De Castricumse familie De Zeeuw Degenen die nu in onze gemeente wonen en de naam De Zeeuw dragen, zijn binnen een tot drie generaties terug te voeren op Willem de Zeeuw, geboren in 1892 en destijds woonachtig op boerderij Starrenburg aan de Bleumerweg, op zijn broer Engel de Zeeuw van de Stetweg, of op Kees de Zeeuw, geboren in 1881 en gehuwd met Anna Briefjes. De takken van Willem en Engel de Zeeuw enerzijds en van Kees de Zeeuw anderzijds gaan vele generaties terug om pas uit te komen bij hun gemeenschappelijke voorvader. Dit is ene Job de Zeeuw die van 1728 tot 1787 woonde in Egmond aan Zee, de bakermat van de familie De Zeeuw. De oudere, voor zover nu bekende generaties van de familie, zijn in Egmond aan Zee woonachtig, zijn visser van beroep en voeren aanvankelijk de achternaam Potze. Een familie van vissers uit Egmond aan Zee Al in de Middeleeuwen werd er door de bewoners van Egmond aan Zee (in de volksmond Derp) gevist. Bijna de gehele bevolking van Derp was op een of andere manier bij de visvangst betrokken. In 1514 viste men met 50 schepen, waarvan er 26 op haringvangst gingen en de overige zich bezig hielden met de schrobnetvisserij voor platvis, waarbij een schrobnet over de bodem van de zee werd voortgetrokken of met de beugvisserij voor ronde vis, waarbij met de beug werd gevist, zijnde een lange lijn met dwarslijnen die voorzien zijn van haken. Er werden scheepjes gebruikt zonder kiel die gemakkelijk op het strand konden worden afgemeerd. De scheepjes waren 9 tot 12 meter lang, werden 'pinken' of 'bomschuiten' genoemd en bemand met ongeveer vijf man. Het aantal scheepjes dat vanuit Egmond op visvangst ging, nam in de loop der eeuwen af en in het jaar 1900 was de visvangst hier nagenoeg verdwenen en voeren de vissers vanuit de haven van IJmuiden. Veel vissers gingen elders wonen of kozen andere beroepen. Dit laatste is bij de familie De Zeeuw het geval geweest. De naam: van Potze naar De Zeeuw Voordat de naam De Zeeuw door deze familie wordt gebruikt, was de familienaam Potze. De herkomst van deze naam is onbekend. In de zeventiende eeuw worden in Egmond aan Zee nog nauwelijks achternamen gebruikt, maar patroniemen kwamen wel voor, ofwel namen afgeleid van vaders voornaam, zoals Janszoon (Jansz, Jansen), Comeliszoon (Comelissen), Jobszoon of Joppe. Zo kan de naam Potze, ook wel geschreven als Posse, veel vroeger afgeleid zijn van Poszoon met Pos als voornaam. Vanaf circa 1770 wordt van Potze overgestapt op de naam De Zeeuw. Bij deze familie kunnen we deze ontwikkeling binnen één gezin goed volgen en met name uit de doopakten van de tien kinderen van Jannes Cornelisz de Zeeuw en Cornelisje (Kee) Alderts Ruijs, die gedoopt worden in de periode 1754- 1769. Jannes is een zoon van Comelis Cornelisz Potze (zie gezin nr. 2). Bij de doop van de oudste drie kinderen in 1754, 1755 en 1756 worden de ouders Jannes Krelissen (Comeliszoon) en Kee Alders (Aldertsdochter) genoemd. Bij de doop van de volgende zes kinderen in de periode 1758 - 1767 worden de ouders Jannes Krelis Posse en Kee Alders Ruijs genoemd en bij het jongste kind gedoopt op 17 febr. 1769 heten de ouders Jannes Kreliz de Zeeuw en Kee Alders Ruijs. Onbekend zijn de achtergronden van de naamswisseling van Potze naar De Zeeuw. Er zijn geen sporen gevonden die wijzen op een relatie met Zeeland. Van Egmond naar Bakkum De oudst bekende stamvader is Comelis Janszoon Potze die naar schatting omstreeks 1675 geboren moet zijn. Met zijn vrouw Elisabeth Ariens krijgt hij vier kinderen. Zijn kleinzoon Job de Zeeuw, geboren in 1728, is visser en stuurman van een visserschuit. In november 1767 speelt een rechtzaak voor schout en schepenen van Egmond aan Zee betreffende het uitblijven van betalingen. Job Bomschuit op het strand van Egmond aan Zee in het jaar 1844. 71

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2005 | | pagina 71