als de enige kandidaat wordt gezien die gekozen kan worden. De burgemeester komt met het voorstel om de districtsschoolopziener op de hoogte te brengen van de redenen waarom niet tot stemming kan worden overgegaan. Het gaat er in deze raadsvergadering kennelijk nogal tumultueus aan toe. In nette bewoordingen in de raadsnotulen heet het dat: "Eene minder geregelde en gewenschte gedachtewisseling had plaats gehad." De burgemeester doet nog een poging bij de districtsschoolopziener om aan de lijst met drie kandidaten nog enkele of ten minste één toe te voegen. De districtschoolopziener blijft bij zijn eerder opgegeven drietal: "De aanvulling van de voordracht voor hoofd der nieuwe school te Bakkum. zoals deze door vijf leden van de gemeenteraad gewenst wordt, komt mij in het belang van het onderwijs beslist onraadzaam voor. Ik zou het niet in overeenstemming achten met de verantwoordelijkheid die in deze op mij rust, daartoe mijne medewerking te verlenen. In de raadsvergadering van 12 oktober komt opnieuw de stem ming voor de benoeming aan de orde. De raad weigert opnieuw te stemmen en verzoekt het college zich opnieuw tot de districtsschoolopziener te wenden met het verzoek een nieuwe oproep te plaatsen, zonder dat er sprake is van een verhoging van het jaarsalaris. Hierop meldt de schoolopziener dat in het overleg van 12 september dit ook zijn voorstel was, maar dat het college toen hiertoe niet bereid bleek, omdat geen noemenswaardige verbetering van het aantal en het gehalte der sollicitanten werd verwacht. Op grond van die argumentatie heeft de schoolopziener zich bij dat besluit neergelegd en overeenstemming bereikt over de voordracht, waarop thans niet meer kan worden teruggekomen. De impasse is compleet. Op 15 oktober schrijft burgemeester Mooij een brief naar de commissaris der Koningin en schetst daarin de perikelen rond de benoeming van een hoofd der nieuwe school en vraagt de commissaris zijn invloed aan te wenden om de zaak tot een bevredigende beëindiging te brengen. Deze stelt de districtsschoolopziener in het gelijk en zegt dat hij, nadat overeenstemming is bereikt met het college over de voordracht, deze niet meer wil veranderen: op den enkelen grond, dat de Raad zich om persoonlijke redenen niet met de keuze uit de verschillende sollicitatien gedaan, kan vereenigenMet verwijzing naar artikelen in de gemeentewet stelt de commissaris dat de raad zich behoort te houden aan zijn bevoegdheid en is verplicht tot het doen van een keuze uit de voordracht en zo dit niet geschiedt, zullen burgemeester en wethouders in de benoeming voorzien. Op 3 november volgt het besluit van de raad om uiteindelijk de benoeming in stemming te brengen; dit na het schrijven van de commissaris der Koningin. De stemming resulteert in twee blanco stemmen en vier op de heer H.A. Nijsen, onderwijzer in Sloten (NH). Meester Nijsen wordt per 1 januari 1905 benoemd tot hoofd der Openbare Lagere School nr 2 te Bakkum. Voor het nieuwe schooljaar vanaf 1 januari 1905 worden voor de Openbare Lagere School in Castricum 207 leerlingen en voor die in Bakkum 62 leerlingen opgegeven. 12 oktober 1904 Er is een nieuwe verordening op het schoolgeld vastgesteld. De ouders zijn ondergebracht in vijf inkomensklassen waarbij voor het eerste kind schoolgeld per kwartaal moet worden betaald van 2 gulden voor de le klasse en 30 cent voor de 5e klasse. Deze bedragen lopen op bij meerdere kinderen uit een gezin tot resp. ƒ5,50 en 95 cent voor vijf of meer kinderen. Over de grensregeling voor de school in Bakkum wordt een besluit genomen. Zo zullen de leerlingen die wonen in de buurtschap Bakkum, het Schulpstet, het Noordeinde (Brakersweg) tot en met het woonhuis van Jacob Kuijs, de 2e Groenelaan, aan de noordzijde van de le Groenelaan en ten westen van de spoorlijn, Zeeveld en de Duinontginning met uitzondering van de woningen die thans bewoond worden door E. en L. Zonneveld, op de nieuwe school in Bakkum naar school gaan. 21 november 1904 Cornelis Castricum Willemszoon heeft als 'bierhuishouder' aan de Heereweg (café De Goede Verwachting) een verzoek gericht aan het gemeentebestuur om ook sterke drank te mogen verkopen. Als inwonende personen ouder dan 16 jaar geeft hij op zijn vrouw Dieuwertje Stroomer en zijn zoons Willem en Antoon Castricum, beiden vrachtrijder. 1 december 1904 Op het verzoek van de heren B.A. Res. R. Kaptein, J. Hogenstijn en H. Duijn tot het oprichten van een stoomzuivelfabriek op het ongebouwde perceel aan de Breedeweg wordt gunstig beschikt. Op deze plaats zal in 1905 de nieuwe melkfabriek 'De Holland' worden gebouwd. (Zie over de geschiedenis van 'De Holland' het uitvoerige artikel in het 20e jaarboekje.) 3 december 1904 Mattheus Olgers, kaashandelaar, richt een verzoek aan de gemeente voor een vergunning tot de kleinhandel in sterke drank aan het pand Kramersweg nr. 47 (Burg. Mooijstraat) ter vervanging van de tegenwoordige vergunninghouder Pieter Lute. De gevraagde vergunning wordt verleend. 6 december 1904 Raadslid Cornelis Spaansen wordt als opvolger van de overleden Wulbert Melker voorgedragen als hoofdingeland van het bestuur van de St. Aagtendijk. Er is een brief ontvangen van de heer Joseph Goes waarin hij zijn ontslagname meldt als wethouder; hij blijft wel raadslid. Er worden geen redenen genoemd maar het heeft ongetwijfeld te maken met de turbulente verwikkelingen rond de benoeming van het hoofd der school. De burgemeester zal de heer Goes nog vragen: "of hij wel blijft volharden bij die ontslagneming". Dit blijkt het geval te zijn. 14 december 1904 Cornelis Spaansen wordt benoemd tot nieuwe wethouder als opvolger van J.M. Goes. Pieter Duijn, Cornelis Poel en Bernardus Res, uitmakende het bestuur van de op 24 november 1904 opgerichte Coöperatieve Christelijke Boerenleenbank, verzoeken toestemming van het college om ten raadhuize bestuursvergaderingen te mogen houden en tevens dat zondags van 3 tot 4 uur zitting aldaar zou mogen worden gehouden door F. Twisk, de kassier van de bank: Overwegende bovengenoemde bank is opgericht tot bloei en welvaart onzer gemeente en der bevolking in het algemeen, in meer bijzonder de land- en tuinbouw, waardoor het bestuur zich de vrijheid veroorloofd bovenvermeld verzoek tot U te richten." De gemeenteraad zal toestemming geven. 31 december 1904 De gemeenterekening over het jaar 1904 telt aan ontvangsten ƒ41.648,- en aan uitgaven ƒ38.451,-, zodat er een batig saldo is van ƒ3.197. Simon Zuurbier 92

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 92