin was het
geven van steun bij wedstrijden van het eerste elftal. In de
loop der tijd ging de supportersvereniging zich ook toeleggen
op andere activiteiten zoals het organiseren van busreizen bij
uitwedstrijden, het leveren van financiële bijdragen voor het
trainingsfonds, het houden van feestavonden, klaveijasdrives
en het Sinterklaasfeest voor de jeugd. Bekende bestuurders
waren onder meer Freek Peijs, Hannes van Koot, Chris Pie-
terse, Hans Jacobs, Jan Kooij, Chris de Leeuw, Frits Schef-
ferli, Willem Brouwer, Klaas Peijs en Cor Boot.
Tijdens het zilveren jubileum van CSV in 1955 telde de sup
portersvereniging nog ruim 350 leden. Vanaf de jaren zeven
tig liep de belangstelling voor het bezoeken van feestavonden
terug en was er door de opkomst van het eigen vervoer geen
behoefte meer aan gezamenlijke reizen.
De supportersvereniging hield zich toen voornamelijk nog be
zig met de klaveijasdrives tot zij rond 1975 werd opgeheven.
In 1950 behaalde CSV het kampioenschap van de 4e klasse. Een
werkelijk verbluffende promotie-competitie met ADO'20, Succes en
OFC bracht CSV toen in de 3e klasse. Het elftal bestond uit G. de
Heer, C. Boot, J. de Beurs, A. Docter, H. Tiemstra, C. Blei, H. Jacobs,
J. Kimmelaar, F. Klashorst, J. Hopman en G. van 't Hul. Trainer was
J. Eijkmans.
Met wisselend succes gingen de jaren 1951-'55 in de 3e klasse van de
KNVB voorbij.
Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum werd in april 1955 onder re
dactie van Joop Boot en Jan Edam een fraai jubileumnummer samen
gesteld. De vereniging had op dat moment 4 senioren-, 1 junioren-, 2
adspiranten- en 4 welpenteams.
Op 4 november 1957 trof de vereniging een zware slag door het plot
seling overlijden van secretaris Jan Peijs, die al 27 jaar bestuurslid
was.
Het karakteristieke clubhuis dat door architect Kaper werd ontworpen.
opgave. De club hield stand totdat in de hongerwinter van 1944 een
einde kwam aan alle verenigingsleven.
In 1945 krabbelde de vereniging weer overeind en
keerde in Castricum terug. Op het terrein aan de
Zeeweg was een puinhoop achtergelaten. Tribune,
opstallen, alles was vernield. Opnieuw ondervond
men de gastvrijheid van de zustervereniging. Onder
de stuwende leiding van voorzitter Duinker bloeide
de vereniging op.
Spoedig werd met de renovatie van het verwoeste
terrein begonnen, waarvoor ontzaglijk veel werk
door de leden werd verzet. Zodoende konden in het
voorjaar van 1946 de thuiswedstrijden worden her
vat. Binnen enkele jaren beschikte CSV over twee
prachtige velden (waarvan één met een terreinver-
lichting), een open zittribune, behoorlijke staantribu-
nes en een karakteristiek clubhuis, dat werd ontwor
pen door architect D. Kaper, die werkzaam was bij
Duin en Bosch.
CSV werd in 1948 uitgebreid met een dameshand-
balclub en een tafeltennisvereniging. In datzelfde
jaar werd ook de supportersvereniging opgericht.
Het elftal dat in 1950 kampioen werd in de vierde
klasse KNVB. V.l.n.r. knielend: A. Docter, G. de
Heer en G. van 't Hulstaand: C. Blei, H. Jacobs,
J. Kimmelaar,
H. Tiemstra, C. Boot, J. de Beurs, B. Beumer, F.
Klashors en leider J. Hopman.
14