'Alle; dè 'genen "Hvëlke.vërroeenen naaste Btóéverwanten .«tFziinJ var'GERR'IT'KOEUEVELD 'diein iSi'r.als Cons-' fcrit^vbSf,1 'de5G énjéente'v Ca stri cirai- in'Frans ch è-Diêns t 'is' fingÈKjfct^eri^.nrërÜe* 'arrnéé ,-naar^Rusland is' vertrokken7,; •doch Van\wièn 'sedert,. geene* tijdjng 'ofberigt is ingekomen "woeden .verzocht ,zichvbtSr; óf oó Ultimo-'December dézes j aars,19 té" ver v oègetr te'n -Kancbrè'Van deij Notaris' C; SGHREU-! DER^tëïrVjëlsen'Hot Hétaan#öoréqtv?n_een;.yóörs Potze en nog drie andere stuurlui van vissersschuiten moeten nog geld ontvangen voor de in maart van dat jaar in het Nieuwediep bij Den Helder verkochte en geleverde vis. Op 14 dec. 1787 is Job op zee van een schuit afgeslagen en verdronken; hij werd aan de wal in Egmond aan Zee begraven. Zijn twee zoons, Cornelis geboren in 1767 en Engel geboren in 1768, zetten het geslacht De Zeeuw voort. Deze Cornelis is een vroege voorvader van Cornelis (Cees) de Zeeuw, gehuwd met Anna Briefjes en zijn broer Engel, een vroege voorvader van de in de inleiding genoemde Willem (Starrenburg) en Engel (Stetweg) de Zeeuw. De eerdergenoemde Engel de Zeeuw trouwt in 1798 en heeft met zijn vrouw Lijsbeth Blok vijf kinderen, waarvan de oudste zoon Job de Zeeuw, geboren in 1799, trouwt in het jaar 1828 met Marijtje Stuifbergen, die aan de Bleumerweg in Bakkum woont. Het huisje van Job de Zeeuw aan de Bleumerweg Marijtje Stuifbergen woont met haar ouders in de laatste boerderij aan de noordzijde van de Bleumerweg. (Hier woont nu Piet Borst op nr. 20.) Aan dezelfde kant van de Bleumerweg op zo'n vijftig meter vanaf de boerderij en gescheiden door een zijweggetje, de 'Jan Miessenlaan', stond nog een huisje, waarin Job en Marijtje na hun trouwen in 1828 zijn gaan wonen. Pas twintig jaar later koopt Job de Zeeuw dit huisje en daaraan ging heel wat vooraf Dit huisje was eigendom van Gerrit Koeleveld, die het op 23-jarige leeftijd in 1811 van zijn moeder had geërfd. Gerrit moest dienst doen in het leger van Napoleon en had zich daarvoor op 15 april 1811 gemeld bij het garnizoen te Haarlem en werd toen bij het 125e Regiment Infanterie ingelijfd. Een week na het overlijden van zijn moeder heeft de alleen overgebleven Gerrit Koeleveld op 18 mei 1811 nog te Limmen een onderhandse volmacht getekend, waarbij hij drie heren, allen woonachtig in Bakkum, met name Simon Duinmeijer, veehouder. Jan van Bruijnswaard, duinmeier en Floris Comeüsz Twisk, schulper/ veehouder, aanstelt tot administrateuren van hetgeen hij achterlaat tijdens zijn diensttijd. Vervolgens is Gerrit in Franse dienst ingelijfd en met de legers via Duitsland naar Rusland vertrokken. Na 18 mei 1811 is nooit meer iets van Gerrit Koeleveld vernomen. Er gaan vele jaren voorbij. Gerrit heeft geen broers of zusters, maar wel vele verre erfgenamen. Zo is ook Marijtje Stuifbergen, echtgenote van Job de Zeeuw, een van die erfgenamen: haar moeder was een nicht van Gerrit Koeleveld. Bij vonnis van de rechtbank van Haarlem wordt Gerrit Koeleveld op 13 juni 1843 overleden verklaard. Daarna worden alle erfgenamen opgespoord: het zijn er in totaal 29, veelal kinderen of kleinkinderen van neven en nichten van Gerrit en woonachtig in 13 verschillende plaatsen, met de meeste erfgenamen (7) uit Bakkum, die Stet, Stuifbergen of Tromp heten. Dit moet veel tijd gevergd hebben, want bijna vijf jaar na de doodverklaring kan de boedelscheiding plaats vinden. Job de Zeeuw koopt in mei 1848 het huisje van de erfgenamen voor 500 gulden. De nakomelingen van Job de Zeeuw en Marijtje Stuifbergen Job de Zeeuw en Marijtje Stuifbergen krijgen zeven kinderen, waarvan alleen zoon Engel, geboren in 1833, de familienaam zal voortzetten. Engel is schelpenvisser en landbouwer, woont aan het Schulpstet en trouwt in 1864 met Grietje Castricum. Uit hun huwelijk worden veertien kinderen geboren, waarvan de zoons Job, Jaap en Piet de Zeeuw zorgen voor een voortzetting van deze tak De Zeeuw. De oudste zoon Job, geboren in 1865, is net als zijn vader schelpenvisser, woont op het Schulpstet en zal daar op 34- jarige leeftijd overlijden. Uit zijn huwelijk met Aaltje Castricum worden geboren de in onze generaties nog bekende en meermalen genoemde Willem en Engel de Zeeuw. Zoon Jaap, geboren in 1867, is ook schelpenvisser en landbouwer, woont in de Peperstraat (nu Dr. Jacobilaan) en trouwt in 1892 met Aagje Dekker uit Limmen. Zij krijgen twaalf kinderen, waarvan er zeven al op jeugdige leeftijd overlijden. De enige zoon die overblijft, Ab de Zeeuw, is krantenbezorger, en woont op Schoutenbosch; zijn huwelijk blijft kinderloos. De jongste zoon Piet, geboren in 1885, is grondarbeider, woont de langste tijd in Alkmaar en trouwt in 1909 met de Castricumse Aafje Nijman. Zij krijgen negen kinderen, waarvan meerdere in het cafébedrijf werkzaam waren. De zoons van Piet en Aafje, met name Engel, Wim en Piet de Zeeuw, zetten de naam De Zeeuw voort. Van Egmond via Heiloo naar Castricum Zoals hierboven werd vermeld had visser Job de Zeeuw (1728 - 1787) twee zoons, Cornelis en Engel. De nakomelingen van Engel kwamen in Bakkum terecht. Zoon Cornelis, geboren in 1767, was arbeider, woonde in Egmond aan den Hoef en is aldaar overleden in 1813. Uit zijn huwelijk met Aagje Dirks Pollepel wordt in 1797 een zoon Job geboren die in 1822 trouwt met Maartje Bont. Job en Maartje gaan wonen in de Kerkbuurt in Heiloo en krijgen hier zeven kinderen, waaronder de zoons Cornelis (geb. 1824) en Jan de Zeeuw (geb. 1838), die respectievelijk twee en vier kinderen hebben. Bij deze zes kinderen is maar één jongen. Jan de Zeeuw, zoon van genoemde Cornelis en geboren in 1852. Jan wordt timmerman, trouwt in 1879 met Grietje Enke en woont in Heiloo op Zevenhuizen. Jan en Grietje krijgen een zoon Kees en een zoon Niek. Kees de Zeeuw, geboren in 1881, werkt bij het spoor, trouwt met Anna Briefjes en woont met zijn nakomelingen in Castricum. Niek de Zeeuw, geboren in 1891, is net als zijn vader timmerman, trouwt met Neeltje Bruin en woont evenals het merendeel van hun nakomelingen in Heiloo. Overwegwachteres Anna Briefjes, echtgenote van Kees de Zeeuw Als overwegwachteres heeft Anna Briefjes veel respect afgedwongen, zoals blijkt uit het boek Schippers van het Stet van Oproep in de krant aan bloedverwanten van Gerrit Koeleveld om zich te melden. 72

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 72